Milieu-investeringen industrie krijgen vaart, maar nog lange weg te gaan
De milieu-investeringen in het industriële bedrijfsleven krijgen weliswaar vaart, maar bovenal is er voor veel sectoren nog een lange weg te gaan. Dit stelt het Economisch Bureau van ABN AMRO in een publicatie over de Industriële CO2 emissiereductie.
In de publicatie ‘Industriële CO2 reductiedoelen in wankel evenwicht met investeringen en concurrentiekracht’ zegt het bankconcern ook dat er een geleidelijke transitie nodig om de concurrentiekracht in de industrie te behouden.
Wankel evenwicht
In Nederland is het gat tussen het niveau van de totale CO2 uitstoot in 2019 en het doel in 2030 nog zo’n 52%. Om het reductiedoel te halen moet tot en met 2030 nog circa 100.504 miljoen kg CO2 worden gereduceerd. Dit betekent een reductie van 9.137 miljoen kg CO2 per jaar. Het terugdringen van fossiele energie richting 2030 en verder zal veel investeringen vragen. Een bio-based en low-carbon economie is een vergezicht dat met stevige langjarige investeringen is te bereiken, vergezeld met de nodige ambitie in zowel de private als de publieke sector.
Concurrentiekracht industrie
De CO2-reductiedoelen richting 2030 en verder zijn ambitieus. Maar om Nederlandse industriële bedrijven onder de koplopers in Europa te houden, is een geleidelijke CO2-neutrale transitie noodzakelijk zodat geen afbreuk gedaan wordt aan de bestaande concurrentiepositie. Een groot aantal van de in het rapport benoemde decarbonisatietechnieken vergen namelijk vaak grote investeringen. Niet alleen in de techniek zelf, maar bijvoorbeeld ook in de infrastructuur.
Zo moet er bijvoorbeeld nog flink worden geïnvesteerd in goede aansluitingen op het elektriciteitsnetwerk. En het is bovendien de vraag of de huidige capaciteit op het hoogspanningsnet toereikend is. Ook de overheid moet hier dus doorpakken met gericht beleid om het CO2 reductiedoel richting 2030 en verder laagdrempelig te houden, met name voor bedrijven met minder financiële slagkracht.
Milieu-investeringen krijgen vaart
Bedrijven met meer dan 10 werknemers besteedden in 2020 ruim 2,1 miljard aan milieu-investeringen volgens het CBS. Dit was een stijging van 77% procent ten opzichte van 2019 ofwel 931 miljoen euro. De totale milieu-investeringen van 2,1 miljard euro hadden een aandeel van 14,4% in de totale investeringen van bedrijven. De investeringen fluctueren sterk van jaar tot jaar, maar het geeft een signaal over de bereidheid van bedrijven om te investeren in meer efficiency en milieumaatregelen.
Investeringen op korte termijn al succesvol
Veel industriële sectoren hebben reductiemogelijkheden die al op relatief korte termijn goede resultaten kunnen opleveren, zonder al te veel obstakels. Denk aan het invoeren van energie-efficiency maatregelen, installeren van hybride boilers en warmtepompen en uitnutten van restwarmte. De toegenomen investeringsbereidheid onder veel bedrijven werpen vruchten af, maar de schaal is nog onvoldoende om succesvol te zijn.
Nog een lange weg te gaan
De totale Nederlandse industrie moet nog zo’n 56% aan CO2 reduceren tot aan 2030. Bijna alle sectoren moeten nog 40-50% in CO2 reduceren om het 2030 doel te bereiken. Van alle CO2-uitstoot van de industrie komt ruim 40% voor rekening van de chemische industrie. Hierbij gaat het om bedrijven die producten vervaardigen door middel van chemische veranderingen aan bestaande grondstoffen. Voorbeelden van dit soort producten zijn kunststoffen en kunstmest.
Naast de chemische industrie heeft de aardolie-industrie met bijna 25% van de CO2-uitstoot van de Nederlandse industrie, een significant deel van de totale emissies. Daarna volgt de basismetaalindustrie (zoals staal, aluminium, zink) met een aandeel van 14%, gevolgd door de voedings- en genotmiddelenindustrie met 10%. De bouwmaterialenindustrie en de papierindustrie sluiten de top zes af.