Personeelstekorten vereisen productiviteitsverhoging technologische industrie
Meer en beter opgeleide vakkrachten, intensiever samenwerken in de keten en volop investeren in R&D. Deze drie zaken moeten hoog op de agenda van elke producent staan. Dat zegt ING Research in een nieuw rapport over de uitdagingen en kansen voor de technologische industrie in Nederland richting 2030.
De economische meerwaarde die de technologische industrie produceert, is de afgelopen vijf jaar gemiddeld 5% per jaar gegroeid. Wanneer de sector dit groeitempo volhoudt, zal deze toegevoegde waarde in 2030 twee keer zo groot zijn als in 2010.
Belangrijke steunpilaar
De technologische industrie is een belangrijke steunpilaar voor de Nederlandse economie en export. Met 150 miljard euro omzet en een productiviteitsgroei die de afgelopen 25 jaar meer dan drie keer zo hoog was als die van de gehele economie. Toch staat de sector voor grote uitdagingen: het personeelstekort neemt de komende jaren verder toe en een betere benutting van digitale technologie is noodzakelijk om de productiviteitsgroei hoog te houden.
Gert Jan Braam, ING Sectorbanker Industrie: “De technologische industrie heeft de afgelopen jaren een mooie groei laten zien. Maar het groeiende personeelstekort vraagt om actie wil de sector het huidige groeitempo vasthouden. Technische vakmensen worden schaarser en ook IT-ers zijn steeds harder nodig om de digitale kansen volop te benutten. Vanwege deze arbeidsmarktkrapte is productiviteitsgroei de belangrijkste driver voor verdere groei en verbetering van de internationale concurrentiepositie.”
Bloeiperiode
De Nederlandse technologische industrie maakt een bloeiperiode door. De afgelopen vijf jaar is het economisch aandeel van 4,5% van het bbp in 2017 gegroeid tot 4,8% in 2021. Opvallend, omdat in de twintig jaar ervoor het economisch aandeel een vol procentpunt afnam.
Groei toegevoegde waarde
In de ‘My Industry’ rapporten van ING uit 2011 en 2017 werd een verdubbeling van de toegevoegde waarde in twintig jaar als haalbare groeiambitie geformuleerd. Lange tijd bleef de groei ver achter bij die ambitie, maar sinds 2017 is daar verandering in gekomen. De laatste vijf jaar lag de gemiddelde jaargroei met 5% vijf keer zo hoog als de zes jaar ervoor. Historisch gezien is dit een uitzonderlijk hoge groei. Over de afgelopen 25 jaar was de gemiddelde groei namelijk 2,8%.
Verdubbeling toegevoegde waarde haalbaar
Nieuwe groeikansen bieden perspectief op aanhoudend hoge groei. De technologische industrie speelt een cruciale rol in de energietransitie. Daarnaast biedt de brede digitaliseringstrend meer groeimogelijkheden voor de snelgroeiende Nederlandse halfgeleiderindustrie. Chipstekorten zorgen voor nieuwe EU-investeringen in de Europese chipsindustrie die ook voor Nederland positief kunnen uitpakken. Ook de langdurige fricties in toeleveringsketens kunnen een boost aan lokale productie geven. Tot slot verbeteren de relatief snelgroeiende arbeidslonen in Azië de concurrentiepositie van Nederland. Zo bezien is de 4,4% per jaar die nog nodig is om de ambitie voor 2030 te halen, een uitdagende, maar realistische ambitie.
Hogere productiviteitsgroei nodig
De arbeidsmarkt is sinds 2021 krapper dan ooit. De verwachting is dat de krapte de komende jaren vanwege de vergrijzing alleen maar toeneemt. De toenemende arbeidsmarktkrapte maakt het alleen maar belangrijker dat de technologische industrie het tempo van waardecreatie opvoert. Bij onvoldoende nieuw personeel kan vooral via een slimme inzet van technologische middelen de productie met hetzelfde aantal werknemers worden vergroot. Blijft de arbeidsproductiviteitsgroei op zo’n 3% per jaar liggen, dan moet personeelsomvang in 2030 ten opzichte van 2020 zo’n 70.000 werknemers groter zijn om de het groeidoel te realiseren. Bij een productiviteitsgroei van 5% per jaar zijn daarentegen helemaal geen extra medewerkers nodig. Wanneer de productiviteit helemaal niet meer toeneemt, heeft de sector echter meer dan 200.000 extra medewerkers nodig om de verdubbeling mogelijk te maken.
Potentieel voor productiviteitswinsten
Hoewel nieuwe digitale technologieën zich snel in de economie hebben verspreid, verloopt de adaptatie en vertaling in betere bedrijfsprestaties vrij traag en ongelijkmatig. Het potentieel voor aanzienlijke productiviteitswinsten door digitale transformatie op middellange termijn is nu echter groter dan in de afgelopen 15 jaar. Dit komt doordat het merendeel van de digitale toepassingen, zoals kunstmatige intelligentie, nog relatief jong en in ontwikkeling is. Bovendien vereist succesvolle digitalisering ook nieuwe werkwijzen en vaardigheden en het doorbreken van oude routines. De bestuurders die ING sprak onderschrijven de kansen die digitalisering biedt, maar ook de lange adem die vereist is om het tot zijn recht te laten komen. Zo is de term ‘the Internet of Things’ (IOT) al zo’n twintig jaar oud, maar kost het tijd om chips in producten te verwerken, te koppelen via internet, data te ontsluiten, analyseren en vervolgens zinvol toe te passen.
Kansen in geautomatiseerde fabrieken
De voordelen van verregaande digitalisering zijn groot. Door machines en apparaten digitaal aan elkaar te koppelen kan uiteindelijk een volledig geautomatiseerde fabriek ontstaan die 24/7 kan draaien zonder tussenkomst van machineoperators. Dit vindt tot nu toe nog in te beperkte mate plaats, maar kan productiviteits- en kwaliteitsverhogend, en ook arbeidsbesparend werken. In het ideale geval kan de gedigitaliseerde fabriek zich met kunstmatige intelligentie zelfstandig optimaliseren via zelfaanpassing en kwaliteitsmeting van producten. Data-analyse biedt – ook zonder inzet van kunstmatige intelligentie – veel inzicht in procesefficiëntie en productkwaliteit. Als dit voor procesoptimalisatie wordt ingezet, kan de productiviteit sterk verbeteren. Bij predictive maintenance wordt machineonderhoud bijvoorbeeld door een continue informatiestroom over gebruik, werking en slijtage van de machine zo ingepland dat het zo min mogelijk kost en zoveel mogelijk oplevert. Via digitale simulatie verloopt het engineeringproces bijvoorbeeld efficiënter. Met ontwerp op basis van een zogenoemde ‘digital twin’ kunnen producten virtueel worden geproduceerd en getest voordat prototypes worden gemaakt.
Investeren in digitale vaardigheden
Voor bedrijven in de technologische industrie zijn daarom volgens ING drie zaken cruciaal voor het grijpen van digitale kansen: meer en beter opgeleide vakkrachten, intensiever samenwerken in de keten en volop investeren in R&D. Het investeren in digitale vaardigheden van medewerkers op elk niveau heeft een positief effect op de productiviteit. Het bevorderen van de keuze voor techniek blijft een grote uitdaging, maar kan het binnenlandse arbeidspotentieel wel vergroten. Daarnaast moet er veel meer kruisbestuiving tussen scholen, universiteiten en bedrijfsleven komen.
Meer ketensamenwerking en R&D-investeringen
Digitale technologie kan verregaande co-creatie mogelijk maken. Succesvolle samenwerking in toeleveringsketens onderscheidt de Nederlandse en Europese technologische industrie van haar tegenhangers in de VS en Azië. Zo kan de ontwikkelaar bij het ontwerp al erkende partners betrekken om innovatiekracht te bundelen. Toeleveranciers kunnen door meer inzicht in de fabricage-eisen, robuustheid, kwaliteitseisen van het uiteindelijke product een groter deel van de R&D voor hun rekening nemen. Tot slot is Research & Development een belangrijk vliegwiel voor technologische ontwikkeling en productiviteit. Geavanceerde digitalisering vergt tijd en energie en daarom voldoende innovatiebudget. Nederland investeert duidelijk minder in R&D dan veel andere kenniseconomieën, waarbij de overheid een relatief klein aandeel voor haar rekening neemt.
Lees hier de gehele publicatie