Onzekerheid sluipt in de staalmarkt
Enerzijds zijn er berichten dat de Europese staalproducenten in het lopende en voor het komende kwartaal prijzen willen verhogen, anderzijds zijn er ook signalen dat de grote kopers zich wat afwachtend opstellen. Dat laatste wordt veroorzaakt doordat de huidige voorraden kennelijk hoog genoeg zijn en vanwege de onwil van de grote afnemers, die (nog?) niet bereid zijn hogere prijzen te betalen. “Kortom: toekomst van de staalmarkt is ongewis, maar blijft boeiend”, concludeert de Nijmeegse staalhandelaar Noviostaal in haar nieuwsbrief.
De staalfabrieken hebben volgens Noviostaal behoorlijk gevulde orderboeken gelet op de langere levertijden en menen op grond van de recente economische cijfers een prijsverhoging te kunnen rechtvaardigen. Immers een betere economie betekent meer vraag naar grondstoffen en dus ook meer behoefte aan staal. Een grotere afzet van grondstoffen leidt automatisch tot hogere prijzen voor ertsen, energie en transport, waardoor de kosten voor de productie van staal ook stijgen. “Misschien echter lopen de staalmakers te ver voor de muziek uit, want weliswaar is er sprake van een licht verbeterde economische situatie, maar de realiteit is ook, dat die groei niet echt overschat mag worden”, aldus Noviostaal.
Bovendien zijn er weliswaar positieve geluiden over de economie in de VS te horen, maar ook minder positieve. US Steel bijvoorbeeld heeft op grond van de tegenvallende economie besloten $1,8 Miljard versneld af te schrijven. Tegelijkertijd heeft de grootste Russische staalproducent EVRAZ bekend gemaakt haar walswerk in het Delaware (USA) tijdelijk te gaan sluiten. EVRAZ noemt daarbij als argumenten de zwakke vraag en de overcapaciteit. Gemengde geluiden zijn ook te horen in Europa. ThyssenKrupp Steel wil een van haar hoogovens in Duitsland weer opstarten, maar het Italiaanse ILVA heeft juist weer besloten om de herstart van een van haar hoogovens, die gepland was voor eind september of begin oktober, uit te stellen wegens een tegenvallende vraag. Voest-Alpine denkt dat vanwege de structurele overcapaciteit in Europa de prijzen niet of nauwelijks zullen stijgen. In China heeft de regering het besluit genomen in de komende 3 jaar staalfabrieken met een capaciteit van totaal 80 miljoen te gaan sluiten. Het noordoosten van China, waar deze fabrieken gevestigd zijn, heeft te maken met veel milieuvervuiling veroorzaakt onder meer door deze verouderde fabrieken.
Een hoeveelheid van 80 miljoen ton lijkt veel (is inderdaad circa 12 keer de capaciteit van Tata Steel IJmuiden), maar is toch slechts 8% van de totale capaciteit van de Chinese staalproductie. Mogelijk zal daardoor het exportvolume vanuit China naar Europa de komende jaren wat gaan afnemen, maar daar staat tegenover dat importen vanuit India juist weer kunnen gaan stijgen. Met name de gedevalueerde Rupee heeft de exportpositie van de Indiase fabrieken sterk verbeterd. De Europese fabrieken zijn er eind 3e kwartaal in geslaagd een gedeeltelijke prijsverhoging te realiseren, maar anderzijds staan thans met name de dagprijzen weer onder lichte druk en bovendien bewegen de importprijzen zich niet of nauwelijks. De wens van de staalmakers om de prijzen verder te verhogen wordt ook gevoed door het gegeven dat traditioneel in het 4e kwartaal de onderhandelingen met de automobielindustrie starten. Uit strategische overwegingen kunnen de fabrieken dan ook niet anders dan een stijging aan te kondigen. Ondanks deze sterk wisselende signalen uit de markt geloven diverse economen en financiële specialisten toch dat op termijn de behoefte aan staal zal gaan toenemen en de prijzen zullen gaan stijgen. De World Steel Association voorspelt een stijging in het verbruik voor dit jaar van 1,3% (tot 1,48 miljard ton) en van nog eens 3,3% voor 2014. Ook MEPS stelt, dat de prijzen momenteel het laagst zijn en verwacht een voortdurende stijging tot 2016.