Benchmark Verspanen: Acht op tien verspanende bedrijven komt moeilijker aan vakmensen
Ongeveer 80 procent van de verspanende bedrijven in Nederland vindt dat het moeilijker is geworden geschikte medewerkers aan te trekken. Zo’n 60 procent verwacht dat dit in 2017 nog lastiger zal worden. Desondanks blijft de sector weinig investeren in scholing van de huidige medewerkers. Dit zijn enkele conclusies uit de Benchmark Verspanen 2017. Deze toont verder aan dat de koplopers opnieuw dubbel zo hard groeiden. En zij weten hun winstmarge op peil te houden, waar deze voor de sector als geheel is afgenomen.
Tijdens een discussie met een expertpanel bij verspanend bedrijf Jatec / Wilting in Leerdam is de tweede Benchmark Verspanen gepresenteerd. Opnieuw hebben Koninklijke Metaalunie, het online vakblad Made-in-Europe en Jaarbeurs / ESEF de verspanende industrie in Nederland langs de meetlat gelegd. Begin dit jaar is online een uitgebreide vragenlijst uitgezet. Gemiddeld beschikken de bedrijven in deze sector over 10 tot 25 CNC machines jonger dan 10 jaar. Met 54 procent is de machinebouw de grootste afzetmarkt, gevolgd door agro-foodindustrie (25 procent); automotive (23%) en hightech en semiconductor (20%). De omzet groeide gemiddeld met 9,1%.
Marge koplopers flink hoger
Voor het eerst is in de Benchmark Verspanen 2017 naar de winstgevendheid van de bedrijven gekeken. De koplopers (bovengemiddelde omzet- en winststijging in 2015 en 2016) hebben een veel hogere marge (winst voor belastingen) dan het gemiddelde in de sector: 11,4% tegen 6,0%. Opvallend is het lage aantal spindeluren in de sector: 55% van de bedrijven zegt dat ze maximaal 40 spindeluren per machine per week maken. Liefst 79% zegt dat het vorig jaar moeilijker is geworden om goede vakmensen te vinden. En 60% verwacht dat het dit jaar nog lastiger zal worden. Dat kan gevolgen hebben voor de salarissen: 63% verwacht dat de krapte de salarissen zal opdrijven. De grootste uitdagingen zijn doorlooptijdverkorting, de complexiteit van producten en hogere nauwkeurigheid.
Meer aandacht voor procesbeheersing
Deze uitdagingen verbazen Dirk Dona van Bakker FM, een van de panelleden. “Doorlooptijdverkorting is het resultaat van andere zaken. Van aandacht voor scholing, complexiteit en investeren in nauwkeurigere machines. Dan komt doorlooptijdverkorting vanzelf.” Ton van de Broek van Kusters Goumans vraagt zich af waarom zoveel bedrijven investeren in robotisering, terwijl hun spindels minder dan 40 uur in de week draaien. Hij vindt dat bedrijven eerst hun processen helemaal op orde moeten hebben, dan pas zouden ze moeten automatiseren. De reden dat de koplopers het zoveel beter doen, is volgens hem dat zij focus hebben. “Kleinere toeleveranciers willen alles, zeggen nergens nee tegen. Je moet echter de juiste branches selecteren, daar op investeren om steeds te verbeteren.”
Rob van der Werff, adviseur bij Koninklijke Metaalunie: “Bedrijven maken te weinig gebruik van de mogelijkheid om met bedrijfstijdverlenging (bijvoorbeeld verschoven uren) de machines méér uren op een dag te laten draaien en zo meer rendement uit de machines te halen.”
Meer aandacht scholing medewerkers
De panelleden zijn het roerend met elkaar eens dat de bedrijven te weinig investeren in scholing. 6% doet dat helemaal niet; een op de drie minder dan vier uur per medewerker. Gemiddeld besteedt de helft van de bedrijven minder dan één dag aan scholing per medewerker per jaar. Volgens Michiel Jansen van het opleidingsfonds voor de metaal (OOM) zouden bedrijven veel meer moeten investeren in het bieden van perspectief aan hun
De volledige Benchmark Verspanen 2017 is opgenomen in het Jaarboek Verspanen dat komende week in een oplage van 5.200 exemplaren wordt verspreid. De printeditie van het Jaarboek Verspanen 2017 kan vanaf vandaag nabesteld worden via onze webshop!