Groei vlakt af, maar is nog steeds fors
In de maand juli bereikte de NEVI PMI met een indexscore van 58,0 het laagste niveau in veertien maanden. Desondanks was de groei in juli nog steeds fors en lag deze ruim boven het onderzoeksgemiddelde op lange termijn.
Volgens de NEVI PMI index steeg het aantal nieuwe orders voor de negentwintigste maand op rij, maar was deze stijging wel de kleinste stijging in eenentwintig maanden. Het aantal exportorders steeg in de kleinste mate in drie maanden. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk steeg opnieuw, voor de twaalfde maand op rij. Ook de productie nam opnieuw toe, maar deze toename was deze maand wel het kleinst sinds september 2016.
Sentiment nog steeds positief
De werkgelegenheid groeide voor de vijfde achtereenvolgende maand minder hard dan de maand ervoor. In juli was de groei het kleinst in elf maanden. Desondanks was de groei nog steeds aanzienlijk. Ook de levertijden namen opnieuw toe, maar volgens de NEVI PMI was deze groei de afgelopen maand wel het geringst sinds 2018. De inkoopprijsinflatie daarentegen was de hoogste in zes maanden tijd en verkoopprijzen werden fors verhoogd. “Los van de protectionistische acties van Trump, lijkt er ook door andere factoren geleidelijk aan een kentering te komen in het economisch sentiment”, zegt Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de TU Eindhoven. “Niet alleen in de Eurozone, maar ook in Nederland waar het producentenvertrouwen zakte. Het sentiment in de industrie is zeker nog positief, maar heeft de laatste maanden toch aan kracht ingeboet.”
Afnemende vraag industriële producten
Een PMI waarde die hoger is dan 50 geeft aan dat de bedrijvigheid in de industrie is toegenomen. Met een PMI waarde van 60.1 in juni is de groei in juli de laagste toename van de afgelopen twee jaar. “De groeicijfers van de industrie zijn aan het afvlakken”, aldus Van Weele. “Maar de groei ligt nog wel boven het langjarige gemiddelde van 52.6, sinds eind 2002.” Volgens Van Weele neemt de groei van de vraag naar industriële producten zowel uit binnen- als buitenland af. “Er is sprake van forse prijsstijgingen van grondstoffen en componenten, die ook steeds lastiger verkrijgbaar zijn”, legt de hoogleraar uit. “De prijzen van aardolie-gerelateerde producten zijn bijvoorbeeld in een jaar tijd met ongeveer 40% gestegen. Daarnaast doet de droogte in West-Europa zich inmiddels in enkele industrieën voelen. Bijvoorbeeld in de bierindustrie, waar prijzen van gemout gerst sinds mei tweederde hoger liggen. Daarnaast is het lastig voor bierbrouwerijen om de benodigde volumes aan bierflesjes geleverd te krijgen.”
Drie indices toegelicht
Uit de cijfers van NEVI PMI blijkt dat de verkoopprijsinflatie in juli steeg en boven het gemiddelde van de huidige periode van inflatie lag, die in oktober 2016 begon. De inflatie lag eveneens boven het onderzoeksgemiddelde op lange termijn. De productiebedrijven van investeringsgoederen verhoogden hun prijzen in de grootste mate. De bedrijven maakten veelvuldig melding van het doorberekenen van hogere grondstofprijzen aan hun klanten.
De gemiddelde inkoopprijzen stegen in juli opnieuw en hiermee komt de huidige periode van inflatie op drieëntwintig maanden. Dit was bovendien de grootste inflatie sinds januari. De bedrijven maakten melding van een algemene stijging van de grondstofprijzen en schreven dit deels toe aan de hogere olieprijzen. De hoogste inflatie werd genoteerd in de sub sectoren voor consumptiegoederen en halffabricaten.
De verwachtingen voor de toekomstige productieomvang bij de Nederlandse producenten ten slotte bleven in juli positief. De Toekomstige productie index steeg bovendien voor het eerst in zes maanden, nadat er in de eerste helft van het jaar in januari en februari recordniveaus werden bereikt en er vervolgens sprake was van een daling van het optimisme. De bedrijven schreven de positieve stemming toe aan geplande investeringen, nieuwe producten en de vooruitzichten van een goede vraag.
Verwachtingen
De toekomstverwachtingen bleven volgens NEVI PMI in juli zeer positief. Bovendien was dit optimisme voor het eerst sinds januari groter dan de maand ervoor. “Veranderingen in de vraag en hogere inkoopprijzen zien we terug in een lagere NEVI PMI”, besluit Van Weele. “Niettemin is de orderpijplijn van de industrie op dit moment goed gevuld en kent men een goede bezettingsgraad van het productieapparaat. De vooruitzichten voor dit jaar zijn zonder meer goed. Gezien het verminderde sentiment breng ik mijn rapportcijfer terug van 8.3 naar 8.2.”