Aalbers|farina gaat voor capaciteit en flexibiliteit in nieuw platenmagazijn
Aalbers|farina in Renswoude heeft recent een nieuw platenmagazijn ontwikkeld onder de naam Spider. Het magazijn, dat bestaat uit drie gekoppelde systemen van 8 meter hoog, wordt momenteel gebruikt en uitvoerig getest in het plaatwerkbedrijf van de aalbers|group. “Er is veel behoefte aan langgoed- en platenmagazijnen om de logistiek te optimaliseren. Onze Spider is een logische ontwikkeling op die groei”, vertelt Hans Zandberg, marketing communicatie manager bij aalbers|farina.
Aalbers|farina is vijf jaar geleden als zusterbedrijf van aalbers|wico op de markt gekomen. Met name door een gebrek aan goede platenmagazijnsystemen in de eigen plaatwerkfabriek, is men begonnen met het ontwikkelen van eigen systemen en oplossingen. “We liepen vroeger tegen het probleem aan dat er geen efficiënte en flexibele oplossingen op de markt waren voor de opslag van grote hoeveelheden plaatmateriaal op een beperkt aantal vierkante meters. Daarom zijn we zelf gestart met het ontwikkelen van oplossingen om zo ook de interne logistieke processen te verbeteren.
Die oplossingen zijn we later onder aalbers|farina gaan vermarkten, omdat er een grote markt blijkt te zijn voor dit soort efficiënte opslagsystemen”, aldus Zandberg. Inmiddels is een groot portfolio aan platenmagazijnen en langgoedstellingen opgebouwd, met de Spider als nieuwste telg van de familie.
Modulair en veel opslag
De opslagsystemen kenmerken zich door hun modulaire opbouw. Daar maakt de Spider ook gebruik van. Dit platenmagazijn wordt uitgevoerd met minimaal drie gekoppelde ‘Logic’ torensystemen naast elkaar. Met slechts één liftsysteem, die is gepositioneerd op een rail en zo in de langsrichting kan bewegen, kunnen alle torens worden bediend. Dankzij de modulaire opbouw kan de Spider elk moment uitgebreid worden met extra nieuwe torens.
Volgens aalbers|farina is de Spider met vijf torens even snel als een enkel torenmagazijn. Dit wordt gerealiseerd door de lift die tijdens de zijdelingse beweging gelijktijdig naar de juiste hoogte beweegt. Kies je voor nog meer torens dan is het mogelijk om het magazijn ook nog met een tweede liftsysteem uit te breiden voor snellere beladingen. Dankzij de systeemhoogte van 8 meter kan een enkele toren met tot wel 60 lades uitgerust worden. Zolang er vloeroppervlak beschikbaar is, is het magazijn onbeperkt uit te breiden met torens. Tevens is het mogelijk het plaatmagazijn dubbel uit te voeren, waardoor de opslagcapaciteit per segment nog eens verdubbelt. “De Spider, maar ook onze andere platenmagazijnen, zijn ontwikkeld om zoveel mogelijk materiaal op een beperkt aantal vierkante meters op te slaan.
Om de opslagcapaciteit te vergroten ten opzichte van onze concurrenten, hebben we de manier van opslag onder de loep genomen. Zo zijn we op het idee gekomen om de lades zo te ontwikkelen, dat het materiaal in de lades gelegd wordt in plaats van erop. Daardoor kun je 60% meer lades en dus materiaal kwijt in de toren met als gevolg dat een klant minder vierkante meters kwijt is aan de opslag van plaatmateriaal”, vertelt Gijsbert Aalbers, project engineer bij aalbers|farina. Zoals gezegd heeft de Spider een grote opslagcapaciteit. Elke lade heeft een laadvermogen van maximaal 2.500 kg en is geschikt voor plaatmateriaal met een afmeting tot 3.000 mm x 1.500 mm of 4.000 mm x 2.000 mm.
Logistiek is volgende stap
De Nederlandse maakindustrie staat bekend om haar moderne machinepark. Het aandeel lasersnijmachines in plaatbewerkingsbedrijven is de laatste tien jaar sterk gestegen. Deze lasersnijmachines hebben een hoge output. Dat vraagt echter veel van de logistiek rondom het plaatmateriaal om de maximale productiecapaciteit ook daadwerkelijk te kunnen benutten. Zandberg: “Metaalbedrijven hebben de laatste jaren sterk geïnvesteerd in moderne en snelle machines. Daarmee ontstaan veel uitdagingen met de aan- en afvoer van plaatmateriaal.
Machines kunnen dan wel krachtig en snel zijn, als de productieomgeving dit niet kan volgen, is de kans groot dat het proces wordt vertraagd of zelfs tot stilstand komt. Een efficiënte materiaalstroom is dus belangrijk om een hoog rendement te behalen. Je ziet bij veel bedrijven die met deze materiaalstroom worstelen dat ze hun kostbare vierkante meters vullen met omslachtige stellages om het materiaal op te slaan.”
Tegenwoordig ligt de nadruk niet zo zeer meer op de snelheid van een productiemachine, maar verschuift de aandacht steeds meer naar het complete productieproces met alle factoren die daar een onderdeel in zijn. Dit is deels ontstaan door de noodzaak van lean manufacturing en de hele trend rondom Industry 4.0. De opslag en de logistiek zijn vaak de knelpunten in het productieproces en daar is nog veel concurrentievoordeel te behalen.
Door de vele voordelen van een plaatmagazijn is een dergelijk systeem volgens aalbers|farina meestal binnen twee tot drie jaar terug te verdienen. Dit komt omdat het beschikbare vloeroppervlak beter te benutten is, waardoor er geïnvesteerd kan worden in de uitbreiding van het machinepark. Daarnaast hoeft er niet gezocht te worden naar materiaal omdat het magazijn gekoppeld kan worden met het ERP-systeem en zo exact bijhoudt wat de voorraad is. Dit heeft ook nog als voordeel dat overbodige inkoop geëlimineerd kan worden. Tevens zorgt een plaatmagazijn voor minder beschadigingen op het materiaal waardoor het percentage afkeur gereduceerd wordt.
Minder logistieke bewegingen
De Spider is evenals de Compact, Logic en de Cross uitgerust met een laadperron waar een heftruck materiaal kan opslaan en uitnemen. Omdat het platenmagazijn met een laadperron en een of meerdere losperrons werkt, kan het aantal heftruckbewegingen in de productieomgeving fors worden gereduceerd. “Voordat we in ons eigen plaatwerkbedrijf gebruik maakten van dit plaatmagazijn, reden meerdere heftrucks af en aan om materiaal van A naar B te brengen. Tegenwoordig hebben we dankzij de efficiëntie van het magazijn nog maar één heftruck in gebruik”, vertelt Aalbers.
Om het aantal logistieke bewegingen verder te reduceren gebruiken veel van onze klanten een vacuümheffer met zwenkarmkraan. Direct koppelen aan lasersnijmachines behoort ook tot de mogelijkheden. “Omdat we onze plaatmagazijnen modulair opbouwen, zijn ze eenvoudig aan te passen aan de wens van de klant. Sowieso gaan we flexibel om met klantspecifieke eisen. Veel klanten willen toch net iets anders, waardoor veel systemen die we uitleveren klantspecifiek zijn. We denken altijd mee met de klant en regelmatig komen daar ideeën uit die we later gebruiken om de magazijnen verder te verbeteren. Op dat vlak onderscheiden we ons echt als leverancier van langgoedmagazijnen en platenmagazijnen.
Dat we daarmee op de goede weg zitten merken we aan het snel groeiende aantal Duitse klanten.” Dankzij de ervaringen die ze opdoen in hun eigen plaatwerkbedrijf en door de nauwe samenwerking met klanten, zijn de magazijnen continu in ontwikkeling. Regelmatig komt er weer iets nieuws om de systemen sneller, degelijker en efficiënter te maken. Ook de software is inmiddels een belangrijke tak van sport.
Eigen besturing
Op softwaregebied heeft aalbers|farina vanaf het begin eigen gebruiksvriendelijke besturingen ontwikkeld. Met een touchscreen kan er snel en eenvoudig inzicht gegeven worden in het systeem. De nieuwste ontwikkeling is dat de besturing webbased is geworden. Hierdoor ontstaan er meer mogelijkheden om het magazijn te benaderen. De besturing van de toren is eenvoudig te koppelen aan een willekeurig ERP-systeem wat ideaal is voor voorraadbeheer en reststukregistratie.
Omdat de nieuwe besturing webbased is, is het mogelijk de besturing op verschillende devices in te zien en te bedienen. Zo kan een heftruckchauffeur bijvoorbeeld met behulp van een tablet alle benodigde informatie direct tot zich nemen en het magazijn bedienen. “Op dit moment zijn veel metaalbedrijven nog niet heel erg bezig met die Industry 4.0 transitie. Toch verwachten wij dat de industrie in de toekomst deze kant op zal moeten bewegen. Dat is ook de reden dat we nu dit soort ontwikkelingen op de markt brengen. En tevens is een actuele software cruciaal.
Onze magazijnen kunnen gemakkelijk 30 jaar mee gaan, maar dan moet de software wel constant up-to-date gehouden worden omdat de boel anders binnen tien jaar stil staat. Service op het gebied van software wordt in de toekomst een belangrijk onderdeel van onze dienstverlening”, besluit Zandberg.