Orderintake Duitse werktuigmachinebouw laat nog geen ommekeer zien
De binnenkomende orders in de Duitse werktuigmachine-industrie zijn in het derde kwartaal van 2023 met nominaal 9 procent gedaald vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
De binnenlandse bestellingen lagen 8 procent onder het niveau van vorig jaar, terwijl de buitenlandse bestellingen met 9 procent daalden.
De binnenlandse bestellingen lagen 8 procent onder het niveau van vorig jaar, terwijl de buitenlandse bestellingen met 9 procent daalden. In de eerste drie kwartalen van 2023 daalden de binnenkomende orders met in totaal 7 procent. Binnenlandse orders waren 12 procent lager en buitenlandse orders 5 procent lager dan in dezelfde periode vorig jaar. In reële termen betekent dit een totale daling van het aantal bestellingen met 12 procent.
Nog geen trendomkering
“Er is nog steeds geen trendomkering in zicht in de binnenkomende orders van de Duitse werktuigmachine-industrie”, aldus directeur Wilfried Schäfer van brancheorganisatie VDW (Vereniging van Duitse Werktuigmachinefabrieken). Het gebrek aan investeringen heeft gevolgen voor de hele wereldeconomie. In Duitsland en Europa als geheel vertragen hoge rentetarieven en hoge kosten de investeringen. De vraag naar consumptiegoederen is geconcentreerd in de dienstensector.
Voorraden die door veel bedrijven zijn opgebouwd in tijden van ernstige leveringsproblemen, smelten nu weer weg. De kostendruk neemt echter af omdat de inflatie langzaam daalt en ook de prijzen voor energie, grondstoffen en halffabrikaten dalen.
China lijdt onder zwakke economie
Als het om buitenlandse orders gaat, presteren Europa en Azië zwakker. Vooral China heeft te lijden onder een zwakke economie. Het land kampt met een lage consumentenvraag en een worstelende vastgoedsector. De VS zijn daarentegen veerkrachtiger en bestellen momenteel meer dan China.
Grote orderportefeuille
“Opnieuw loodst de grote orderportefeuille ons door deze moeilijke tijden”, zegt Schäfer. De omzet blijft met dubbele cijfers groeien, met nominaal 14 procent, hoewel de groei geleidelijk afvlakt. De bezettingsgraad daalde in oktober opnieuw, van 90,5 procent in juli naar 88,5 procent. Het aantal medewerkers aan het eind van het eerste halfjaar bedroeg 65.000.
“Onder deze omstandigheden kunnen we onze productievoorspelling van 10 procent groei in het lopende jaar opnieuw bevestigen”, besluit Schäfer. De ontwikkelingen in het komende jaar worden echter gekenmerkt door grote onzekerheid.