Cao-overleg opgeschort; lonen grootste probleem
Werkgevers en werknemers zijn er niet in geslaagd om tijdens de laatste reguliere onderhandelingsronde tot een akkoord voor de nieuwe cao Metaal & Techniek te komen. Het verschil zit vooral op loon.
FNV Metaal noemt het openingsbod dat de werkgevers hebben gedaan beneden peil. De bond spreekt van een onoverbrugbaar verschil. (Illustratie: FNV Metaal).
Werkgevers bieden per 1 juli 2024 5% en per 1 februari 2025 1,25% over een periode van 15 maanden. Dit zit ver van de inzet van de bonden af. Die zijn de onderhandelingen ingegaan met een looneis van 10% per 1 april. De huidige cao Metaal & Techniek loopt af per 1 april 2024.
‘Loonvoorstel vakbonden niet acceptabel’
Cao-onderhandelaar Ron Follon van de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT): “Voor werkgevers is het loonvoorstel van de vakbonden niet acceptabel. Ondernemers kunnen dit simpelweg niet dragen. We bieden een stevige loonstijging. Tegelijkertijd houden we rekening met de draagkracht van werkgevers die te maken hebben met een afkoelende economie.”
Ultieme poging op 9 april
FNV Metaal noemt het openingsbod dat de werkgevers hebben gedaan beneden peil. De bond spreekt van een onoverbrugbaar verschil, wat ertoe heeft geleid dat er op 28 maart, de laatste onderhandelingsdag die eigenlijk al een reserve-ronde was, niet verder meer onderhandeld kon worden. Zowel werkgevers als werknemers hebben vastgesteld dat zonder extra mandaat van de achterbannen verder onderhandelen geen zin heeft. Werkgevers gaan in beraad of ze nog ruimte kunnen vinden. Mocht er volgens de achterbannen voldoende ruimte zijn om de onderhandelingen te hervatten, dan komen de onderhandelende partijen weer bij elkaar op 9 april voor een ultieme poging.
Ingeleverd op koopkracht
“We vinden de houding van de werkgevers teleurstellend”, zegt FNV Metaal. “We hebben de afgelopen cao-periode fors ingeleverd op koopkracht en hier lijken werkgevers geen boodschap aan te hebben. We willen ze een ultieme poging bieden om tot een fatsoenlijk resultaat te komen, zodat we er alles aan gedaan hebben om zonder acties tot een akkoord te komen. Ook wij zullen met onze cao-commissie in gesprek gaan of we verder kunnen.”
Jeugdschalen
Werkgevers en vakbonden verschillen ook van mening over de jeugdschalen. Vakbonden willen de jeugdlonen afschaffen en jeugdigen meteen indelen in de vakvolwassen schalen. Werkgevers willen dit niet. Zij benadrukken dat jeugdigen nog bezig zijn met hun opleiding en dus nog niet vakvolwassen zijn. Werkgevers houden vast aan hun voorstel om de paritaire commissie Jeugdlonen voort te zetten. Follon: “De reikwijdte van het onderzoek door deze commissie wordt uitgebreid naar de bbl-lonen. Ook zal de commissie de effecten op de arbeidsmarkt en de kosten- en inkomenseffecten in beeld brengen.”
Leeftijdsafhankelijke regelingen
Werkgevers en vakbonden kijken ook anders aan tegen het leeftijdsonafhankelijk maken van de cao-regelingen. Werkgevers stellen voor om de staffel van de seniorendagen te laten beginnen op 58 jaar. In ruil daarvoor worden seniorendagen toegekend tot aan de AOW. “Hiermee groeit de ingangsdatum van de ontzie-maatregelen mee met de toegenomen vitaliteit van oudere werknemers”, zegt Follon.
Regeling Vervroegd Uittreden
Er lijkt tussen werkgevers en vakbonden wel een basis te zijn om tot overeenstemming te komen over de regeling vervroegd uittreden (RVU). Deze regeling maakt het mogelijk om werknemers drie jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd uit te laten treden. De werknemer krijgt dan een uitkering van de stichting RVU. Follon: “Als we tot een akkoord komen, zijn werkgevers bereid om de premiebetaling in 2025 voort te zetten.”