Barbas Bellfires installeert tweede robot lascel
Bij kachelproducent Barbas Bellfires in Bladel is vorig jaar een eerste lasrobot geïnstalleerd om een betere doorstroming te krijgen. De doorloopsnelheid en kwaliteit van het laswerk werden hierdoor dusdanig verbeterd, dat er eind april een tweede installatie, een ArcWorld robot lascel, aan is toegevoegd.
Barbas Bellfires produceert op jaarbasis tussen de 15.000 en 16.000 kachels. Dit gebeurt compleet in eigen beheer door de 160 werknemers. Mark Spijkers, manager Operations vertelt: “We doen alles zelf. Er is een R&D afdeling, verkoop binnen- en buitendienst, inkoop, bedrijfsbureau en productie. De productie bestaat uit het snijden, buigen en lassen van staal, complete natlakinstallatie, prefab assemblage, montage en expeditie.”
Dat is niet altijd zo geweest. Jaren geleden vond veel productie in lagelonenlanden plaats en werden flinke voorraden aangehouden. Een intensief en langjarig verbetertraject heeft geresulteerd in een ordergestuurde productie in eigen huis. Hiervoor worden onder meer negen kantbanken en vier lasers ingezet.
Alles gericht op doorstroming
Na het snijden en buigen is de volgende stap in het proces het lassen. De lasserij is 2 jaar geleden meegenomen in het verbetertraject. Dat resulteerde in de investering in een eerste lasrobot, waarbij de keuze op Yaskawa viel. Intern werd voorheen wel handmatig gelast maar zeker twee of drie toeleveranciers lasten rompen met robots, dus dat kon Barbas Bellfires zelf ook. Het eerste lasrobot portaal is best groot voor een relatief klein product. Hierin wordt de bedrijfsfilosofie gelijk duidelijk: alles is op doorstroming gericht, aan een kant wordt robot geladen, aan de andere kant uitgeraapt. Er is eenrichtingsverkeer in de hele fabriek.
De tweede robot werd een Yaskawa ArcWorld lascel, de grootste maat. Er werd eerst gekeken naar een kleine lascel maar uiteindelijk werd toch gekozen voor een paar maten groter, die voor een klein prijsverschil veel meer flexibiliteit biedt. Hierin kunnen kleine onderdelen maar ook rompen gelast worden.
Godsgeschenk
“De robots zijn een godsgeschenk omdat het zo moeilijk is om aan goede lassers te komen,” aldus Mark Spijkers. “En toch hebben we even veel lassers in dienst als voorheen. Onze meest ervaren lassers worden opgeleid tot robotprogrammeur, maar een robotoperator hoeft geen lasser te zijn.” De lasserij bestaat al jaren uit ruim 25 werknemers maar vanwege het inbesteden dankzij de lasrobots kan er met hen veel meer worden geproduceerd. Er wordt echt in enkelstuks geproduceerd, alleen wat naar de spuiterij moet om gelakt te worden, op klantorder. Een lasrobot biedt veel voordelen: hij is nooit ziek, is er altijd, last altijd, levert altijd dezelfde kwaliteit en geeft uiteindelijk een stuk capaciteitsuitbreiding om meer laswerk in te besteden.
Simpele onderdelen waaruit een romp wordt opgebouwd liggen wel op voorraad in de lasserij, anders kan er nooit zo snel een romp worden gebouwd. “Als je zelf ontwikkelt, buigt en snijdt, heb je alles zelf in de hand. Alles wordt hier ontwikkeld, dus als de productontwikkelaar met een nieuw product bezig is en het prototype wordt gebouwd, ontstaat er gelijk een gesprek tussen hem en de laseroperator, de lasser en de kanter. Dus die wisselen ideeën uit en boren verbeterpotentieel aan. Het effect daarvan is gigantisch. Verbeteringen kunnen gaandeweg gelijk doorgevoerd worden”, vertelt Spijkers.
Mensen maken het verschil
Ondanks de automatiseringsslag zijn er niet minder mensen nodig. Maar de mechanisatie maakt het werk wel aangenamer. Barbas Bellfires is altijd op zoek naar vakmensen. “Robots, lasers en kantbanken maken niet het verschil; wel de mensen die de machine bedienen of programmeren”, zegt Spijkers. “Yaskawa pakt dat goed op in het voortraject door te zeggen: we kunnen hier net zoveel robots neerzetten als je wilt maar dan begint het pas. Je moet leren werken met die robot. Je bent maanden bezig totdat je die stappen gezet hebt. Aan het buigen, snijden worden ook andere kwaliteitseisen gesteld wil die robot goed kunnen functioneren. Als je daar in het voortraject telkens goed op gewezen wordt, word je niet verrast. Je moet niet denken, ik zet een kostbare machine neer en ik heb geen probleem meer, dat is niet waar. Met onze allereerste laser hebben we er maanden over gedaan om ermee te leren werken. De nieuwste laser werd neergezet en was gelijk productief.”