Jaarcijfer PMI 2018 vestigt record – NEVI PMI december 57.2
De NEVI PMI kwam in december uit op 57.2, het hoogste cijfer in drie maanden. Hiermee komt het gemiddelde PMI cijfer voor 2018 uit op 59.7. Dit is het hoogste jaarcijfer sinds het begin van dit onderzoek negentien jaar geleden, en breekt het vorige record van 59.2 voor 2017.
De stijging van de PMI deze maand was met name het gevolg van grotere toenames van de productieomvang, het aantal nieuwe orders en de werkgelegenheid. Al deze indexen toonden de grootste stijging sinds september. De voorraad ingekochte materialen liet de grootste groei in zeven maanden zien. Het grotere aantal ontvangen nieuwe orders droeg bij aan de eerste toename van de achterstanden sinds september. Ook grondstoftekorten waren een oorzaak van de toenemende hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk.
Nog niet eerder vertoond resultaat
De levertijden waren opnieuw fors langer, al was deze verlenging de kleinste sinds april 2017. De inkoopprijsinflatie was het laagst in zestien maanden, maar bleef ruim boven het onderzoeksgemiddelde. De verkoopprijsinflatie was eveneens opnieuw hoog, al was deze het laagst in veertien maanden. De respondenten bleven optimistisch over de vooruitzichten voor 2019 voor de productiegroei, al was dit optimisme minder groot dan de recordniveaus eerder in 2018. “December liet onverwacht een lichte opleving zien van de Nederlandse industrie”, aldus Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de TU Eindhoven. “De stijging van de NEVI Purchasing Managers Index (PMI) werd veroorzaakt door een hogere binnenlandse order-intake en een aanhoudende exportvraag (met name uit Groot Brittannië). Vooral de groei in de sector voor consumentengoederen was sterk. De NEVI PMI komt daarmee uit op een gemiddelde van 59.7 voor geheel 2018; een resultaat dat nog niet eerder werd vertoond. En de vooruitzichten blijven onverminderd goed. De pijplijn voor 2019 is goed gevuld, de loonstijging blijft beperkt en men weet weliswaar met veel moeite, vacatures (nog) op te vullen (werkgelegenheidsindex kwam uit op 57.2, tegen december 56.0). Grote zorg is en blijft de toelevering van grondstoffen, componenten en materialen. Ook in deze maand liepen de levertijden op. Het jaargemiddelde van de levertijd index kwam op 32.0, hetgeen evenmin eerder vertoond was. Alle hens aan dek voor inkopers om materiaalbehoeften (tegen marktconforme prijzen) veilig te stellen. Internationaal gezien ligt de Nederlandse NEVI PMI hoger dan de ons omringende landen: Groot Brittannië kwam uit op 53,1, China op 50,2 en de Verenigde Staten op 55.3. De Nederlandse industrie doet het dus goed en luidt 2018 goed uit!” Zijn collega Bart Vos, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de Universiteit van Tilburg is het met hem eens, maar ziet geen reden om zelfgenoegzaam achterover te leunen: “Van Weele noemt terecht de levering van input-materialen als zorgpunt in mondiale productieketens, maar ook vanuit macro-economisch perspectief is er de nodige onzekerheid. Wereldwijd staan beurskoersen onder druk en experts zijn verdeeld over de vooruitzichten voor 2019. Om maar een paar oorzaken te noemen: dreiging van escalerende handelsoorlogen, gevolgen van de Brexit en de Amerikaanse president Trump die regelmatig zorgt voor onrust. In Nederland hebben we dan ook nog het recente rumoer over het langverwachte Klimaatakkoord. Positief gezien leveren de voor dit akkoord benodigde investeringen (geschat op honderden miljarden) kansen op voor het bedrijfsleven. De plannen zorgen echter ook voor onrust bij burgers, enerzijds door de hoge kosten, anderzijds door twijfels over de effectiviteit van de maatregelen. Kortom, het blijft een vreemde, onzekere wereld waarin we met z’n allen wakker moeten blijven. Reden temeer dus om ontwikkelingen in de NEVI PMI (en uiteraard ook die in andere landen) nauwgezet te blijven volgen.”
Grote stijging nieuwe orders
De productieomvang in de Nederlandse industrie steeg in december voor de achtenzestigste achtereenvolgende maand, een recordperiode. Deze stijging was bovendien groter dan in november, toen het laagste niveau in zesentwintig maanden bereikt werd, en de grootste sinds september. De bedrijven schreven deze groei toe aan de grotere klantvraag, export, nieuwe producten en voorraadopbouw.
De laatste sectorgegevens lieten zien dat de grootste toename werd genoteerd in de subsector consumptiegoederen. Dit was de eerste keer sinds juli dat dit het geval was. Het aantal nieuwe orders dat door de Nederlandse productiebedrijven werd ontvangen, steeg in december in de grootste mate in drie maanden. Deze stijging lag onder het gemiddelde voor 2018, maar was historisch gezien fors. De bedrijven maakten melding van nieuwe klanten en een recente toename van de vraag, nadat er eerder sprake was van een rustigere periode. De groei was met name in de subsector consumptiegoederen aanzienlijk. De Nederlandse producenten namen in december opnieuw meer personeel aan. Er is nu al bijna vier jaar lang maandelijks sprake van een uitbreiding van de personeelsbestanden en de uitbreiding aan het eind van 2018 was opnieuw aanzienlijk. Het gemiddelde voor 2018 van de Werkgelegenheid index was 59.0. Het onderzoeksgemiddelde op lange termijn (sinds 2000) is 50.3.