Aandrijftechniek moet sprong naar digitalisering maken
Volgens ABN AMRO moeten bedrijven in de aandrijftechniek nú de sprong gaan maken naar digitalisering. Het zijn vooral de eindafnemers, zoals industriële producenten, die deze beweging afdwingen. Zij zijn bezig hun productielocaties om te vormen tot een ‘digitale fabriek’, waarbij alle processen digitaal aan elkaar worden geknoopt en waar alles continu wordt gecontroleerd en bijgestuurd.
Aandrijvingen bevinden zich overal. Ze zitten in de bagageloopbanden op luchthavens, in de sluizen en waterkeringen die onze voeten drooghouden en in de sorteermachines van postbedrijven. Op de meeste gebieden is de aandrijftechniek ‘volwassen’ en vindt er relatief weinig innovatie plaats. Innovatie in de branche komt momenteel vooral voort uit automatisering en procesbesturing.
Volgens ABN AMRO moeten bedrijven in de aandrijftechniek nu echter de sprong gaan maken naar digitalisering. Want grote afnemers als machinebouwers en industriële producenten streven naar een steeds hogere efficiency, minder stilstand en lagere onderhoudskosten. Dat betekent onder meer dat onderhoud aan aandrijvingen voorspelbaar moet zijn. Bij voorkeur wordt pas onderhoud gepleegd als het echt nodig is, in plaats van periodiek. Voor dit predictieve onderhoud zijn slimme aandrijfsystemen nodig die via sensoren data verzamelen, analyseren en interpreteren. Deze gebruiksdata ontbreken bij veel mkb’ers, in tegenstelling tot grote, internationale fabrikanten die volop investeren in sensortechnologie, simulatie en big data-analyse. Hiermee hebben zij volgens ABN AMRO een steeds grotere voorsprong op kleinere spelers in de branche.