Aantal nieuwe orders daalt – NEVI PMI juni 50.7
Met een score van 50.7 daalde de NEVI PMI naar het laagste cijfer in zes jaar. Hiermee is het laagste punt bereikt sinds de start van de huidige periode.
Het aantal nieuwe orders daalde voor het eerst in 6 jaar. Dit gebeurde ondanks een grotere stijging van de nieuwe orders in de subsector consumptiegoederen. Het aantal nieuwe exportorders bleef grotendeels gelijk. De productieomvang steeg in de kleinste mate sinds juni 2013 en bleef vooral op peil door het wegwerken van achterstanden. De daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk was dan ook de grootste sinds februari 2015. De onverkochte productievoorraad nam voor de achtste keer in negen maanden toe. De inkoopactiviteiten namen voor de eerste keer sinds februari 2016 af, en wel in de grootste mate in 6 jaar. De voorraad ingekochte materialen bij de bedrijven daalde voor de tweede achtereenvolgende maand.
De werkgelegenheid bleef toenemen, zo blijkt uit de nieuwe cijfers van NEVI PMI. Echter deze maand in de geringste mate sinds het begin van de huidige periode van groei. De inkoopprijsinflatie daalde voor de vierde keer in vijf maanden en was de laagste sinds september 2016. Bij de verkoopprijzen bleef de inflatie net boven het langetermijngemiddelde, maar was deze wel de op een na laagste sinds november 2016. De verwachtingen voor de toekomstige productie stegen naar het hoogste niveau in vijf maanden. Bovendien was dit de scherpste stijging ooit. “Buiten heersen er tropische omstandigheden, maar de PMI opleving van vorige maand was helaas nog niet de spreekwoordelijke zwaluw voor een mooie zomer”, aldus Bart Vos, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de Universiteit van Tilburg. “De NEVI PMI is namelijk verder gedaald, van 52.2 in mei naar 50.7 in juni. Daarmee begint het kritische punt van 50.0 akelig dichtbij te komen. Maar goed, er is nog steeds sprake van groei en dat is al circa zes jaar het geval. Het is in deze periode van een groeiende economie wel het laagste PMI cijfer. Een nadere analyse van de PMI cijfers laat een wisselend beeld zien. Het minder positieve nieuws is dat het aantal nieuwe orders voor het eerst in zes jaar (licht) daalde en dat ondanks een stijging in de sub-sector consumptiegoederen en een stabilisatie in het aantal nieuwe exportorders. Bedrijven hebben hun productiepeil grotendeels op peil kunnen houden door het wegwerken van achterstanden. De daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk was de grootste sinds begin 2015. Enigszins zorgelijk is verder de grootste daling van inkoopactiviteiten in zes jaar. De daling in juni komt voor een groot deel op het conto van de sub-sector halffabricaten. Vanuit ketenperspectief is dit zeker zorgelijk aangezien halffabricaten een belangrijke schakel vormen in mondiale ketens. Positief nieuws is er te melden over de Toekomstige Productie PMI deelindex. Vorige maand was er nog sprake van een daling naar het laagste niveau sinds 2013. In juni was er voor het eerst in 5 maanden sprake van een opleving, een stijging met maar liefst 4.7 punten. Bedrijven hebben dus kennelijk weer een zonniger kijk op de productieomvang voor komend jaar. Factoren die genoemd worden ter verklaring van dit optimisme zijn nieuwe producten, grotere budgetten en, toch wel verrassend, een opleving van de export. Bij dat laatste is mogelijk de wens de vader van de gedachte, de internationale PMI cijfers zijn nog steeds niet erg rooskleurig. De PMI van de Eurozone zit nog steeds ruim onder de 50 (47.7 in mei), met wel een lichte opleving voor Duitsland. Het Duitse cijfer van 45.4 in juni (ten opzichte van 44.3 in mei) is echter nog steeds ruim beneden de 50.0 grens. De PMI van een andere belangrijke exportmarkt voor het Nederlandse bedrijven, het Verenigd Koninkrijk, liet een scherpe daling zijn: van 53.1 in april naar 49.4 in mei. Ook in de VS daalt de PMI al een aantal maanden vrij scherp, maar bleef in mei met 50.5 nog wel net in de groeizone. Deze ontwikkelingen verklaren wel waarom NEVI PMI respondenten in juni melding maakten van een zwakke vraag uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Kortom, het blijven economisch gezien spannende tijden, met binnen de PMI dus positieve en minder rooskleurige ontwikkelingen. De zomer wordt qua nieuws vaak ‘komkommertijd’ genoemd, maar het blijft interessant en relevant om de PMI nationaal en internationaal te blijven volgen.
Productie-index
De Nederlandse producenten verhoogden in juni opnieuw hun productie en hiermee komt de huidige recordperiode van groei op vierenzeventig maanden. Dit was echter wel de kleinste toename sinds juli 2013. De groei was het gevolg van een verdere sterke stijging in de subsector consumptiegoederen, aangezien de producenten van halffabricaten en investeringsgoederen dalingen noteerden.
Productie niet gereed index
Het gebrek aan orders in juni leidde tot een verdere daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk. Dit was de vijfde daling in de eerste zes maanden van dit jaar. Deze laatste daling was bovendien de grootste sinds februari 2015. Er was in alle drie subsectoren sprake van kleinere achterstanden en de grootste daling werd genoteerd door de producenten van consumptiegoederen.
Werkgelegenheid-index
De seizoensmatig aangepaste Werkgelegenheid index bleef in juni opnieuw boven de 50.0 en hiermee komt de huidige recordperiode van groei op tweeënvijftig maanden. Dit wijst op een voortgaande banencreatie in de Nederlandse industrie. De groei van de personeelsbestanden in deze onderzoeksperiode was echter een van de kleinste in de huidige periode van groei. In tegenstelling tot de algemene tendens was er in juni bij de producenten van halffabricaten sprake van een lichte krimp van de personeelsbestanden.