Machine-industrie groeit in duizelingwekkend tempo
Ondanks lange levertijden en ernstige tekorten aan materialen groeide de industrie dit voorjaar als nooit tevoren. Met name de machine-industrie groeit in een duizelingwekkend tempo Dit meldt ABN AMRO in haar nieuwste Sectorprognoses.
De bezettingsgraad is met zo’n 84 procent terug op het oude hoge niveau van voor de coronapandemie. Een hogere bezettingsgraad is door vakanties, feestdagen, storingen en onderhoud nauwelijks mogelijk.
Tekorten aan productiemiddelen
Daarnaast hebben fabrikanten op het moment stevige tekorten aan productiemiddelen. ABN AMRO haalt cijfers aan van het CBS, die aangeven dat maar liefst ruim een op de vier industriële bedrijven kampt met een tekort aan materialen. In de auto- en aanhangwagenindustrie heeft zelfs bijna de helft daar last van. De auto-industrie wordt geplaagd door een tekort aan chips en elektronica. In Nederland is de auto-industrie relatief klein, maar er zijn wel enkele honderden toeleveranciers die last kunnen krijgen van de afnemende autoproductie bij afnemers in bijvoorbeeld Duitsland.
Stijgende inkoopkosten doorberekenen
De levertijden van materialen zijn sinds eind 2020 in historisch tempo opgelopen, zo blijkt uit de Nevi Levertijdenindex. In juni tikte deze index het historische dieptepunt van 12,2 aan. Een stand lager dan 50 duidt op een toename van de levertijden. Door de tekorten aan materialen stijgen de inkoopkosten in ongekend tempo. Gelukkig slagen veel ondernemers er volgens ABN AMRO in de stijgende kosten door te berekenen aan hun afnemers.
Investeren in automatisering
Verder geven veel ondernemers aan dat het tekort aan technisch personeel weer nijpend is, terwijl de komende tijd juist meer personeel nodig is om aan de groeiende vraag te voldoen. De industrie loopt dus tegen diverse grenzen aan. Ondernemers zullen meer moeten investeren om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Door automatisering kunnen dezelfde handen meer werk verzetten. Daarvoor zijn onder andere machines nodig. De vraag naar machines groeit stormachtig, maar het is niet helemaal duidelijk in hoeverre die machines in Nederlandse fabrieken worden geïnstalleerd. Het merendeel van de machines is namelijk bestemd voor de export.
Investeren in IT
Daarnaast is investeren in hoogwaardige informatietechnologie (IT) van groot belang. Zo kan software worden ingezet om bijvoorbeeld orders efficiënt te combineren en fouten in de productie te voorkomen, waardoor minder materiaal wordt verspild en de productiviteit stijgt. Daarnaast kunnen sensoren en software worden gecombineerd om data te genereren die vertellen dat het tijd is om onderhoud uit te voeren, zodat storingen worden voorkomen en de bezettingsgraad verder kan worden opgevoerd.
Er is echter een gebrek aan personeel met de juiste IT-vaardigheden. Geïntegreerde systemen van machines en software bieden mogelijk een uitkomst. Machinebouwers bieden vaak ‘plug-and-play’-systemen aan die makkelijk in een fabriek kunnen worden geïnstalleerd. Deze systemen zijn niet goedkoop, maar door de lage rente en het tekort aan arbeidskrachten loont de investering vaak toch. Ondernemers moeten er wel snel bij zijn, want de orderportefeuilles van machinebouwers groeien snel, waardoor ook de levertijd van machines oploopt.
Ruimschoots hersteld
De industrie heeft zich nu al ruimschoots hersteld van de coronacrisis. Volgens het CBS lag de seizoensgecorrigeerde dagproductie in het tweede kwartaal hoger dan ooit tevoren, zo’n 3 procent boven het vorige recordcijfer van het eerste kwartaal van 2018. Met name de machine-industrie groeit in een duizelingwekkend tempo. Sinds begin dit jaar ligt de productie hoger dan voor de coronacrisis. In juni groeide de productie zelfs met 23 procent ten opzichte van mei. Voor 2021 verwacht ABN AMRO een productiegroei in de machine-industrie van 30 procent, na een krimp van slechts 2,5 procent in 2020. De gehele industrie groeit naar verwachting met 12 procent in 2021 ten opzichte van het slechte jaar 2020. De groei zet door, maar vlakt wel af. Voor 2022 verwacht ABN AMRO een jaargroei van 3 procent.