Metallurgische industrie acht klimaatopgave haalbaar
De klimaatdoelstellingen zijn onder voorwaarden haalbaar voor de metallurgische industrie en gieterijen. Dit blijkt uit het rapport dat de brancheverenigingen VNMI en AVNeG hebben aangeboden aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Op de korte termijn is onder andere voldoende ruimte voor CO2-opslag en -hergebruik én financiering van de ‘onrendabele top’ noodzakelijk. Op de langere termijn dient voldoende geïnvesteerd te worden in duurzame energie, zowel in de infrastructuur als in de opwekking daarvan. VNMI en AVNeG hebben in samenwerking met FME aan Berenschot gevraagd om de mogelijkheden voor zowel de metallurgische industrie als gieterijen te verkennen. De klimaatdoelstellingen zijn haalbaar door een combinatie van procesoptimalisatie, elektrificatie van processen en afvang en hergebruik van CO2. Daarbij gelden echter wel enkele belangrijke randvoorwaarden: voldoende aanbod van duurzame energie, een voorspelbare en betaalbare ontwikkeling van de energieprijs, samenwerking tussen industrie en overheid voor de financiering van de ‘onrendabele top’ en samenwerking tussen industrie, overheid en kennisinstellingen als het gaat om de implementatie van de benodigde innovaties.
CO2-opslag en -hergebruik
“Voor het behalen van de klimaatdoelstellingen op de korte termijn is het cruciaal dat we voldoende CO2-opslag en –hergebruik beschikbaar krijgen. Daarnaast is financiering van de onrendabele top belangrijk, zodat we zo snel mogelijk aan de slag kunnen met baanbrekende innovatie en procesoptimalisatie in onze fabrieken”, aldus Hans van den Berg, voorzitter VNMI. Op de lange termijn dient er fors geïnvesteerd te worden in duurzame energie. “Op dit moment is de productie van duurzame energie, zoals groen gas en duurzaam geproduceerde elektriciteit veel te laag. Ook de infrastructuur voor het transport van duurzame energie is ontoereikend, in deze zaken moet fors worden geïnvesteerd”, aldus Bert Duit, voorzitter AVNeG. De metallurgische industrie is samen met de technologische industrie verantwoordelijk voor circa 7,5 Mton CO2-eq uitstoot (scope emissie). Dat is ongeveer 7% van de totale CO2-eq uitstoot van de industrie en elektriciteitssector in Nederland. FME en haar brancheverenigingen VNMI en AVNEG zijn de eerste ondernemersverenigingen die concrete voorstellen doen over hoe bedrijven aan de slag kunnen met de Energietransitie en het Klimaatakkoord. De opgave is gigantisch, maar haalbaar, aldus FME-voorzitter Ineke Dezentjé-Hamming: “De technologische industrie heeft sinds 1990 in 29 jaar tijd haar broeikasgassen met 20% gereduceerd bij een economische groei van gemiddeld 3% per jaar. Tot 2030 moet er nog 29% broeikasgas reductie bij. Voor de bedrijven betekent dit een enorme uitdaging en versnelling. De Klimaatroutekaarten laten zien dat het kan.”