‘Arbeidsmigranten zijn onmisbaar in de metaal’
“Als alle arbeidsmigranten morgen het werk zouden neerleggen, heeft de metaalsector in Nederland een groot probleem.” Dat zegt Hans Evers, directeur van Marquette Detachering in Almelo. Via zijn organisatie zijn zo’n 700 mensen, vooral Polen en Hongaren, bij bedrijven in Oost-Nederland aan het werk. Evers verwacht de komende jaren geleidelijk aan door te groeien naar 1000 à 1200 mensen.
Hans Evers is kort na de eeuwwisseling met zijn detacheringsbureau begonnen en richtte zich aanvankelijk uitsluitend op de metaal. Vrij snel groeide Marquette naar zo’n 250 à 300 mensen, maar door de crisis werden dat er ineens 150 minder. Die lastige periode duurde tot eind 2010, begin 2011. Sindsdien is Marquette ieder jaar gegroeid met tussen de 50 en 100 mensen. En die groei zet nog steeds door, mede doordat Marquette de dienstverlening breder heeft getrokken. Maar de metaal is altijd het belangrijkste specialisme gebleven. “We beschikken over zo’n 250 gecertificeerde lassers voor alle lasprocessen en kunnen daardoor eigenlijk binnen een week aan een personeelsvraag voldoen. Of het moet wel een heel specifieke vraag zijn”, zegt Evers. “Alle grote staalbouwbedrijven in Oost-Nederland hebben mensen van ons. We hebben klanten die al zeker 10 jaar Polen aan het werk hebben. Die zijn daar helemaal aan gewend en op ingericht. Vaak hebben ze 2-talige werkinstructies.”
Goede organisatie
De voornaamste redenen voor de groei zijn de goede organisatie en de marktomstandigheden. “Een goede organisatie is de basis”, zegt Evers. “We onderhouden nauwe banden met onze mensen. Ze weten dat het loon, het wonen en de sociale aspecten bij ons goed zijn geregeld. Dat geeft hen een warm gevoel en daarom komen ze graag.”
Marquette beschikt op Villapark Het Lageveld in Hoge Hexel bijvoorbeeld over eigen huisvesting. Samen met de gemeente zijn de vakantiewoningen op dit recreatiepark omgebouwd naar flexwoningen voor de arbeidsmigranten. Ook worden de mensen uit Polen en Hongarije op de juiste manier beloond. “Ze verdienen hier twee tot drie keer zo veel als in hun eigen land. We zorgen ook zelf voor vaktechnische opleidingen en taalcursussen en hebben allemaal jobcoördinators in dienst die de mensen begeleiden.”
Tekort aan vakmensen
Maar ook door de marktomstandigheden heeft Marquette de wind in de zeilen. De metaal heeft het hartstikke druk, maar de bedrijven moeten wel enorm op hun kosten letten om ook nog wat te verdienen. Als er geen werk is willen werkgevers geen mensen hebben en als er wel werk is moet men snel over goede vakmensen kunnen beschikken. Ook door de huidige wet- en regelgeving is men huiverig voor vast personeel en dat leidt tot een grote vraag naar flexibel personeel. Daar komt bij dat Nederlandse vakmensen niet of nauwelijks voorhanden zijn. “Dat wordt alleen maar een groter probleem”, zegt Evers. “Er komt wel meer belangstelling voor technische opleidingen, maar de achterstand is heel groot. De aantallen mensen die de laatste jaren van de opleidingen zijn gekomen, zijn dramatisch laag. Wie leert er in Nederland nu nog voor lasser? Terwijl daar toch niks mis mee is. Je kunt er best een leuke boterham mee verdienen. We worden hoogopgeleid volkje, maar alleen van kennis kunnen we niet bestaan. Er moet ook nog gewoon werk worden gedaan, ook al zal de robotisering heus wel doorzetten. Want je kunt niet de hele branche automatiseren, er zal altijd een stukje handwerk/maatwerk nodig zijn.”
En dus zal er een aanvulling met arbeidsmigranten nodig zijn. Daar is volgens Evers helemaal niks mis mee. “De arbeidsmigranten komen graag en hun arbeidsethos is hoog. Daar kunnen veel Nederlanders een voorbeeld aan nemen.”