NIL en LAC bundelen de krachten
Het Laser Applicatie Centrum (LAC) is per 1 maart als zelfstandige stichting een integraal samenwerkingsverband aangegaan met het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL). De operationele taken van het LAC worden nu uitgevoerd door het NIL. De huidige medewerkers van het LAC blijven werkzaam op hun bestaande locatie op de campus van Universiteit Twente.
De afgelopen 10 jaar heeft het LAC zich ingezet om de toepassingen van lasertechnologie in Nederland onder de aandacht te brengen. Het NIL is al meer dan 80 jaar actief op het gebied van lasopleidingen en certificering in de lastechniek. Gezamenlijk zal er een sterke focus komen op gerobotiseerd lassen en geautomatiseerde lasprocessen. Met de samenwerking tussen LAC en NIL zullen de vele mogelijkheden en voordelen van lasertoepassingen in de markt onder de aandacht worden gebracht.
Paul Hartgers, die 10 jaar actief is geweest als directeur van het LAC, heeft per 1 maart zijn functie beëindigd, maar zal zorgdragen voor een goede overdracht van lopende activiteiten. Ard Hofmeijer, die per 3 maart is gestart bij het NIL, wordt operationeel manager bij het LAC. Hij kan zijn kennis op het gebied van robotisering en laserlastechniek uitstekend aanwenden binnen het LAC. Het management van het LAC wordt vanuit het NIL aangestuurd. De leerstoel Werktuigbouwkundige Automatisering waar de laseractiviteiten in zijn ondergebracht juicht dit nieuwe initiatief toe en ziet de mogelijkheden voor meer interactie dan ook met belangstelling tegemoet.
Op het aankomende Industrial Laserevent zullen het NIL en het LAC de integrale samenwerking verder toelichten en ook tijdens de Techni-Show zal hier op gepaste wijze aandacht aan worden besteed. Beide organisaties zullen tijdens deze beurs een presentatie houden op 13 maart. Inschrijven hiervoor kan hier.
Beide besturen, directies en de Universiteit Twente zijn verheugd dat deze integrale samenwerking tot stand is gekomen en hebben veel vertrouwen in de toekomst waarbij de voordelen van de lasertechnologie voor de Nederlandse industrie nog beter onder de aandacht gebracht gaan worden.