Doorpakken of achterblijven? Afwachten met AI is geen optie meer
AI is in 2025 meer dan een hulpmiddel voor de maakindustrie: het wordt een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie. Tegen 2030 zal AI zelfs volledig geïntegreerd zijn in systemen zoals ERP-platforms en IoT-apparaten.
Wie digitale transformatie, AI-adoptie en investeringen in de arbeidsmarkt bovenaan de agenda zet, plukt daar straks de vruchten van, aldus onderzoek van IFS, producent van bedrijfssoftware.
Dit zegt IFS, producent van bedrijfssoftware, op basis van recent onderzoek. Maggie Slowik en Andrew Burton, Global Industry Directors bij IFS, destilleren uit dit onderzoek vier trends die dit jaar bepalend gaan zijn voor de sector. “Van AI-integratie tot circulaire productie: de toekomst biedt zowel uitdagingen als kansen”, zeggen zij.
De rol van Industrial AI
Hoewel AI al lange tijd beschikbaar is, blijft de adoptie ervan in de maakindustrie achter. Veel bedrijven worstelen met uitdagingen zoals datakwaliteit, onduidelijke voordelen en regelgeving. Bedrijven die deze obstakels overwinnen ervaren echter aanzienlijke waarde van AI. AI helpt bij het optimaliseren van productieprocessen, verbeteren van energiemanagement en efficiënter plannen van onderhoud. Dit leidt tot minder stilstand, lagere kosten en hogere operationele efficiëntie. Maakbedrijven die AI omarmen kunnen sneller inspelen op marktveranderingen en producten in kortere tijd te ontwikkelen.
Een fabrikant kan bijvoorbeeld de tijd tot marktintroductie halveren dankzij AI-gedreven ontwerpen en simulaties. Slowik en Burton stellen dan ook dat AI in 2025 meer dan een hulpmiddel is: het wordt een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie. “Tegen 2030 zal AI zelfs volledig geïntegreerd zijn in systemen zoals ERP-platforms en IoT-apparaten. De industrie moet erkennen dat innovatie altijd risico’s met zich meebrengt. Risico’s nemen is niet vanzelfsprekend in de sector, maar afwachten is geen optie meer.”
GenAI verandert de werkvloer
De opkomst van generatieve AI, ofwel GenAI, heeft volgens Slowik en Burton ook een aanzienlijke impact op de arbeidsmarkt. Waar Industrial AI de processen en systemen van een organisatie optimaliseert, maakt GenAI het mogelijk om routinetaken te automatiseren en werknemers te ondersteunen bij besluitvorming. Dit resulteert in een hybride werkplek waar menselijk inzicht en AI-handelingen hand in hand gaan. Met GenAI krijgen werknemers sneller toegang tot de benodigde data, waardoor ze sneller beslissingen kunnen nemen. Bovendien biedt GenAI werknemers ruimte om zich te richten op strategische taken, terwijl AI de administratieve taken afhandelt. “GenAI biedt huidige en nieuwe werknemers de kans om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen, en zo de kenniskloof waar mogelijk te verkleinen. Tegelijkertijd gaan steeds meer productiesystemen op AI draaien, en moeten bedrijven investeren in trainingen die medewerkers op hierop voorbereiden”, aldus IFS.
Circulaire productie de nieuwe norm
Een andere trend is dat fabrikanten in 2025 nog meer inzetten op circulaire economie. Dit betekent dat producten vaker worden ontworpen met het oog op hergebruik en recycling. Circulaire productie is niet alleen bedoeld om afval te minimaliseren, maar ook om te voldoen aan strengere regelgeving, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).
Eén technologie die hierbij gaat helpen, zijn de zogenaamde Digital Product Passports (DPP’s). Deze digitale documenten bevatten informatie over productmaterialen, herkomst en hoe ze kunnen worden hergebruikt of gerecycled. Zo moeten de DPP’s de recyclingprocessen verbeteren en bijdragen aan het verminderen van grondstofgebruik. De auto-industrie begint vanaf 2027 met het verplicht stellen van DPP’s voor batterijen van elektrische voertuigen. Andere sectoren, zoals de textielindustrie, volgen daarna. Dit draagt bij aan een duurzamere productieketen, waar consumenten steeds meer eisen stellen aan de milieuvriendelijkheid van producten.
Steeds meer lokale productie
Wereldwijde Supply chains worden steeds kwetsbaarder, door geopolitieke spanningen en extreme weersomstandigheden. Fabrikanten zien deze ontwikkeling ook: bijna de helft (49%) kiest voor een meer lokaal productiemodel. Deze verschuiving zal in 2025 verder te zien zijn, aldus Slowik en Burton. “Geautomatiseerde productiefaciliteiten in of dichtbij belangrijke markten helpen fabrikanten om transportkosten, emissies en risico’s die samenhangen met lange supply chains te beperken. Om efficiëntie te waarborgen én flexibel in te spelen op de lokale vraag, maken deze lokale faciliteiten vaker gebruik van technologieën zoals additive manufacturing (3D-printen) en robotica.”
Het IFS-duo stelt dat fabrikanten in 2025 op een kruispunt staan: doorpakken of achterblijven. “De snelle technologische ontwikkelingen, de druk om te verduurzamen en diverse uitdagingen binnen de industrie vereisen dat fabrikanten prioriteit geven aan digitale transformatie, AI-adoptie en investeringen in de arbeidsmarkt bovenaan de agenda te zetten. Wie nu handelt, plukt straks de vruchten.”