Disselhorst Metaal ziet uitdaging in panelen
Disselhorst Metaal brengt een eigen product op de markt: een lichtgewicht sandwich paneel van plaatmateriaal met een papieren honingraat kern. De toeleverancier uit Raalte zoekt hiermee niche markten op, die behoefte hebben aan sterk materiaal met een hoge stijfheid voor een gunstige prijs.
Disselhorst maakt plaatwerk voor de machinebouw, carrosseriebouw, interieurbouw en landbouw. Begin 2012 is het bedrijf overgenomen door Guido Slump, die voortdurend op zoek is naar mogelijkheden om het maximale rendement uit zijn machinepark te halen. Bovendien ziet hij het als een taak van Disselhorst om plaatbewerkingstechniek te ontsluiten voor de klanten. “Daar ligt onze uitdaging”, zegt Slump. “Wij zijn een technology enabler. Vanuit onze grote technische kennis willen we onze klanten steeds voorzien van nieuwe ideeën.”
Moderne buigautomaat
Een van die nieuwe ideeën is het sandwich paneel. Slump en zijn medewerkers kwamen hierop omdat ze op zoek waren naar mogelijkheden om de moderne volautomatische buigautomaat van Salvagnini in het machinepark beter te benutten. Hiermee kan plaatwerk in veel verschillende vormen en dimensies worden gezet. De machine heeft geen moeite met gecompliceerde bewerkingen, zoals lasranden, omslagen en verborgen of gesloten zettingen, maar hier werd in de praktijk te weinig mee gedaan. Om daar verandering in te brengen hebben enkele medewerkers een training gehad.
Tegelijkertijd ziet Disselhorst in de markt een grote behoefte aan lichtgewicht construeren. De combinatie van die behoefte met de mogelijkheden van de buigautomaat heeft nu geleid tot de panelen, die samen met enkele partners zijn ontwikkeld. Zo kwam Henkel met suggesties voor het verlijmen van het kernmateriaal aan het plaatmateriaal. Slump: “Panelen vormen een gigantische markt, maar 99 procent daarvan is bouw gerelateerd en vooral gericht op isolatie. Wij richten ons met deze panelen echter op markten die puur op zoek zijn naar sterkte en stijfheid voor een gunstige prijs. We denken aan de machinebouw en de interieurbouw waar behoefte is aan designmogelijkheden om met veel slanke onderdelen toch sterkte realiseren. In de transportmiddelenindustrie is lichtgewicht ook een issue. We zijn bezig met partijen om applicaties te ontwikkelen. Onze capaciteit biedt daarvoor veel mogelijkheden. We produceren niet alleen de panelen, maar kunnen er ook details aan toevoegen, waardoor ze constructief makkelijk zijn te gebruiken.”
Poedercoating op hoger niveau
Ook in de poedercoat afdeling van Disselhorst zijn er volop ontwikkelingen. Toen Slump het bedrijf overnam was deze afdeling aan een revisie toe. Deze is eind vorig jaar gerealiseerd. Ook hier zijn de inspanningen gericht op maximaal rendement. Zo is een eigen spuitcabine met een snelle kleurwisseling ontwikkeld en is er een poeder terugwininstallatie ingebouwd. Belangrijk is ook de nieuwe power & free kettingbaan. Hierdoor kunnen de producten los worden gekoppeld van de baan en kunnen ze op een soort rangeerterrein worden voorbereid. “Dat maakt je flexibel”, zegt Slump. “We hebben de wisseltijden enorm terug kunnen brengen en benutten nu met minimale bezetting veel capaciteit.”
Ook is Disselhorst op poedercoat gebied een kwaliteitsslag aan het maken. De cleanroomfaciliteiten zijn al voldoende om aan een klant in de ASML-keten te mogen leveren. “We kunnen heel snel nauwkeurige delen leveren, schoon en verpakt”, zegt Slump. “Daardoor groeien we ook in de medische hoek. We zien daar goede kansen en willen daarom met onze poedercoatlijn nog een stap maken om volledig stofvrije coatings te kunnen leveren. We maken van de hele poedercoatruimte een stofvrije ruimte door filters voor alle openingen te plaatsen. Dat doen we in etappes. Daar hoort ook de voorbehandeling (ontvetten) bij. We gaan twee voorbehandelingen in de lijn mogelijk maken, waarmee we onze mogelijkheden in aluminium versterken.”
Lasrobot in aantocht
Een derde ontwikkeling doet zich voor bij het lassen van kleine series. Disselhorst Metaal legt al jaren alles wat er wordt gemaakt vast in nauwkeurige 3D tekenmodellen. Dankzij acht licenties van HiCAD weet men heel goed hoe een object eruit ziet. Slump: Bij lasrobots is de programmeertijd een probleem in vergelijking tot de bewerkingstijd. Daarom worden lasrobots vaak alleen toegepast bij grote series. Maar met het beter worden van de 3D modellen in combinatie met nauwkeurige multifunctionele opspangereedschappen, waardoor niet meer voor elke toepassing een aparte mal gemaakt hoeft te worden, is in theorie offline programmeren mogelijk. Hier gaan we het komende half jaar een project aan wijden met een aantal afstudeerders. Het doel is een systeem op te zetten dat waarmee het inzetten van een lasrobot voor kleine series mogelijk wordt. Daarbij is het de kunst om in heel korte tijd een offline programma te maken. Als dat lukt, dan komt hier een lasrobot.”