Akkoord cao Metalektro: meer zeggenschap en loon
De circa 140.000 medewerkers in de grootmetaal krijgen meer zeggenschap over hun eigen werktijden en 5,9% meer loon in 3 jaar. Dat staat in het principe akkoord voor de cao Metalektro dat de vakbonden en werkgeversorganisatie FME vannacht hebben gesloten.
De metaalwerkers van metaalgieterijen, scheepsbouw, truckbouw en automobielindustrie krijgen hun eerste loonsverhoging van 2,1% al op 1 april. Daarna volgt in 2017 een verhoging van 2,25% en in 2018 1,55% tot een totaal van 5,9%, plus 1,1% aan eenmalige uitkeringen. De looptijd van de cao is 37 maanden, van 1 mei 2015 tot 1 juni 2018. De cao is pas definitief als de vakbondsleden het principeakkoord hebben goedgekeurd. Ook FME zal het akkoord voorleggen aan de leden. Dat zal op zeer korte termijn gebeuren.
Wendbaarheid bedrijven vergroten
Eerste onderhandelaar Peter Bongaerts van FME spreekt van ‘een marktconforme loonontwikkeling’ van 1,9% op twaalfmaands basis. Hij wijst daarnaast vooral op de afspraken die zijn gemaakt om de wendbaarheid van de bedrijven te vergroten. In het akkoord is afgesproken dat de grens voor ontziemaatregelen wordt opgeschoven van 55 jaar naar 56 jaar en dat 56-plussers kunnen worden verplicht om over te werken (5 uur per 4 weken). Daarnaast kunnen bedrijven alle ADV-dagen terugkopen. Bongaerts: “Deze afspraken vergroten de wendbaarheid en slagkracht van bedrijven en medewerkers. Dat is gunstig voor de concurrentiekracht van de bedrijven en zorgt voor behoud van de werkgelegenheid.”
‘Staken helpt’
Met het principeakkoord is er een einde gekomen aan de stakingen, die al negen maanden door het hele land werden gehouden. FNV Metaal en CNV Vakmensen hebben samen lang actiegevoerd en onderhandeld voor het akkoord in de grootmetaal. Jos Brocken, onderhandelaar FNV Metaal: “Staken helpt, dat blijkt uit deze cao. Dit cao-resultaat bewijst dat het in de metaal om mensen gaat en niet alleen over machines. Metaalwerkers krijgen meer zeggenschap over hun eigen werktijden en vrije tijd, dat was voor onze leden een keiharde eis. Net zoals de mogelijkheid om vaker te kunnen kiezen voor een vierdaagse werkweek, zodat ze beter in staat zijn gezond hun pensioen te halen. Met de loonsverhogingen bereiken we een echte verbetering van de koopkracht en ook voor jongeren hebben we een mooie verhoging afgesproken. Er zijn over een breed terrein afspraken gemaakt, die een basis zijn voor modernisering van de arbeidsverhoudingen in de metaal.”
Ontwikkeling
Peter de Jong, onderhandelaar CNV Vakmensen: “Ik vind van groot belang dat werknemers geld krijgen om zich te ontwikkelen, vooral als die ontwikkeling zich richt op een andere dan de huidige functie. Of zelfs buiten de sector. Een werknemer mag 1.500 euro inzetten voor zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling. We hebben nu bovendien bereikt dat de werkgevers, naast die persoonlijke vouchers, 2 miljoen euro uittrekken voor opleiding van medewerkers. En er is zelfs ruimte voor uitbreiding, mocht dat nodig zijn.”
Sociale innovatie
Digitalisering, robotisering en ict veranderen de wereld om ons heen razendsnel. Deze ontwikkelingen gaan volgens FME de nodige effecten hebben op arbeid. Heel veel beroepen zullen verdwijnen, maar daar komen ook nieuwe banen voor terug, waar andere vaardigheden en kennis voor worden gevraagd. FME noemt het daarom van groot belang dat werkgevers en vakbonden actie ondernemen en nadenken over de wijze waarop huidige en toekomstige medewerkers worden meegenomen in deze ontwikkelingen en, als dat niet mogelijk blijkt te zijn, hoe vormgegeven kan worden aan werkzekerheid. Bongaerts: “Geen bedrijf en geen medewerker kan het zich permitteren om te blijven doen wat hij gisteren deed. Daarnaast is de (inter)nationale concurrentie sterk. Dit onderkennen de vakbonden ook. Alleen verschillen wij van inzicht hoe we met deze snelle veranderingen en concurrentiedruk moeten omgaan. Desondanks hebben we wel afspraken kunnen maken waarmee we een begin maken met de noodzakelijke vernieuwing van de collectieve arbeidsvoorwaarden. Samen met de vakbonden gaan we een programma ontwikkelen waarin sociale innovatie binnen de bedrijven centraal staat.”