Lage olieprijs negatief voor deel maakindustrie
De lage olieprijs raakt de industrie vanuit meerdere kanten. Het zorgt voor meer winst bij raffinage en in mindere mate de chemiesector. Een deel van de maakindustrie ervaart juist druk door fors lagere investeringen door bedrijven actief in de oliewinning. Dit stelt ING in haar publicatie ‘Vooruitzicht Industrie’.
Na een sterke eerste helft van 2015 staat de groei van de industrie onder druk. Over heel 2015 is de productietoename naar schatting 1%. Ook voor 2016 wordt een gematigde groei (1%) verwacht. De export was lange tijd de steun voor de industrie, maar de groei van buitenlandse orders is de afgelopen maanden flink geslonken. Met name de groeivertraging in China en van de Duitse industrie zorgde voor een afzwakking bij de Nederlandse industrie. De gunstiger omstandigheden op de binnenlandse markt en verder herstel van de Europese economie in 2016 zorgen naar verwachting wel voor een licht opgaande lijn in 2016. Daarom verwacht ING dat de productiegroei uitkomt op 1%, hetzelfde groeitempo als in 2015.
Enig herstel voor chemie
De voedingsindustrie is een stabiele groeier, terwijl de chemische industrie al een paar jaar in moeilijk vaarwater zit, vanwege de hoge mate van concurrentie op de wereldmarkt. Deze industrietak profiteert echter van de lichte verdere groei van de Europese economie in 2016 èn enigszins van de lage olieprijs. De chemie productie stijgt dit jaar naar verwachting met circa 1%, na drie jaren van productiekrimp.
Groei maakindustrie in lagere versnelling
De derde belangrijke pijler van de Nederlandse industrie, de maakindustrie, kende tot medio 2015 een behoorlijke groei. Vooral de machinebouw doet nu echter een stap terug. In het derde kwartaal van 2015 lag de productie hier bijna 7% lager dan in het tweede kwartaal. Omdat daarnaast toeleveranciers aan de olie– en gassector de vraag fors hebben zien terugvallen, blijft de groei van de maakindustrie beperkt.
Circa 5% van export Nederlandse product naar olierijke landen
De olieprijs is gedaald van 84 euro medio 2014 naar rond de 34 euro eind 2015. Voor olierijke landen leidt dit tot grote tekorten en druk op de uitgaven. Dit kan de Nederlandse export naar die landen weer raken. Vooral de kapitaalgoederenindustrie zou hinder kunnen ondervinden. Bijna 6% gaat naar olierijke landen. Van de totale industriële export gaat iets minder dan 5% naar deze landen (22 landen met een olie-export groter dan 50% van hun totale export).
Lees hier de ING-publicatie ‘Vooruitzicht Industrie’