Nieuwe vakbeurs Materials groeit en verbreedt
Komend voorjaar organiseert Mikrocentrum op 16 en 17 april in Veldhoven de tweede editie van‘Materials, engineering & technology’. Dit evenement is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de keuze, de directe toepassing, het aanbrengen en het (na)bewerken van materialen. De première was afgelopen juni met ruim 1.000 bezoekers en 83 exposanten een succes. Organisator Mikrocentrum ziet ruimte voor groei (naar 1.500 bezoekers en 120 exposanten) en verbetering.
“Materials 2013 had een geslaagde opzet volgens het bekende concept van Mikrocentrum: een interessante expositie en een goed inhoudelijk programma”, verklaart Timo van Leent de succesvolle start. Hij is beursmanager bij Mikrocentrum, het onafhankelijke kenniscentrum voor de industrie uit Eindhoven. Hij ziet ruimte voor groei en voor verdere verbetering van de beursopzet. “We willen komend jaar niet alleen focussen op de allernieuwste materialen en de wetenschappelijke ontwikkelingen daarin, maar ook kijken naar bestaande materialen en hun nieuwe toepassingen. We willen nog beter een brug slaan tussen wetenschap en praktijk.” Ook zal er meer aandacht zijn voor onderwerpen als oppervlakte- en verbindingstechnieken, microscopie en het bewerken van specialistische materialen. Mede op grond van deze bredere scope verwacht Van Leent in 2014 te kunnen groeien.
Tevens wil Mikrocentrum het programma aantrekkelijker maken, omdat de beurs in juni vanwege de conventionele opzet met stands wat aan de saaie kant was. Van Leent: “Wij willen Materials nog sprankelender maken. We hadden dit jaar al de materialententoonstelling, die de aandacht trok. Zo is er volgend jaar meer te zien en is er meer beleving, met meer apparaten en producten. Op de beursvloer moet het zo leuk mogelijk zijn, die uitdaging hebben we ook bij de exposanten neergelegd.”
Breedte
De kanttekeningen nemen niet weg dat de partners die Mikrocentrum ondersteunden bij de organisatie zonder uitzondering positief terugkijken op de eerste materialenbeurs in nieuwe opzet. Eddy Brinkman, voorzitter van de Bond voor Materialenkennis, zag bij de ‘goed georganiseerde’ eerste editie een brede verscheidenheid aan bezoekers. “Voor de Bond was het een mooi platform om ons te presenteren aan materiaalminnend Nederland. De grote kracht van deze beurs is de breedte aan onderwerpen. Bezoekers kunnen met een aantal oplossingsrichtingen voor hun materiaalprobleem weer naar huis, waarschijnlijk breder dan zij vooraf hadden gedacht.”
Dicht bij de klant
Materiaaltechnoloog Erik Schuring van ECN kan bevestigen dat bezoekers op zoek zijn naar concrete oplossingen. “Wij hebben in juni kwalitatief goede contacten kunnen leggen. Er bleek behoefte aan onze materiaalkundige expertise en dat heeft tot opdrachten geleid.” Alle reden voor ECN om zich meteen aan te melden voor de 2014 editie. ECN bouwt haar aanwezigheid in Eindhoven verder uit door naast de activiteiten op het gebied van dunne-film zonnenceltechnologie binnen Solliance, een volledige infrastructuur in te richten op gebied van materiaal- en corrosieonderzoek, vormgeving van poedermetallurgische materialen en lasertechnologie.
Selfhealing materials
Sybrand van der Zwaag, hoogleraar Novel Aerospace Materials aan de TU Delft, noemt de beurs “binnen Nederland het gemakkelijkste instrument om een grote dwarsdoorsnede aan materiaalproducenten, – leveranciers en -gebruikers te benaderen”. Over belangstelling voor zijn onderzoek aan selfhealing materials had Van der Zwaag in ieder geval niet te klagen. “Veel bezoekers hadden nog nooit zo’n materiaal gezien en waren er wel benieuwd naar. Ze konden bijvoorbeeld selfhealing asfalt bekijken. Dat is in Delft bedacht en in co-productie met een wegenbouwer verder ontwikkeld. Inmiddels ligt er 16 km snelweg met selfhealing ZOAB (zeer open asfaltbeton, red.).” Andere toepassingen worden in het kader van het landelijke Innovatiegericht Onderzoeksprogramma (IOP) Selfhealing Materials onderzocht. Zoals zelfherstellende keramische lagen voor vliegtuigturbinemotoren en zelfherstellende verven voor onder meer de automotive.
Over de verdeling van de aandacht op de beurs voor bestaande dan wel nieuwe materialen is de Delftse hoogleraar uitgesproken. “Natuurlijk staat de beurs voor 99% vol met bestaande materialen, maar daarnaast is goed om te laten zien wat er aankomt. Materialen zijn immers zijn niet alleen de ‘enabling’ factor voor heel veel toepassingen, maar vaak ook de begrenzer. Voor die gevallen moeten nog heel veel nieuwe materialen worden bedacht.” Over nieuwe toepassingen van bestaande materialen gesproken, Van der Zwaag is gecharmeerd van het idee van het printen van ‘nieuwe’ producten uit afvalmateriaal. “Dat is een interessant concept.”
3D-printen
Daarop inhakend vindt Ardi Dortmans, programmamanager materiaaltechnologie bij TNO, dat 3D-printen absoluut een thema mag zijn op Materials 2014. “In ons onderzoek komen er in een vrij rap tempo materialen voor 3D-printen bij, met name metaal en keramiek. Samen met partners NLR, M2i en NanoNexNL hebben we een plan ingediend bij de topsector High Tech Systemen en Materialen voor onderzoek aan onder meer metalen voor 3D-printen. Aan de ene kant gaat het om procesontwikkeling, anderzijds leven er vragen over geprinte producten die een constructieve/structurele functie hebben: hoe lang gaan die mee, hoe zit het met de betrouwbaarheid? En daar komt nog een keten van vragen achteraan, die je allemaal moet beantwoorden voordat je een succesvol product hebt.”
Ontwerpers
Belangstelling voor de lezingen was er op Materials 2013 zeker wel. Peter Legierse, bestuurslid van de Stichting MaterialDesign, zag dat de beursvloer tijdens lezingen een stuk leger was dan tussendoor. “Blijkbaar kwamen er veel mensen voor het aantrekkelijke lezingenprogramma.” Zijn stichting promoot vooral de samenhang tussen productontwerp en materiaal. “Daarvan hebben we de eerste keer niet zoveel voorbeelden gezien. Wat dat betreft is het een goede zaak dat Mikrocentrum nu contact heeft gelegd met de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers. Hopelijk gaan ontwerpers aan leveranciers vragen om materialen die bepaalde eigenschappen hebben die ze in een specifiek ontwerp willen opnemen.”
Lange adem
Dat vergt vaak wel een lange adem, zegt Albert Konter, manager knowledge-transfer bij het Materials Innovation Institute (M2i). “Materiaalinnovatie duurt tien tot vijftien jaar. Tien, twaalf jaar geleden werd er onderzoek gedaan aan hogesterktestaal, nu zie je het in gebouwen toegepast. Bij DAF Trucks werken ze nu standaard met oppervlaktemodificering van coatings. Steeds meer bedrijven gaan over op numerieke simulatie van materiaalgedrag. Tien jaar geleden zag je dat nog niet in die mate. De uitdaging is constant om de resultaten van fundamenteel onderzoek naar toepassingen te brengen. En dat is alleen nog maar belangrijker geworden door de koppeling van het onderzoek aan de topsectoren.” Alle reden voor M2i om op Materials 2014 te laten zien met welk onderzoek het nu bezig is. “We doen nu veel aan wrijving en slijtage en het modificeren van oppervlakken daarvoor. We proberen op steeds kleinere schaal goed te begrijpen wat er gebeurt en dat te vertalen naar een grotere schaal.” Die beweging van klein naar groot, maar dan in een heel ander opzicht, hoopt een groeiend Materials in 2014 ook door te maken.
Expositieprogramma
Materials 2014 is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de keuze, de directe toepassing, het aanbrengen en het (na)bewerken van materialen. Mikrocentrum wil met het evenement productontwikkelaars, constructeurs en engineers informeren over materiaalinnovaties en handvatten bieden voor materiaalkeuze in relatie tot kostprijs, levertijd, functie, bewerking en vormgeving. Het doorlopende lezingenprogramma telt meer dan veertig bijdragen van onafhankelijke experts en exposanten. De verwachte exposanten voldoen aan een breed profiel:
Leveranciers en fabrikanten van (smart) materialen;
– Bedrijven die zijn gespecialiseerd in het bewerken van materialen;
– Bedrijven die zijn gespecialiseerd in verbindingstechnieken voor materialen;
– Bedrijven die zijn gespecialiseerd in oppervlaktetechnieken voor materialen;
– Bedrijven die zijn gespecialiseerd in materiaalkarakterisering;
– Bedrijven die zijn gespecialiseerd in het afvoeren en recyclen van materialen;
– Engineering-, constructie- en ontwerpbureaus;
– Onderzoeksinstituten, kennisinstellingen en onderwijsinstellingen;
– Bedrijven die zijn gespecialiseerd in schadeonderzoek en troubleshooting;
– Ontwerp- en designbureaus met materialenexpertise.
Meer weten?
Meer informatie kunt u vinden op de website www.materialenbeurs.nl Heeft u interesse om samen te werken, een lezing te verzorgen en/of te exposeren? Neem dan contact op met Timo van Leent – Mikrocentrum.