Maakbedrijven hebben ‘keuzestress’ bij digitale transformatie
Maakbedrijven zijn zich ervan bewust dat de digitale transformatie essentieel is voor hun bestaanszekerheid, maar door ‘keuzestress’ lopen ze vaak vast en laten ze kansen liggen.
In Nederland beschouwt maar liefst 71 procent van de makbedrijven zichzelf als achterblijvers op het gebied van digitale transformatie.
Dit blijkt uit recent onderzoek van IFS.
Achterblijvers
Het onderzoek, uitgevoerd onder 815 leiders in de wereldwijde maakindustrie, toont aan dat de sector het belang van technologie voor het voortbestaan van de bedrijven inziet. Toch slaagt minder dan tien procent van de maakbedrijven erin zich succesvol te positioneren als ‘digitale koploper’. In Nederland beschouwt maar liefst 71 procent zichzelf als achterblijvers, tegenover 65 procent wereldwijd. Ze geven aan vast te zitten in de beginfase van de digitale transformatie zonder concrete toekomstplannen.
De klok tikt
Uit het onderzoek blijkt dat 89 procent van de maakbedrijven in Nederland denkt dat hun bedrijf slechts een tot drie jaar kan overleven zonder enige investering in technologie. De boodschap is duidelijk: digitale transformatie is onmisbaar voor het voortbestaan van bedrijven in de maakindustrie. De turbulente markt, voortdurende verstoringen in de supply chains en de dreiging van klimaatverandering maken de transformatie alleen maar noodzakelijker.
Klimaatverandering
Een kwart van de maakbedrijven beschouwt klimaatverandering als hoogste prioriteit. Toch loopt de meerderheid van de bedrijven (84%) achter op het gebied van een solide duurzaamheidsstrategie en ESG-initiatieven. Deze achterstand is groter dan het wereldwijde gemiddelde van 71 procent. Hoewel vier op de tien (42%) van de Nederlandse maakbedrijven actief werkt aan ESG-initiatieven, blijft de kloof tussen ambitie en uitvoering nog altijd groot.
‘Keuzestress’ bedreigt toekomst
Vandaag de dag is het technologie-aanbod voor bedrijven groter dan ooit. Meer dan 80 procent van de respondenten wereldwijd beschouwt álle beschikbare technologie-opties als essentieel. Dit maakt besluitvorming een stuk lastiger, en de keuzestress alleen maar groter. Daarnaast staan binnen een organisatie de neuzen niet altijd dezelfde kant op. Hoewel bijna alle C-suite executives (94%) cloudcomputing als de belangrijkste technologie voor digitale transformatie zien, leggen operationele medewerkers de focus juist op digital twins (85%) en AI (84%). Vice-presidenten daarentegen beschouwen IoT (81%) als prioriteit. Deze verschillen in prioriteit maken de keuze voor technologie niet makkelijker.
Mede door de overvloed aan keuzes en het onvermogen om de prioriteit van nieuwe technologieën te beoordelen, raken de digitale achterblijvers steeds verder achter. Tegelijkertijd lopen maakbedrijven tegen allerlei andere uitdagingen. Zo hebben Nederlandse bedrijven moeite met het naleven van wet- en regelgeving (32%) en de complexiteit van de IT-omgeving (29%). Zonder deze uitdagingen te overwinnen, riskeren de maakbedrijven een nog grotere achterstand en komt de bestaanszekerheid in gevaar.
De toekomst vormgeven
Ondanks de uitdagingen blijft de Nederlandse maakindustrie hoopvol over de voordelen van nieuwe technologieën. Bij het herzien van hun supply chains past bijna iedereen (97%) geografische strategieën toe om de keten veerkrachtiger te maken. Digitale koplopers benutten geavanceerde methoden zoals scenarioplanning, terwijl bedrijven die achterblijven nog steeds afhankelijk zijn van geïsoleerde risicobeoordeling tools.
De respondenten verwachten ook dat duurzaamheidsinitiatieven (ESG) een positieve invloed hebben op hun organisatie. ESG wordt niet langer gezien als een verplichting, maar als een belangrijke factor voor verbeteringen in doorlooptijd, productkwaliteit en nieuwe bedrijfsmodellen, zoals de circulaire economie.