3D-geprinte delen veilig en verantwoord stralen
Het 3D-printen is een techniek die inmiddels veelvuldig wordt toegepast. De materialen die men voor het 3D-printen kan gebruiken, worden ook steeds verder uitgebreid. Dat is positief, maar het vergt tevens de nodige aandacht.
Voor het verwijderen van poeder, vergladden van het product en/of juist verkrijgen van een bepaalde structuur/ ruwheid, wordt als nabehandeling vaak gestraald. Bij het stralen kan bij sommige producten een explosieve omgeving ontstaan en moet de installatie voldoen aan de ATEX114 (was ATEX95). Een materiaal waarbij dit van toepassing is, is onder andere Titanium. Maar ook Alumide en PA2200 hebben een zogenaamde St en Kst-waarde, waardoor ze onder de ATEX-wetgeving vallen.
ATEX gecertificeerde installaties
Leering Hengelo heeft veel ervaring met het engineeren en fabriceren van ATEX gecertificeerde installaties voor onder andere fabrikanten van 3D printers en grotere afnemers zoals Rolls Royce (vliegtuigmotoren). Afhankelijk van de gebruikte materialen worden de straalcabines voorzien van een breekplaat, flow sensor, terugslagklep, ATEX filterpatronen, druk ontlast deuren, aardkabels, EX-ventilator et cetera. Levering van de installatie is mogelijk met een ATEX Technical Construction File.
Bij een Normfinish straalcabine van Leering Hengelo in ATEX-uitvoering is het eerste doel om een explosie te voorkomen door bijvoorbeeld alles goed te aarden, vonkvorming te voorkomen en de ‘brandstof’ te verminderen. Mocht het desondanks tot een explosie komen, dan is het tweede doel dat dit een gecontroleerde explosie is. Bijvoorbeeld via een breekplaat zodat verdere schade aan de installatie vermeden wordt en er geen onveilige situatie voor het personeel ontstaat.