Groei dwingt Pretec tot nieuwbouw
Het kapitaal moet op het veld staan. Dat is een gevleugelde uitdrukking in het betaalde voetbal. Pretec hanteert dezelfde visie. Het kapitaal van deze toeleverancier in Voorschoten zit in het machinepark en het vakmanschap van de medewerkers. Hierin wordt doorlopend geïnvesteerd, waardoor Pretec beschikt over een modern en stevig geautomatiseerd productieproces, waar maximaal rendement uit wordt gehaald.
Dat blijkt een succesvolle formule te zijn. Want hiermee hebben Mark van Rooyen en Rob Abbenhuis een goede klantenkring opgebouwd, die zorgt voor een gestaag groeiende omzet. Met als gevolg dat hun bedrijf in de loop van dit jaar gaat verhuizen. Aan de overkant van de straat hebben ze vlak voor de jaarwisseling een kavel van 2000 vierkante meter gekocht. Hierop wordt een nieuw pand gebouwd van 1400 vierkante meter. Ook is de insteek om na de verhuizing ISO 9001 te gaan behalen.
Pretec is een toeleverancier voor onder andere de fijnmechanische, seismische, petrochemische en offshore-industrie. Het bedrijf is gespecialiseerd in het bewerken van diverse metalen en kunststoffen, waarbij het CNC draaien en frezen van producten – in uiteenlopende vormen en maten – de core business is. “We staan garant voor precisietechniek van hoog niveau” zegt Mark van Rooyen. “Daar zijn we goed in. We kunnen daarnaast complete projecten aanbieden. Daarvoor werken we samen met andere gespecialiseerde partners.”
Grenzen opzoeken
Opvallend is het moderne machinepark van Pretec. In de productieruimte staan hoofdzakelijk machines van Mazak, waaronder een 5-assige Variaxis J-500, met daaraan gekoppeld geautomatiseerde beladingssystemen. “We kiezen bewust voor een topmerk als Mazak”, zegt Van Rooyen. “Omdat het gewoon fijn is om met kwalitatief goede en up to date machines te werken. Daar proberen we optimaal gebruik van te maken. Alle mogelijkheden die de machines hebben, gebruiken we. Het is voor ons een sport om de grenzen op te zoeken van wat wel en wat niet kan. We willen zo slim mogelijk produceren en zo veel mogelijk in één keer bewerken. Twee keer een product oppakken is gewoon zonde als dat niet hoeft.”
Daarbij is het ontzettend handig om allemaal machines van hetzelfde merk te hebben. Opnieuw Van Rooyen: “Omdat de besturingen hetzelfde zijn, begrijpt iedereen elkaars programma’s en is het makkelijk om werk van elkaar over te nemen.”
Automatisering
Pretec is al in 2009 begonnen met het automatiseren van de productie en beschikt over beladingssystemen van Lang en RFA. Abbenhuis en Van Rooyen zijn vooral enthousiast over de eenvoud van beide merken. “Lang is een heel simpel systeem. Je wisselt de hele opspanning mee en dus wissel je heel gemakkelijk. Daarbij weet je zeker dat het product goed vast zit en je kunt er goed bij omdat het opspanningsgebied heel klein is. Ook voor de systemen van RFA geldt dat de bediening eenvoudig en gebruikersvriendelijk is. Belangrijk bij zowel Lang als RFA is dat de automatisering niet in de weg staat. De machines kunnen ook handmatig worden bediend.”
Flexibiliteit
De automatisering werd aanvankelijk door de medewerkers als een bedreiging gezien, maar inmiddels weten ze wel beter. Het is goed voor het bedrijf en maakt het werk leuker en interessanter. Door de investeringen in moderne machines en beladingssystemen is de efficiency in de productie sterk toegenomen. Pretec haalt met hetzelfde aantal mensen veel meer omzet dan een aantal jaren geleden. “We draaien heel veel onbemande uren en dat maakt de productie rendabel. Zeker op de 5-asser bewerken we nu in één keer producten, die ooit op verschillende machines moesten worden bewerkt. Series van 250 stuks waar we in het verleden weken zoet mee waren, produceren we nu heel snel. Daardoor kunnen we de producten voor een interessant prijsniveau aanbieden. Daarbij zijn we heel flexibel: met al die automatisering kunnen we heel erg schakelen en snel inspelen op wensen van klanten. Daardoor zijn we A-leverancier van diverse grote bedrijven.”
De automatisering heeft het werk voor de medewerkers ook leuker gemaakt. Van Rooyen en Abbenhuis spreken daarbij uit eigen ervaring. Ze lopen tussen hun mensen, steunen hen en proberen zelf het goede voorbeeld te geven. “We duiken zelf op een nieuwe robotcel om die goed aan de gang te krijgen. Maar we geven iedereen ook veel zelfverantwoordelijkheid. Iedere medewerker is in principe verantwoordelijk voor twee machines: één met en één zonder automatisering. Ze kunnen zelf bepalen wat ze handmatig en wat ze automatisch doen. En dat is prettig. Want vakmanschap is toch vooral het product instellen. Daarna is het spelletje eigenlijk wel gespeeld.”
Van Rooyen en Abbenhuis willen dan ook op dezelfde voet doorgaan: blijven investeren in moderne machines, automatisering en gekwalificeerde medewerkers. “We willen het machinepark in alle opzichten fris houden en daarbij steeds opletten hoe we slimmer of anders kunnen produceren. Daar moet je continu naar kijken.”