Personeel is de grootste uitdaging

De resultaten hiervan werden gepresenteerd tijdens Tuwi Next, een onderdeel van het tweedaagse open huis van de machineleverancier in Winterswijk. Dit nieuwe event trok zo’n honderd deelnemers.

Het klanttevredenheidsonderzoek was een initiatief van sales manager Rohalt Kas en marketing manager Dion Penterman. Meer dan duizend klanten vulden de vragen in, hetgeen een schat aan informatie opleverde. Deze grote respons heeft Tuwi-eigenaren Jeroen Tadema en Marco Mans toch enigszins verrast. Mans: “We wilden weten voor wat voor uitdagingen onze klanten staan, dat is een vraag die wij ons zelf natuurlijk ook heel vaak stellen. Waar lopen ze tegen aan, hoe zien ze hun bedrijf over een aantal jaren en hoe zien ze de ontwikkeling van de branche. En natuurlijk: hoe kunnen wij daar als machineleverancier bij helpen.”

Snelle levertijden

De uitkomsten zijn verzameld in het Trendrapport Nederlandse Metaalbranche. Hieruit blijkt allereerst dat de klanten van Tuwi voornamelijk samengestelde producten, eigen producten en onderdelen maken voor hun opdrachtgevers. Sub-assemblies en complete installaties komen veel minder voor. Klanten van de bedrijven waaraan Tuwi machines en gereedschappen levert vinden vooral snelle levertijden en een goede prijs-kwaliteitverhouding belangrijk.

Focus op efficiënter produceren

Een duidelijke uitkomst was dus ook het tekort aan technisch personeel. De focus bij de klanten ligt de komende 3 jaar dan ook op efficiënter produceren en de voortgang van het bedrijf. Tuwi ziet in onderzoek dat veel ondernemers nadenken over oplossingen zoals robotisering, automatisering, software en procesoptimalisatie.

Het programma dat de bezoekers van Tuwi Next kregen aangeboden, speelde daar gericht op in. De eerste spreker was Annemarie Mulder van FME, die het programma ‘De fabriek van de toekomst’ onder de aandacht bracht. Met dit programma zijn al honderden maakbedrijven geholpen bij het upgraden van hun bedrijf.

Dit gebeurt aan de hand van acht succesfactoren, die moeten resulteren in een digitale fabriek met automatische productie en continue verbeteringen. Mulder wees er op dat ondernemers een scan kunnen invullen om te ontdekken waar ze staan. Dat vormt een basis om met de upgrading aan de slag te gaan.

Ondersteuning medewerkers

Processen en producten worden steeds complexer en tegelijkertijd groeit het tekort aan technisch personeel. TNO doet daarom onderzoek naar technologieën die medewerkers kunnen ondersteunen, zodat toch foutloos en snel kan worden geproduceerd. Gu van Rhijn van TNO legde uit dat haar organisatie zich concentreert op drie technologieën: cobots, exoskeletten om de fysieke belasting te verminderen en operator support technologie. Dat laatste behelst het geven van digitale instructies aan medewerkers, hetgeen op meerdere manieren mogelijk is. Gericht onderzoek van TNO en eigen pilots in de praktijk geven een wisselend beeld van het effect van de inzet van deze technieken.

De resultaten zijn zeker niet allemaal zo rooskleurig als de leveranciers ervan beweren. Het succes ervan hangt erg af van de situatie en het proces en is dus voor elk bedrijf verschillend. Van Rhijn nodigde de ondernemers uit om eens langs te komen in de fieldlabs van TNO met demonstrators in Eindhoven en Delft.

Minder arbeid, meer productiviteit

Verkoopdirecteur Aki Kuusinen van Astes4 ging in op de mogelijkheden van uitsorteersystemen bij lasersnijmachines. Tuwi heeft onlangs het importeurschap van deze systemen gekregen, samen met dat van de lasers van Mitsubishi. Kuusinen legde uit dat minder arbeid en een hogere productiviteit voorop staan bij de ontwikkeling van de systemen van Astes4. Deze systemen zijn in de loop der jaren flink doorontwikkeld om antwoord te geven op de snelle fiberlasers met hun steeds grotere vermogens. De jongste innovatie is een geïntegreerde gereedschapswisselaar in de picking tools, die de flexibiliteit en de snelheid het bij uitrapen van verschillende laserparts vergroot.

Slim gebruik van data

Tot slot vertelde Jeroen Broekhuijsen van TNO over het programma ’10 keer klaar voor Industrie 4.0’. Hierbij worden productiebedrijven met kleine serie productie geholpen om data uit hun machines te halen en slim te gebruiken. Dit resulteert in lagere kosten en kortere doorlooptijden. De kracht hiervan is dat TNO (samen met Produmize) dus niet alleen 5 à 10 jaar vooruit kijkt, maar vooral onderzoekt wat we nu al kunnen doen.

Welke resultaten kunnen we nu al van Industrie 4.0 krijgen? Ondernemers die het gevoel hebben wat achter te lopen bij de Smart Industry ontwikkelingen, hoeven niet te wanhopen, zo bleek uit het relaas van Broekhuijsen. De industrie zit nog maar aan het begin van automatiseren/digitaliseren, zelfs degenen die beweren dat ze voorop lopen en al heel ver zijn. Dit geldt voor de maakbedrijven zelf maar ook voor de machineleveranciers.

Herkenbare uitkomsten

Via het programma ’10 keer klaar voor Industrie 4.0’ kunnen MKB-bedrijven praktisch met Industrie 4.0 aan de slag. Een aantal bedrijven heeft dat al gedaan en dat blijkt aanprekende en voor metaalbedrijven herkenbare uitkomsten op te leveren. Zo werd bij een bedrijf een studie gedaan naar de effectieve lastijd aan de hand van data.

Daarbij kwamen grote verschillen naar voren. Wat bleek: dat kwam vooral door een potige lasser, die in staat was samenstellingen in één keer in de lasmal te tillen. Zijn minder potige collega’s hadden daarvoor takels nodig, hetgeen natuurlijk ten koste ging van effectieve lastijd. De data bracht perfect in kaart hoe groot dit effect precies was en daarmee kon het bedrijf gericht aan de slag.

Nieuwe vertegenwoordigingen in de schijnwerpers

Tuwi gaf tijdens het open huis twee dagen lang een compleet overzicht van haar machine-aanbod. Natuurlijk werden de machines van bekende fabrikanten als Durma, Schröder, Costa, CMA en Geka getoond. Maar vooral stonden de nieuwe vertegenwoordigingen in de schijnwerpers: de boor-/zaagstraten van M&G Steel Machines, de cobot lascellen van Rolleri, de lasersnijmachines van Mitsubishi Electric en de uitsorteersystemen van Astes4.

Tuwi speelt met deze nieuwe dealerschappen in op de trend die in alle sectoren en op alle niveaus van de metaalbewerking zichtbaar is – en die ook nog eens werd bevestigd door het eigen klantenonderzoek: iedereen wil efficiënter gaan werken door automatisering en digitalisering en zo de productie opschroeven. Tegelijkertijd wil men zo een mouw passen aan het groeiende personeelsprobleem.

M&G boor-/zaagstraten

Van de nieuwe merken in het leveringsprogramma waren vertegenwoordigers tijdens het open huis aanwezig om hun producten te demonsteren en bezoekers te informeren. Zoals Giani Brito van M&G. Hij is samen met Manuel Ramos oprichter en eigenaar van deze Portugese machinefabrikant voor CNC-gestuurd zagen boren, tappen, frezen en markeren van balkenstaal en profielen.

Het is een groeiend bedrijf met een jong team, dat al succesvol is in eigen land, Spanje, Zuid- en Noord-Amerika. De ambitie is om ook Europa te veroveren. Brito vertelde dat M&G is begonnen als onderhoudsbedrijf voor een Spaanse fabrikant. Maar toen die ophield te bestaan, besloten de twee jonge ondernemers hun inmiddels opgedane kennis en ervaring te gebruiken om zelf boor-/zaagstraten te gaan bouwen. “Geen kopieën van de machines van de Spaanse fabrikant maar machines waarin we onze eigen ideeën en dingen van Duitse en Italiaanse fabrikanten hebben samengebracht. We kregen het vertrouwen van onze klanten en verkochten zo onze eerste machines aan hen.”

Simply clever

Brito vindt dat ‘Simply clever’, het bekende motto van autofabrikant Skoda, ook goed van toepassing is op de machinesystemen van M&G. “We proberen de beste machines voor de beste prijs te leveren. Zo standaard en zo eenvoudig mogelijk, zonder speciale opties of speciale onderdelen. Een sterk punt hierbij is dat we alle software zelf ontwikkelen. Dat is goed voor de klant, het maakt onze machines flexibel. Is een kleine verandering gewenst, dan kunnen we dat onmiddellijk realiseren.”

M&G wil stap voor stap groeien. Met partners die niet alleen machines verkopen maar ook service bieden. “Een verkoper verkoopt de eerste machine, maar de tweede wordt verkocht door de serviceman”, is de overtuiging van Brito. Daarom is hij blij met Tuwi als dealer. “We passen heel goed bij elkaar. We zijn allebei gericht op samenwerken en is er een probleem, dan lossen we samen zo snel mogelijk op, in belang van de klant.”