Brexit biedt kansen voor industriële exporteurs binnen de EU
Hoewel de brexit voor de Nederlandse economie per saldo negatief zal uitpakken, biedt deze ook kansen voor exporterende bedrijven in de maakindustrie en de hightech industrie. Dit blijkt uit een nieuw rapport van het ING Economisch Bureau.
De Britse goederenexport naar de EU bedraagt 175 miljard euro en bestaat vooral uit producten uit de chemie, maakindustrie en hightech industrie. In die branches kunnen Nederlandse exporteurs na de brexit hun positie ten opzichte van in het VK gevestigde concurrenten versterken omdat zij blijven profiteren van de Europese interne markt en eventuele verdergaande economische integratie. Het VK zal na het vertrek uit de EU, afhankelijk van de uitkomst van onderhandelingen over een handelsverdrag, in meer of mindere mate tegen handelsbelemmeringen aanlopen.
Noord-Brabant en Overijssel
Noord-Brabant en Overijssel kennen van de industriële provincies de sterkste specialisatie in de maak- en hightech industrie. Op voorhand maken bedrijven in deze regio’s daarom de grootste kans om te profiteren van een zwakkere concurrentiepositie van Britse bedrijven. Verder zijn Noord-Brabant en Overijssel ook interessant als vestigingslocatie voor bedrijven die (hoogwaardige) industriële activiteiten naar een locatie binnen de EU willen verplaatsen.
Thijs Geijer, ING regio-econoom: “Wij verwachten dat de algehele impact van de brexit voor de Nederlandse economie negatief is. In specifieke gevallen en regio’s doen zich echter ook kansen voor. De Britten exporteren voor ruim 280 miljard euro aan goederen en diensten naar de EU en na de uittreding valt daar voor Nederlandse bedrijven wat te halen.”
Link naar het volledige rapport in pdf