MetaalNieuws in Taiwan -Taiwan vol ambities naar EMO
Als de internationale mediatour langs een tiental werktuigmachineproducenten in Taiwan één ding duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat ze barsten van de ambitie.
Zonder uitzondering investeren ze in R&D en nieuwe productiefaciliteiten om (intelligente) machines te kunnen maken, die op grote schaal de hele wereld over gaan. De machineproducenten gebruiken zelf ook moderne (digitale) middelen om de efficiency in hun productie te vergroten en de kwaliteit van hun machines te verbeteren.
Ontwikkelde markten
Taiwan is de zevende producent van werktuigmachines ter wereld en bezet qua export zelfs de vijfde positie. Het land telt zo’n 10.000 bedrijven (hoofdzakelijk MKB), die zich hiermee bezighouden. Het belang van deze industrie is dus enorm voor het land.
De mediatour, waarvoor ook MetaalNieuws was uitgenodigd, vond plaats aan de vooravond van de EMO in Hannover, ’s werelds belangrijkste vakbeurs voor metaalbewerking, waaraan alle bezochte machinebouwers zullen deelnemen. Een gezelschap van journalisten uit de zogeheten ontwikkelde markten in West-Europa, Japan, de Verenigde Staten en Canada keek rond in hun productiefaciliteiten en kreeg uitleg over de jongste ontwikkelingen. De ontwikkelde markten zijn belangrijk voor de Taiwanezen. Sommige producenten behalen 20 tot 30 procent van hun omzet in Europa, al is Azië – en dan met name China – toch de voornaamste markt. Veel bedrijven hebben in China ook eigen productielocaties.
Industrie 4.0
De ontwikkelde markten zijn belangrijk, maar tegelijk ook uitdagend. De Taiwanese machinebouwers beseffen dat daar tegenwoordig intelligente machines worden gevraagd. voor maximale, betrouwbare en foutloze productiviteit. Zonder uitzondering besteedt elke producent daarom veel aandacht aan Industrie 4.0. Ze zetten daar vol op in en zien het ook als een mogelijkheid om zich te onderscheiden van de machinebouwers in China: “De Europese markt, en vooral Duitsland, is een icoon voor ons”, aldus Bruce Li van TBI Motion, een producent van lineaire geleidingen, kogelomloopspillen, kogelbussen en geharde assen (in Nederland vertegenwoordigd door A&A Techniek). “Europa legt erg de nadruk op kwaliteit en minder op prijs. Ze komen niet bij ons als ze puur voor de prijs gaan. We kunnen op dat gebied niet concurreren met China, want die zijn gek wat de prijzen betreft. Daarom investeren we veel in de kwaliteit van onze producten.”
De Taiwaneze machineproducenten hebben erg het gevoel dat ze verbeteren. Volgens Steven Yeh, CEO van Hartford (in Nederland vertegenwoordigd door Promas), zijn er al jaren grote ontwikkelingen gaande in de Taiwanese werktuigmachinebouw: “Industrie 4.0 is een nieuwe kans voor ons. In het verleden lag onze focus meer op kwantiteit, nu meer op kwaliteit.” Yeh vervolgt: “Onze hardware ziet er misschien niet veel anders uit dan 10 jaar geleden, maar van binnen zijn onze machines volkomen veranderd. We gaan van CNC machines naar smart machines. Een van onze slogans is dat we alleen nog maar smart machines bouwen en de productie van eenvoudige machines elimineren.”
Betaalbare oplossingen
Ook bestuursvoorzitter Richard Chen van YCM (vertegenwoordigd door Bendertechniek) gaat die kant op: “We gaan door een opwindende evolutie naar smart machining en dat geeft ons echt de kans om te stralen. Onze focus lag lange tijd op het bouwen van standaard machines voor jobshops, maar we zijn inmiddels ook in beeld bij OEM’ers. Dus moeten we door ontwikkelen en dat doen we ook. De mondiale maakindustrie is op zoek naar betaalbare oplossingen om productiviteitswinst te boeken. Daar ligt een grote kans voor de Taiwanese werktuigmachinebouw.”
Schaalgrootte
Jimmy Chu, bestuursvoorzitter van de Fair Friend Group (FFG), is ervan overtuigd dat schaalgrootte nodig is om als klein land (met voornamelijk MKB-bedrijven) de wereldwijde concurrentiestrijd met grote machineproducenten uit landen als Japan, Zuid-Korea en Duitsland aan te kunnen. De Fair Friend Groep werkt hard aan die schaalgrootte: de groep is dankzij vele acquisities uitgegroeid tot een organisatie met 39 merken en tientallen bedrijven over de hele wereld. “We gaan alle R&D activiteiten gericht op Industrie 4.0 ontwikkelingen in alle landen integreren, zodat de hele groep daarvan sterker wordt”, aldus Chu, die leiding geeft aan een concern met wereldwijd 10.000 medewerkers, die dit jaar een omzet realiseren van 2,5 miljard US-dollar.
Daarvan doet Feeler, het Taiwanese machinemerk dat de basis vormt van FFG, zo’n 300 miljoen dollar. In Taichung, het industriële hart van Taiwan waar verreweg de meeste werktuigmachineproducenten zijn gevestigd, staat de fabriek van Feeler (in Nederland vertegenwoordigd door Techno-Center Vessem) met een productiecapaciteit van 120 machines per maand. Deze moderne fabriek is nog maar 2 jaar in gebruik.
Moderne productiefaciliteiten
Ook andere producenten investeren in moderne productiefaciliteiten. Victor Taichung (vertegenwoordigd door Gibas) produceert nu nog op een oude locatie tegenover de grootste particuliere universiteit van Taiwan, maar bouwt momenteel elders in Taichung een gloednieuwe fabriek. Daar zal de geautomatiseerde productie, waarmee nu op kleine schaal ervaring wordt opgedaan, flink worden uitgebreid.
De Goodway Group (vertegenwoordigd door BUN Engineering) bouwt momenteel nieuwe productielocatie van maar liefst 190.000 vierkante meter in het zuiden van Taiwan. Deze zal eind dit jaar klaar zijn. De groep wil groeien naar een omzet van 600 miljoen US-dollar en mondiaal tot de top 20 van werktuigmachineproducenten behoren. Om dat te realiseren wordt ook geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe technologie (ruim 200 mensen op R&D, dat is 20 procent van het personeelsbestand). Ook worden meer showrooms geopend en het sales netwerk versterkt. Dat doet ook YCM, dat vorig jaar 1500 machines bouwde, waaronder veel grote machines voor de aerospace en automotive. YCM verkoopt jaarlijks ongeveer 350 machines in Europa en wil zijn positie hier versterken door binnenkort in Düsseldorf een nieuwe locatie te openen voor stock en spareparts.
Levertijden verkorten
Everising heeft dat al gedaan. De zaagmachineproducent heeft vorig jaar een distributiecentrum voor de Europese markt geopend bij Hoffmann-Metalcare in Zwijndrecht. “We hebben goede contacten met bestaande klanten, maar willen ook groeien door nieuwe klanten. Daarbij is het verkorten van de levertijden belangrijk. Door het distributiecentrum in Zwijndrecht hoeven klanten niet meer anderhalf tot twee maanden te wachten op hun nieuwe machine, maar kan deze binnen een week worden geleverd.”
Everising haalt ook ieder jaar zijn dealers naar Taiwan om het familiegevoel te versterken en van elkaar te leren. Om de kennis te vergroten worden ook veel buitenlandse studenten uitgenodigd, iets wat ook Femco (Fatek Machinetools) nadrukkelijk doet. De bedrijven werken ook aan het kennisniveau van hun eigen mensen. Veel introducties en rondleidingen tijdens de mediatour werden gedaan door de jonge generatie, die – vaak dankzij studies in het Westen – goed Engels spreekt.
Future leader
De machineproducenten steken hun ambities niet onder stoelen of banken. ‘No limits’ is de slogan van Femco voor de komende decennia. De Tongtai groep (vertegenwoordigd door CMIE Benelux) gaat nog een stapje verder en zegt de ‘Future leader’ te willen zijn. Eind dit jaar neemt Tongtai een nieuwe fabriek in gebruik voor de productie van grote machines. Het concern telt verschillende bedrijven, heeft ruim 2000 medewerkers en is actief in 46 landen. Vorig jaar bedroeg de omzet bijna 280 miljoen euro, waarvan 60 procent werd behaald in de automotive en aerospace.
Imago versterken
Veel machinebouwers produceren vrijwel alle onderdelen van hun producten zelf. Victor en YCM beschikken zelfs over eigen gieterijen. Hartford maakt 95 procent van haar onderdelen in eigen huis, op eigen Hartford machines. Een uitzondering is Quaser (vertegenwoordigd door Evolent), een relatief jong bedrijf dat pas begin jaren negentig is opgericht. Het bedrijf van president Rock Liao koopt de meeste onderdelen in en assembleert deze in de eigen fabriek, die een capaciteit heeft van 700 machines per jaar. Quaser is daarmee een relatief kleine speler, die probeert zich te onderscheiden van de Taiwainese collega’s door kwaliteit. “We mikken op de top van de markt qua nauwkeurigheid, productiviteit, kwaliteit en functionaliteit. Daarmee zijn we graag actief op de Europese markt, want die is niet zo gevoelig voor prijs als Azië en de Verenigde Staten. Europese klanten hechten meer waarde aan productiviteit.”
Kwaliteit is volgens Rock Liao de enige weg voor de Taiwanese machinebouwers. Wat hem betreft zetten ze daar nog veel sterker op in: “Ik raad ook onze regering sterk aan om het imago van Taiwan verder te verbeteren.”