Europese staalmakers op Chinese pijnbank
De meeste staalfabrieken in de EU hebben in 2015 grote tot zeer grote verliezen geleden. Bijvoorbeeld de ArcelorMittal Group meldde een negatief resultaat van maar liefst $6,7 miljard. Maar ook Tata Steel en SSAB boekten rode cijfers. De negatieve resultaten zouden veroorzaakt zijn door te lage importprijzen uit China, Rusland (CIS) en enkele andere overzeese landen als Brazilië en Korea, zo luiden eensgezind de toelichtingen op de jaarcijfers.
“Die lage prijsniveaus hebben veel verbruikers en traders verleid om grotere hoeveelheden in Rusland en vooral in China aan te kopen”, aldus de Nijmeegse staalleverancier Noviostaal in haar maandelijkse nieuwsbrief. “Die goedkope importen legden een enorme druk op de prijzen binnen de EU. Het gevolg daarvan was dat de staalfabrieken in Europa hun prijzen moesten verlagen, de marges zagen verdwijnen, hun productievolumes moesten verminderen en als gevolg daarvan genoodzaakt werden tot saneringen of zelfs algehele sluitingen.”
Geen afbouw Chinese staalcapaciteit
Gemiddeld exporteerde China vorig jaar 9,4 miljoen ton per maand, maar in januari 2016 voerde het land toch weer 300.000 ton staal meer uit. Dit ondanks het feit dat 19 landen waar 58% van de Chinese staalexport heen gaat allerhande importbeperkende maatregelen hebben ingevoerd of dat binnenkort zullen doen. Het staalverbruik in China is van 760 miljoen ton in 2013 intussen gedaald naar 695 miljoen ton in 2015. Echter de omvang van de staalproductie zelf is niet teruggegaan. Hoewel de Chinese centrale overheid aandringt op afbouw of zelfs gehele sluiting van fabrieken zijn de regionale overheden daar niet erg enthousiast mee bezig, bang als men is voor grotere werkeloosheid en sociale onrust. Wel heeft de Chinese regering een plan aangekondigd waardoor de totale ruwstaalproductie binnen 5 jaar met 100 tot 150 miljoen ton wordt teruggebracht wat ook zal leiden tot een daling van 400.00 tot een half miljoen banen. Noviostaal neemt die mededeling echter met een korreltje zout: “De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen, dat de regering in het verleden meer plannen voor een reductie lanceerde, die echter nauwelijks tot resultaat geleid hebben.”
Onderzoek naar oneerlijke concurrentie
De Europese Commissie is eindelijk aan de slag gegaan om mogelijk aan de goedkope import van staal iets te doen door een onderzoek in te stellen naar oneerlijke concurrentie van Chinees en Russisch staal. Gesproken wordt over het invoeren van importheffingen op warmgewalste coils, kwartoplaat en naadloze buizen. De topmanagers van diverse Europese fabrieken hebben op 15 februari uitvoerig gesproken met een delegatie van de EU-Commissie en ook aangedrongen op spoedige maatregelen. Dat lijkt niet onverstandig, want in de staalsector zijn in de afgelopen 7 jaar maar liefst 85.000 banen verdwenen. Insiders spreken over een normaal herstel van de staalmarkt niet eerder dan rond 2030. In de periode van nu tot dan zullen diverse staalmakers dat niet kunnen overleven, zo denken velen, waardoor de werkgelegenheid nog verder zal dalen. Mochten de Europese beleidsmakers overgaan tot het invoeren van importheffingen dan lijkt het er op dat die van beperkte omvang zullen zijn. Enerzijds wil de EU de relatie met China niet schaden, terwijl men anderzijds wel de staalindustrie wat meer lucht wil geven maar ook weer niet de inflatie in de EU omhoog wil jagen. Diverse EU-fabrieken hopen namelijk om, geholpen door die mogelijke importheffingen, eindelijk de prijzen te kunnen verhogen. “Wat dat betreft gaan we een spannende en interessante staallente tegemoet!”, concludeert Noviostaal.