Metaalunie-voorzitter vreest moeizaam cao-traject met looneis van 5%
Metaalunie-voorzitter Fried Kaanen vreest dat de onderhandelingen voor de nieuwe CAO Metaal & Techniek, die op 31 augustus starten, ‘een lastig traject gaan worden’. Zeker nu FNV Metaal inzet op een loonsverhoging van 5 procent per 1 oktober aanstaande.
Metaalunie-voorzitter Fried Kaanen heeft er een hard hoofd in dat er snel een cao-akkoord ligt. “Er moet rekening worden gehouden met het voorschot dat onze sector in het verleden al heeft genomen op de loonontwikkeling.”
Vooral dat loon zal volgens Kaanen een heikel punt vormen. “Het wordt moeilijker dan ooit tevoren om een compromis te bereiken.”
Kort traject
De huidige cao loopt af op 1 oktober. De bonden en de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT), die onderhandelt namens een aantal brancheorganisaties, hebben een kort traject afgesproken met onderhandelingsrondes op 31 augustus, 7 en 14 september en indien nodig 27 september. Kaanen heeft er een hard hoofd in dat er dan een akkoord ligt.
Cao Metalektro
De laatste keren waren de cao-onderhandelingen al moeizame en langdurige trajecten. Niet alleen in de Metaal & Techniek (kleinmetaal), maar ook in de Metalektro (grootmetaal), waar afgelopen juli pas na acht maanden van onderhandelingen en acties een akkoord werd bereikt met een loonstijging van 5,3 procent over 2 jaar. Je zou kunnen zeggen: sluit in de kleinmetaal aan bij de afspraken die in de grootmetaal zijn gemaakt en dan zou er snel een akkoord moeten kunnen liggen.
Maar zo eenvoudig ligt het volgens Fried Kaanen niet. De trendlijn is volgens hem duidelijk: in de cao’s die recent zijn afgesloten zit een stijgende lijn met een loongroei boven inflatieniveau. Dat heeft te maken met de huidige krappe arbeidsmarkt en ook met het onverwacht krachtige economische herstel na corona, waarvan de werknemers volgens de bonden ook moeten profiteren. Dat blijkt ook uit de brief met voorstellen die FNV Metaal in aanloop naar de cao-onderhandelingen aan de werkgevers heeft gestuurd.
“Maar ik vind niet dat je kunt zeggen: de andere sectoren geven een flinke loonsverhoging, dus moet de sector Metaal & Techniek dat ook doen”, zegt Kaanen. “Want wij hebben de afgelopen twee cao-rondes al voorop gelopen met loonsverhogingen. Twee keer hebben we loonsverhogingen gegeven die niet alleen boven inflatieniveau lagen, maar ook bovengemiddeld waren. We kunnen aan alle grafieken laten zien dat de kosten van onze cao – die zich uiteindelijk vertalen in bruto loonkosten – hoger liggen ten opzichte van andere (technische) sectoren.”
Buitensporig hoge cao
Over de vorige twee cao’s in de Metaal & Techniek hebben de werkgevers volgens Kaanen ‘met de rug tegen de muur en met het water aan de lippen’ afspraken gemaakt. Voor de huidige cao – die dus op 1 oktober afloopt – hebben ze een loonsverhoging van bijna 8 procent in 28 maanden geaccepteerd. “We konden die onderhandelingen niet af laten ketsen omdat er zo veel aan een cao vast zit, zoals pensioenfonds en opleidingsfonds. In de hitte van de strijd – als er bijna een akkoord is – kun je dan niet zeggen: nu doen we het niet.”
Maar dat is de onderhandelaars door hun achterban destijds niet in dank afgenomen. ‘Jullie hebben een buitensporig hoge cao afgesloten’, luidde het verwijt in brede kring.
Ook nu is een groot deel van de achterban bij voorbaat terughoudend met betrekking tot loonsverhogingen. De buitendienstmedewerkers van de Metaalunie en ook Kaanen zelf proeven dat duidelijk tijdens hun geregelde bezoeken aan lidbedrijven. “Ja, er is herstel”, erkent Kaanen. “Het gaat beter in de sector dan bij het uitbreken van de coronapandemie mocht worden verwacht. De bedrijven hebben het nu allemaal druk, maar iedereen denkt dat deze hausse een keer over gaat, alleen weet niemand wanneer.”
En wat volgens de Metaalunievoorzitter nog meer telt: het gaat ook niet over de hele linie goed. De eerstelijns toeleveranciers, de modulebouwers en systeemleveranciers, de bedrijven met eigen producten en de bedrijven die heel servicegericht werken – zeg maar de bedrijven die in het hoogwaardigere werk zitten – zullen minder moeite hebben met een nieuwe loonsverhoging. Dat zijn de partijen die de lonen makkelijker kunnen doorberekenen.
Maar dat geldt veel minder voor de grote piramide aan toeleveranciers die daar onder hangt: de ijzergieterijen, de bedrijven met het eenvoudigere laswerk of het eenvoudigere algemene metaalconstructiewerk. Die voelen de hogere loonkosten die het gevolg zijn van de afgelopen cao’s. “Al die bedrijven merken dat hun omzet misschien een tikkie is gestegen, maar hun kosten zijn veel meer dan een tikkie gestegen.”
Kaanen vindt dat de onderhandelaars namens werkgevers juist voor die grote groep bedrijven op moeten komen. “Er moet rekening worden gehouden met het voorschot dat onze sector in het verleden al heeft genomen op de loonontwikkeling.”