Industrie groeit weer
De NEVI PMI kwam in januari uit op 50.2. Dit wijst op een lichte verbetering van de bedrijfsomstandigheden in de Nederlandse industrie.
De productie bij de Nederlandse bedrijven nam in januari beperkt toe, maar dit was wel de grootste toename sinds juni 2011. Desondanks daalden de nieuwe orders opnieuw. Dit kwam door de zwakke binnenlandse vraag, want de export orders stegen voor de zevende maand op rij. De voorraad gereed product daalde gering.
De werkgelegenheid bleef onveranderd en de daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk was de grootste sinds juni 2012. De inkoopactiviteiten verminderden opnieuw en de voorraad ingekochte materialen nam aanzienlijk af. De levertijden namen voor de dertiende maand op rij toe.
De inkoopprijzen stegen, zij het in de geringste mate in vijf maanden. De stijging van de verkoopprijzen was beperkt, maar was wel de hoogste sinds juni 2012.
Nieuwe orders index
Het aantal ontvangen nieuwe orders bij de Nederlandse productiebedrijven daalde in januari voor de vierde opeenvolgende maand. Deze daling was beperkt en de kleinste in de huidige periode van daling. De gegevens wijzen er op dat de geringe marktvraag en aarzelende klanten de belangrijkste factoren waren voor de afname van het aantal nieuwe orders.
Export orders index
In tegenstelling tot de tendens voor het totale aantal ontvangen nieuwe orders, steeg de buitenlandse verkoop van de Nederlandse productiebedrijven in januari voor de zevende opeenvolgende maand. Deze groei was redelijk en enigszins groter dan het onderzoek gemiddelde. Er werd melding gemaakt van betere omstandigheden met betrekking tot de vraag in een aantal exportmarkten. Dit betrof vooral markten buiten Europa.
Verkoopprijs index
De verkoopprijzen in de Nederlandse productiesector werden in januari voor de derde maand op rij verhoogd. Deze verkoopprijsinflatie was matig, maar was wel de hoogste sinds juni 2012. De panelleden gaven aan dat zij over het algemeen hun verkoopprijzen hadden verhoogd vanwege de hogere inkoopkosten.
Lager rapportcijfer
NEVI-hoogleraar inkoopmanagement Arjan van Weele becommentarieert de ontwikkeling als volgt: “Het beeld blijft onveranderd. Geen duidelijk herstel van onze economie in januari. De NEVI Purchasing Managers Index (PMI) scoorde 50.2 (december 49.6). Dit wijst op een uiterst lichte verbetering van de bedrijfsomstandigheden in onze industrie. Oorzaak: het gestegen exportvolume. Een knappe prestatie, voor de zevende maand op rij! Met als gevolg een stijgend productievolume in de industrie. Maar de binnenlandse vraag nam verder af. Inkoop- en verkoopprijzen namen wederom licht toe. En de voorraden ingekocht materiaal namen af. Bedrijven bouwden hun voorraden verder af om hun cash positie te verbeteren. Als gevolg namen de levertijden toe. Er wordt kennelijk steeds meer op bestelling gefabriceerd. Het aantal banen bleef op hetzelfde peil als in de voorgaande maand. De cijfers tonen aan dat industriële bedrijven behoedzaam worden gemanaged: kosten worden waar mogelijk verlaagd, interne buffers verlaagd om de cashpositie te verbeteren en er wordt meer op order geproduceerd. Geef de industrie eens ongelijk! Bedrijven doen er alles aan om de beschikbare menskracht, kennis en ervaring zo goed mogelijk op peil te houden. Vraag is: hoe lang zal de huidige situatie aanhouden? Dat is en blijft koffiedik kijken. Maar zolang de binnenlandse vraag zwak blijft en de prijzen blijven stijgen, zal herstel uitblijven. Zeker tot de zomer. Ondanks de licht gestegen NEVI-PMI verlaag ik mijn rapportcijfer naar 5.7 (vorige maand 5.8).”