Duitse werktuigmachinebouw is nerveus
De orderintake van de Duitse werktuigmachine-industrie is in het eerste kwartaal met 25 procent gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De bestellingen uit eigen land namen met 22 procent af, die uit het buitenland met 27 procent.
De vraag naar Duitse werktuigmachines was vorig jaar door fricties in de wereldeconomie al sterk teruggelopen en die trend heeft zich in het eerste kwartaal van dit jaar doorgezet. Daarbij is het corona-effect nog niet eens zichtbaar in de boeken. “Dat zal de komende maanden pas doorslaan”, zegt directeur Wilfried Schäfer van brancheorganisatie VDW.
De teruggang in orders treft de fabrikanten van verspanende machines dubbel zo hard als de meer projectgedreven plaatbewerking. Een klein lichtpuntje vormen de actuele bestellingen vanuit Duitsland zelf, die stegen in maart met 4 procent. Dat was vooral te danken aan de bestellingen van bewerkingscentra en persen. Regionaal gezien vertoonden alleen de bestellingen uit Amerika (vooral Mexico) in het eerste kwartaal dankzij automobielprojecten een plus. Uit de top 15 markten zijn de orders uit zes landen gegroeid: VS, Mexico, Rusland, Japan, Canada en Nederland.
Omzet
De omzet is in het eerste kwartaal eveneens met 18 procent gedaald. “Dat is conform onze voorspelling in februari”, aldus Schäfer. “De ontwikkeling van de orders laat echter nu al zien, dat dit niet voldoende zal zijn. We gaan er nu van uit dat de situatie zich in de tweede helft van het jaar verbetert, op voorwaarde dat de lockdown maatregelen verder worden afgeschaald en de productie zich normaliseert. Daarvan hangt het af waar onze branche aan het einde van dit jaar zal staan.”