HTM servicepartner van Kisters voor Feeler machines
HTM Nederland in Hengelo is de servicepartner geworden van Kisters Machines voor de Feeler metaalbewerkingsmachines. Beide partijen spreken van een win-win situatie. Kisters heeft zich verzekerd van de diensten van een betrouwbare partij, die de installatie van de machines en de service daaraan bij de klanten kan doen. HTM beschikt nu over een steunpunt in de omgeving van Eindhoven om de activiteiten in Zuid-Nederland uit te breiden.
Kisters Machines is al meer dan 20 jaar dealer van Feeler. Jan-Nico Kisters werkte onder de vlag van Techno-Center Vessem nauw samen met Machine Care, dat de installatie en de service deed van de Feeler machines, waarvan er ruim honderd in Nederland staan. Machine Care mede-eigenaar Gerrit van Zutphen gaat echter met pensioen. Getracht is om zijn vertrek op te vangen in Techno-Center, maar dat is niet gelukt. “Om enerzijds een stap vooruit te maken in professionaliteit en anderzijds de focus op de verkoop niet te verliezen, heb ik besloten de service op Feeler machines niet zelf ter hand te nemen”, zegt Kisters.
Op zoek naar een goede oplossing is hij uitgekomen bij HTM Nederland. Dat heeft nu alle activiteiten van Machine Care overgenomen. Dit betekent dat HTM niet alleen Feeler voor zijn rekening neemt, maar dat klanten die het onderhoud aan andere machines door Machine Care lieten verrichten, zich nu ook kunnen wenden tot HTM.
Steunpunt in Zuid-Nederland
HTM Nederland (High Tech Maintenance, een onderdeel van Jansen Machine Management) heeft zich gespecialiseerd in het uitvoeren van hoogwaardig industrieel onderhoud. Het bedrijf telt 21 technici, die worden ingezet voor preventieve en correctieve werkzaamheden aan productieapparatuur. Ook het geometrisch meten en corrigeren van machines is een dagelijkse bezigheid. “Dat doen we nu al ruim 10 jaar”, zegt directeur André Jansen. “We hebben een vaste klantenkring opgebouwd en groeien gestaag.”
HTM verricht 85 procent van de werkzaamheden in Oost-Nederland. Sinds enkele jaren is het bedrijf echter de vaste onderhoudspartner voor de machinemerken Makino en Grob. “We merken dat deze partnerschappen ons steeds verder in het land brengen”, aldus Jansen. “Daarom willen we een steunpunt met monteurs in Zuid-Nederland hebben. Om het hoge niveau van dienstverlening vast te houden, moeten we in de buurt van onze klanten zitten. Dan heb je bijvoorbeeld minder reistijd, wat efficiënter is en scheelt in kosten.”
Dé servicepartner voor aantal merken
De visie van Jansen is dat je je als servicebedrijf moet specialiseren in een aantal merken. Want enerzijds worden machines weliswaar steeds eenvoudiger geconstrueerd, anderzijds hebben ze ook steeds vaker allemaal hun eigen specifieke kenmerken en functionaliteiten. Daarbij komt het toenemende belang van software, die door een aantal merken ook wordt afgeschermd. “Hierdoor krijgen algemene servicebedrijven het steeds lastiger. We moeten daarom van een aantal merken dé servicepartner in Nederland zijn. Dat waren we al voor Makino en Grob, en nu dus ook voor Feeler.”
De Feeler machines, geproduceerd door de Taiwanese Fair Friend Group, behoren volgens Kisters tot het middensegment van de markt. De technici van HTM kunnen de installatie van deze machines, het onderhoud en het oplossen van storingen direct oppakken. “Met de gedegen kennis die wij in huis hebben, kunnen we voor 80 procent op deze machines terecht”, aldus Jansen. “Natuurlijk heeft elk merk zijn eigenaardigheden. We zullen ons dus ook nader in Feeler moeten verdiepen. Maar met ondersteuning van de fabriek kan alles.”
HTM richt zich vooral op het MKB. Het bedrijf doet bijvoorbeeld al het machine-onderhoud bij NTS Norma in Hengelo. “We willen een onderhoudspartij zijn waar de industrie behoefte aan heeft”, legt Jansen uit. “Dat vereist allereerst een hoog kennisniveau. Ons bedrijfsbureau bestaat daarom uit hbo-ers. Maar dat is niet genoeg. We zijn begonnen met het managen en het transparant maken van onderhoud en zijn dat toen pas gaan uitvoeren. Operationeel en financieel werken we daardoor heel strak en supertransparant.”
Inzicht in onderhoudskosten
De top van het MKB, zeg maar het MKB-plus, smeekt daar volgens Jansen om. “Dat wil constant verzekerd zijn van betrouwbare productiecapaciteit en voortdurend inzicht hebben in de kosten”, aldus Jansen, die schat dat 10 tot 15 procent van de markt ontvankelijk is voor deze manier van werken. Wat hem betreft moet dat meer worden, maar de meeste MKB-ers zien onderhoud nog vooral als een kostenpost. “Zij steken gesprekken met ons vaak in met de vraag hoe de onderhoudskosten met 10 procent kunnen worden verlaagd. Maar ik draai dat om: hoe gaan we met 20 procent meer onderhoudskosten zorgen voor 50 procent meer output. Wij willen ook heel graag praten over onderhoudskosten per spindeluur. Bijvoorbeeld de afspraak maken dat wij voor 1 euro per spindeluur een machine gegarandeerd 90 procent van de tijd in de lucht houden. Ik weet wel, dat is lastig meetbaar en het vraagt om heel transparant communiceren. Maar het zal die kant wel op moeten. Want om het maximale rendement uit je machinepark te halen, heb je excellent onderhoud nodig.”