Pantatec Ultimate ontvet straalmiddel
De toevoeging van Pantatec Ultimate zorgt voor ontvetting van metallisch straalmiddel en voor de verbetering van het straalresultaat in straalinstallaties. Productie gerelateerde vetten en oliën worden effectief en grondig van het straalmiddel, de straalinstallatie en – als belangrijkste – van het straalproduct verwijderd en gebonden. De daardoor ontstane deeltjes, bestaande uit vetten, oliën en Ultimate, worden daarna uit het straalproces verwijderd. Tegenwoordig moet op een poedercoating 15 tot 20 jaar garantie worden afgegeven. De zekerheid van een goede vetvrije ondergrond is dan van belang.
Ultimate kan eenvoudig direct aan het straalmiddel worden toegevoegd. Het vermengt zich tijdens het straalproces continu met het straalmiddel en heeft meteen zijn uitwerking. Korte tijd na de eerste toevoeging is duidelijk zichtbaar, dat het straalmiddel zuiverder en ‘vloeibaarder’ is. De gestraalde oppervlakken zijn weer metaalachtiger en schoner. Het fijne stof dat tijdens het straalproces vrijkomt, kleeft niet meer aan het olie en vetlaagje dat zich normaal gesproken op het straalmiddel en het werkstuk bevindt. De zeef kan het straalmiddel weer effectief en gericht reinigen en de filters vervuilen niet meer door stof, verkleefd met olie en vet. Zo kunnen metaaloppervlakken praktisch zonder de gewoonlijke voorreiniging (wassen, drogen) worden gestraald respectievelijk zonder reiniging achteraf direct met geschikte lak- en poedersystemen gecoat worden. Het gestraalde en afgewerkte metaaloppervlak blijft de gewenste kenmerken behouden. Vaak optredende donkere verkleuringen, zoals bij gietdelen, worden zo vermeden. Tijdens het shotpeenen behoudt het straalmiddel de benodigde eigenschappen, onafhankelijk van ongecontroleerd aanwezige oliën en vetten.
Automatische dosering
Om een zo optimaal mogelijk straalproces te realiseren heeft Pantatec voor de toevoeging van Ultimate een automatisch doseerapparaat ontwikkeld, de Injecto. Het reinigingspoeder wordt door een pneumatisch injectiesysteem in de gewenste hoeveelheid rechtstreeks aan het straalmiddel toegevoegd. In een voorraadtank van 60 liter zorgt een roerwerk ervoor, dat het poeder losjes blijft en in het doseervak terecht komt. Van daaruit wordt Ultimate met een injectielans en gerichte luchtdrukstoot rechtstreeks in de straalmiddelbunker gespoten. Deze lans bevindt zich in de kernstroom van het straalmiddel, waardoor het poeder zich goed en tijdig vermengt met het straalmiddel. Het poeder zorgt daarna meteen voor de reinigende werking en verwijdert oliën en vet.
Dosering
Het doseerapparaat wordt verbonden met de aansturing van de straalinstallatie, waardoor alleen Ultimate wordt toegevoegd als de installatie actief is. Bij werpstraalinstallaties wordt gebruik gemaakt van het afsluitsignaal van de toegang, terwijl bij het vrijstralen het zekerheidssignaal van de straalcabinedeuren de dosering aanstuurt. De gewenste hoeveelheid Ultimate kan eenvoudig via het bedieningspaneel van het doseerapparaat met stappen van 25 ml worden ingesteld in een hoeveelheid van 0 tot 10 liter per uur. Voor het werpstralen is circa 0,5 tot 1 liter per turbine per straaluur nodig; voor het vrijstralen circa 0,05 tot 0,1 liter per straalnozzle. Door de inhoudssignalering wordt de operator tijdig attent gemaakt op de toevoeging van een nieuwe zak Ultimate (50 liter). Handmatig door het leegschudden van een zak in de voorraadtank of automatisch met behulp van een aanzuigsysteem, waarbij de zakken met Ultimate op de werkvloer kunnen blijven staan
Aanzuigsysteem
Het aanzuigsysteem bestaat uit een aanzuig- en filterkop die op de voorraadtank wordt vastgezet. Dit systeem is ook achteraf te installeren. Deze krachtige zuig- en filtereenheid bevat een automatische filterreiniging en maakt het mogelijk om binnen enkele minuten een volledige zak Ultimate vanaf de werkvloer tot een hoogte van 10 meter in een voorraadtank te transporteren. Het transport gebeurt met een zuigslang, die een zuigmondstuk met dubbele pijp heeft voor het legen van de zak. De zuigslang wordt in de direct nabijheid van de straalinstallatie geïnstalleerd.
Installatie van het doseerapparaat
De Injecto kan eenvoudig op elke nieuwe en bestaande straalinstallatie worden geplaatst. Dit gebeurt door het maken van een opening in de zijwand van de straalmiddelbunker met voldoende ruimte voor het doseerapparaat. Een spanflens zorgt daarna voor de zelfdragende bevestiging aan deze zijwand. De injectielans wordt in de kernstroom van het straalmiddel geplaatst. Het bedieningspaneel wordt dan zo dicht mogelijk bij het doseerapparaat op een geschikte plek gemonteerd en heeft een standaard elektrische aansluiting van 230V/16 A nodig. Verder is een 6 bar persluchtaansluiting nodig, die met een persluchtslang via een snelkoppeling wordt aangesloten op het doseerapparaat.
Meer informatie:
Magistor straal- en verspaningstechniek, Rijssen