Gebruikelijke stijging staalprijzen blijft uit
Normaal stijgen de staalprijzen gedurende het tweede kwartaal van een kalenderjaar altijd. 2013 blijkt echter een uitzondering te zijn, omdat er dit keer geen prijsstijging waar te nemen valt. Wilden de fabrieken per 1 april naar een basisprijs voor warmgewalste coils van € 520 tot € 540, dan moet nu worden vastgesteld dat dit niveau met afstand niet gehaald wordt.
De Nijmeegse staalleverancier Noviostaal zegt in haar mei-nieuwsbrief dat de oorzaak andermaal moet worden gezocht in de economische malaise. “Het toont maar weer eens aan hoe cyclisch gevoelig staal als grondstof is.”
De bouwindustrie blijft haperen, de automobielsector dreigt ook te stagneren, overheden bezuinigen op infrastructurele werken, de werkloosheid loopt op, de consument heeft minder te besteden en bespaart ook nog eens bij haar uitgaven. Al met al lijdt dat dus tot een dalende vraag naar grondstoffen en dus ook staal. In deze economische omstandigheden is het volgens Noviostaal verklaarbaar, dat de wens van de staalfabrieken voor hogere prijzen niet ingevuld zal gaan worden. Maar er is meer dat het Europese prijsniveau kan dempen. In China blijft de productieomvang hoog, maar valt de economische groei tegen, waardoor ook daar de prijzen gedaald zijn. Houdt die daling aan, dan wordt het voor die producenten interessanter om te gaan exporteren. De EU-producenten hebben mogelijk uit vrees voor dat scenario al de hulp van de Europese Commissie ingeroepen door te verzoeken importheffingen te gaan invoeren. Al eerder is door de Europese fabrikanten een beroep op de EU gedaan om de staalbranche te gaan helpen (zie ook het Novio Staaljournaal van december 2012).
Met spanning wordt daarom uitgekeken naar de maand juni, waarin de EU-Commissie heeft toegezegd met een plan te zullen komen om de Europese staalindustrie te gaan redden. De voorzitter van EUROFER ( de vereniging van Europese Staalproducenten) heeft onlangs echter er op gewezen, dat de industrie niet van de politiek alléén daden moet verwachten, maar ook gezegd, dat de industrie zelf ook maatregelen moet gaan nemen. Natuurlijk zal de EU moeten handelen, bijvoorbeeld door verlaging of afschaffing van diverse milieubelastingen. Hierdoor zouden de Europese fabrieken in een wat betere en eerlijker concurrentiepositie komen te staan in vergelijking met de Aziatische fabrieken. Alleen al voor energiekosten moeten de Europese producenten vier maal zoveel betalen als buitenlandse (niet-EU) collega-fabrikanten. Feit blijft echter ook, dat de meeste Europese staalproducenten geprivatiseerde zelfstandige bedrijven zijn, die net als andere soort industrieën moeten concurreren met ondernemingen uit binnen- en buitenland en dus geen voorkeurspositie kunnen en mogen hebben.
De aanhoudende economische malaise in Europa gaat echter ook zijn tol eisen. Zo gaat de Duitse staalgigant ThyssenKrupp Steel een herstructureringsprogramma doorvoeren, dat moet leiden tot kostenverlaging voor, respectievelijk een verbetering van de efficiency van het bedrijf. Wereldwijd zullen circa 3000 mensen hun baan gaan verliezen, zijnde een personeelsreductie van 20% op de administratieve functies. Het Indiase conglomeraat Tata Steel heeft besloten tot een extra afschrijving van circa €1,2 miljard op haar Europese activiteiten vanwege de voortdurende slechte economische omstandigheden. De schrootprijzen dalen intussen, vooral in de Verenigde Staten, en nadat de ertsprijzen in april nog stegen zijn ze deze maand aan het afzwakken.
“De zomervakanties naderen en dus is het onwaarschijnlijk dat de economie binnenkort zal opleven”, aldus Noviostaal. “Verbetering van de prijzen zal dus lastig worden en daarmee verdwijnt bij de staalmakers langzamerhand ook de hoop, dat 2013 een financieel beter jaar zal worden dan 2012. De vraag is dan ook: in hoeverre de staalfabrieken wederom zware negatieve resultaten kunnen verdragen of niet?”