Metaalunie heeft moeite met aantal keuzes van kabinet
Het kabinet ondersteunt de economie niet door weer een bezuinigingspakket aan te kondigen. Doordat het kabinet geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer is het daarnaast de vraag welke maatregelen overeind zullen blijven. Dit stelt Koninklijke Metaalunie in een reactie op de Miljoenennota.
Volgens Metaalunie is het is voor ondernemers in het MKB-metaal onmogelijk op elk plan van de overheid te reageren, als niet duidelijk is of en in welke vorm het plan doorgaat. Hierdoor sluipt er nog meer onzekerheid in de economie. “Dit is naast bezuinigingen en lastenverzwaring voor het bedrijfsleven dodelijk voor het vertrouwen van consumenten en ondernemers. Deze negatieve neerwaartse spiraal moet doorbroken worden.”
Metaalunie heeft moeite met een aantal keuzes van het kabinet. Zo wordt ondernemen moeilijker en minder aantrekkelijk door het plan om te korten op de zelfstandigenaftrek. Verder wordt de belastingaftrek van bedrijven voor het aannemen van leerlingen omgezet in een subsidie, waarbij het budget wordt gehalveerd. En ook het bezuinigen op buitenlandse posten, waardoor er in het buitenland minder aandacht is voor de Nederlandse exportmogelijkheden, schaadt de positie van de Nederlandse economie in het algemeen en die van de maakindustrie in het bijzonder.
Metaalunie pleit voor het behoud van de zelfstandigenaftrek om ondernemen te stimuleren en aantrekkelijk te houden. Daarnaast is het onlogisch om in de huidige tijd van oplopende jeugdwerkloosheid de financiële stimulans om een leerling aan te nemen af te bouwen en om te zetten in een – hoe dan ook meer bureaucratische – subsidieregeling. De financiële ondersteuning van leerbedrijven moet tenminste op peil blijven, desnoods vanuit het beschikbaar gestelde budget voor sectorplannen van 600 miljoen euro. Buitenlandse posten in de belangrijkste handelslanden, zoals in Duitsland, moeten open blijven. Dit verbetert de positie van de Nederlandse maakindustrie in het buitenland en houdt de enige groeimotor van de economie van dit moment op gang.
Een van de grootste problemen voor het MKB-metaal is financiering. Hierbij zijn oplopende betaaltermijnen, die elkaar versterken in de keten, een belangrijke reden voor liquiditeitsproblemen. Om hier iets aan te doen roept Metaalunie de overheid op om als grote opdrachtgever op tijd te betalen. Daarbij moet de overheid haar opdrachtnemers verplichten ook tijdig te betalen aan onderaannemers en toeleveranciers, zodat de hele keten profiteert van het goede voorbeeld van de overheid.
Reactie FME
De technologische industrie waardeert dat het kabinet kiest voor langjarig consistent beleid waar het gaat om versterking van het Nederlandse bedrijfsleven. Dit wordt duidelijk in de vandaag gepresenteerde Miljoenennota. Uit de FME-conjunctuurenquête najaar 2013 bleek al dat ondernemers in de technologische industrie deze meerjarige duidelijkheid als voorwaarde zien om economie echt uit het slop te halen. De macro-economische verkenning (MEV) 2014 bevestigt nog eens dat het de exporterende bedrijven zijn die voor groei zorgen. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: “De export is de economische levensader voor Nederland. Het kabinet ziet dat ook en heeft daar beleid op gestoeld.”
De overheidsuitgaven groeien licht, de consument houdt de hand op de knip. Het zijn de bedrijven die de groei aanjagen en dan met name de exporterende bedrijven. Volgend jaar zal de export met 4¼% toenemen. De export van binnenlands geproduceerde goederen (die zonder wederuitvoer) groeit dan met 3½%. Dezentjé: “De groeiende export is een teken van herstel van de economie. Traditioneel neemt eerst de export toe; vervolgens de investeringen en de consumptie. Als dat laatste eenmaal gebeurt, is de ellende voorbij.”
De FME-voorzitter benadrukt dat er zonder de technologische industrie geen sprake kan zijn van economisch herstel. “Daarom moet de overheid innovatie blijvend ondersteunen, moeten onze kansen op buitenlandse markten worden vergroot en moeten er meer technici worden opgeleid. Het is dan ook goed dat het kabinet vasthoudt aan een stevig fiscaal instrumentarium om R&D te stimuleren – voor het mkb zijn regelingen als WBSO, RDA en Innovatiebox onmisbaar – en doorpakt met het topsectorenbeleid. Wat nog wél beter kan? Zet vaart achter innovatiegericht inkopen. Het Rijk en regionale overheden kunnen zich veel meer manifesteren als eerste gebruiker van nieuwe producten en technieken.”