Gaat het weer een beetje meneer van den Hurk?
Onderweg naar mijn afspraak lijkt het asfalt voor mijn wielen te verdampen. De weerspiegeling zindert tot bumperhoogte. De symboliek van het moment roept onwillekeurig het beeld op dat de koperen ploert het laatste restje negativiteit uit de hoofden van de herstelontkenners wil branden. Eindelijk breekt de zon door op een manier dat hij er zelf ook helemaal in gelooft. Dat geeft de burger moed, en ik mag toch hopen over een klein kwartiertje het bedrijfsleven de steun in de rug die we nou eenmaal zo nu en dan van een bank nodig hebben.
Met een verhit hoofd vol ambitie betreed ik de koele ontvangsthal, klaar voor een warme ontmoeting. In afwachting hiervan wordt mij verzocht even plaats te nemen in een zithoek die niet zou misstaan in wat ze tegenwoordig een moderne cityloft noemen. Zo gecontroleerd mogelijk plof ik neer tussen de andere ‘hulpbehoevenden’ en het financiële nieuws op de leestafel. Van een afstandje de koppen snellend stel ik vast dat mijn gesprekspartner het zo meteen niet meer kan ontkennen, het gaat weer goed met Nederland. Starend in het spreekwoordelijke niets zie ik onze plannen voorbij komen. Ik visualiseer ons nieuwe plaatmagazijn en een extra plaatlaser die vol-operationeel zijn toegevoegde waarde staat te bewijzen. Aantonen dat we deze investeringen nodig hebben, gezien de groei van de laatste jaren, lijkt me ineens nog makkelijker dan het weer van gisteren voorspellen. En ook voor wat kleine investeringen voor automatisering en onze portal moet het huidige klimaat toch weer gunstig zijn. Daar kan zelfs Alexis Tsipras niets aan veranderen.
Een heer naast me spreekt me aan. Zijn ontnuchterende binnenkomer; ‘dat scheelt een jas met gisteren hè ?’, maakt mij direct scherp. Of komt het door de aanblik van de twee donkerblauwe plekken onder zijn armen, in contrast met zijn verder toch frisse overhemd? Hij doet ‘iets in de bouw’, deelt hij met mij, nadat ik hem heb mogen vertellen dat ik in de metaalbranche zit. ‘Ook hier voor een goednieuwsgesprek?’ Zijn nieuwsgierigheid en korte manier van vragen stellen bevallen mij. Dit is een man van geen woorden maar daden. Het zal mede daarom zijn dat ik hem glimlachend zeg: ‘met deze zonneschijn kan er voorlopig geen regen komen’. Terwijl ik als eerste naar binnen wordt geroepen, wensen wij elkaar precies tegelijk ‘alvast een fijne zomervakantie!’. Het kan niet anders, dat moet gewoon goed gaan komen.
Ronnie van den Hurk
De Cromvoirtse