Overval operator niet plotseling met nieuwe ‘vriend’
Bij experimenten in het MKB met robots domineert nog heel vaak de techniek en is er te weinig oog voor de arbeidskwaliteit van degene die de robot bedient. Dat is doodzonde, meent Stephan Corporaal, lector Human Capital aan Saxion Hogeschool. “Wij hebben ontdekt hoe goed het uitpakt als je de operator zelf aan de slag zet met het inrichten van een samenwerking tussen mens en robot.”
Stephan Corporaal en Milan Wolffgramm van Saxion Hogeschool: “Wij hebben ontdekt hoe goed het uitpakt als je de operator zelf aan de slag zet met het inrichten van een samenwerking tussen mens en robot.”
Corporaal heeft het meerdere keren meegemaakt: Een robot wordt letterlijk een productiehal binnengereden. Een externe trainer geeft in een gelikte PowerPoint uitleg en vertrekt weer. De operators blijven verbijsterd achter. Het gevolg is gelatenheid en passiviteit, soms zelfs sabotage. Dat is niet zo vreemd, zo stelde Corporaal in zijn presentatie over robotisering op de Dag van de Robotica 2022 van het Nederlands Instituut voor Industriële Robotica. Hij gaf het voorbeeld van die ‘blauwe Harm’, die uren achter elkaar kan doorbrengen als aangeefluik of toezichthouder van de robot. Dat is niet wat je wilt. Corporaals advies is daarom: betrek medewerkers al vanaf het begin bij je plannen voor robotisering. Overval ze niet zomaar plotseling met hun nieuwe ‘vriend’.
Techniek naar eigen hand zetten
Natuurlijk moeten operators robot-skills leren. Maar er kan veel meer worden bereikt door nog een stap verder te gaan en operators letterlijk op de rug van de techniek te laten springen en ze mee te laten rijden. Dat doe je door ze te betrekken, door ze in beweging te zetten en te leren om de techniek naar eigen hand in te zetten, hoe ze met een robot het werk verbeteren. En door vakmanschap te benutten. “Dat vereist een forse autonomie en betrokkenheid bij het inrichten van de mens-robot samenwerking”, aldus Corporaal. “Kenmerkend voor onze aanpak is dat we operators niet alleen een skills-set en een instructieschema geven, maar echt zeggenschap leren nemen om zelf de mens-techniek samenwerking in te regelen en hun dagelijks werk daarmee te verbeteren. De mens is dan niet langer het sluitstuk van de techniek maar grijpt de techniek en zet die naar zijn eigen hand.”
Meer flexibiliteit en productiviteit
En dan gaan de robot en de mens elkaar benutten op hun sterke punten: de snelheid, onvermoeibare en foutloze operatie van de robots en de flexibiliteit en de creativiteit van de mensen. “Een ding is glashelder”, aldus Corporaal. “Robots worden steeds makkelijker bedienbaar en programmeerbaar, bijvoorbeeld die slimme robotarmen, de cobots. Daardoor hebben we nu eindelijk het punt bereikt dat het spannend wordt met die techniek. We zijn nu in staat om de twee grootste uitdagingen van MKB’ers integraal aan te pakken: meer productiviteit en meer flexibiliteit. Daarvoor is het nodig dat de robot en de mens hun kwaliteiten niet alleen gebruiken maar elkaar wederzijds versterken.”
“Denk vanuit het bekende 1+1=3. Waar draagt de robot het beste bij in het proces, waar de mens?”, legt onderzoeker Milan Wolffgramm van Saxion Hogeschool uit. Hij adviseert MKB’ers om al in een vroeg stadium te experimenteren met de techniek die ze willen gaan inzetten, samen met de operators die daar straks mee aan de slag gaan. “Begin met die techniek goed te leren kennen en ga samen aan de slag met simpele opdrachten. Maak het vervolgens steeds een stukje complexer. Kijk bijvoorbeeld naar de inzet bij een nieuw product of werk met meer regelruimte voor de operator. Gaandeweg kom je er dan achter: wat heeft de robot nodig om technisch goed te functioneren? En: wat heeft de mens nodig om goed met de robot te kunnen samenwerken? Zo bepaal je samen hoe je werkopstelling er in de praktijk uit moet komen te zien.
Op de werkplek
Betrek vervolgens de operators ook bij het testen en de implementatie: kunnen zij de werkopstelling goed draaien? Houden ze het op langere termijn vol? Is de opstelling veilig?
Coropaal en Wolffgramm adviseren het MKB om vooral aan de slag te gaan. Niet met statische demo’s, maar op de werkplek met de medewerkers. “Zo maak je van elke robot een ‘co-bot’. Een vriend waarmee je operators de samenwerking kunnen en willen aangaan én kunnen volhouden.”