Productiebeperkingen stimulans voor stijging staalprijzen?
Uitblijvend herstel van de vraag, nog steeds te hoge voorraden, lage importprijzen, stabiele tot licht stijgende binnenlandse staalprijzen, hogere productiekosten vanwege de steeds hogere energietarieven en toenemende productiebeperkingen bij de staalfabrieken.
Nog steeds wordt er veel staal geïmporteerd tegen lage prijzen en die verstoren natuurlijk de pogingen van de EU-fabrieken om het prijsniveau binnen de EU omhoog te krijgen.
Dat is volgens het StaalJournaal kort samengevat de huidige situatie op de Europese staalmarkt. Met als conclusie: de staalprijzen hebben de bodem bereikt en voorzichtig een eerste trede van de trap naar boven genomen.
Capaciteitsbeperkende maatregelen
Verschillende staalfabrieken hebben al beperkingen in de productie van ruwstaal doorgevoerd of gaan dat doen. De bedoeling ervan is volgens het StaalJournaal overduidelijk, namelijk proberen vraag en aanbod meer in balans te krijgen, waardoor een zekere mate van schaarste zou (moeten) ontstaan met als gevolg een opwaartse prijscorrectie. De politiek van de staalmakers is niet onbegrijpelijk, want bij het huidige prijsniveau op de Europese binnenmarkt lijden de fabrieken verliezen, waarbij de hogere energiekosten zelfs nog niet eens meegerekend zijn.
Binnenlandse vraag blijft achter
Nog steeds wordt er veel staal geïmporteerd tegen lage prijzen en die verstoren natuurlijk de pogingen van de EU-fabrieken om het prijsniveau binnen de EU omhoog te krijgen. ArcelorMittal kondigde onlangs aan prijzen voor levering oktober met € 50 en voor levering in de rest van kwartaal 4 met nog eens € 50 te verhogen. “Andere staalmakers proberen dit voorbeeld te volgen, maar zolang als importprijzen laag blijven bestaat er gerede twijfel of die verhoging er ook daadwerkelijk door komt. Inderdaad zagen de prijzen een opwaartse ontwikkeling, maar de vraag is of die blijvend zal zijn, gezien het feit dat de binnenlandse vraag nog steeds achterblijft”, aldus het StaalJournaal.
Herstel vraag in China?
Toch gloort er wellicht een beetje hoop voor de producenten. Ten eerste omdat er signalen zijn dat de Chinese markt binnenkort een herstel van de vraag zou kunnen gaan zien. De Chinese overheid heeft een tweede plan ter stimulering van de nationale economie gepubliceerd. Nadat ze al in juni een investeringsplan, voor infrastructurele werken en o.a. woningbouw, ter grootte van 300 miljard Yuan (ca. $ 44 miljard) bekend maakte, volgde er begin september een tweede injectie voor de economie van gelijke omvang. De regering wil hiermee ook de banken meer ruimte geven voor het verstrekken van kredieten voor investeringen. Totaal ca. $ 88 miljard dus, maar critici blijven sceptisch over het effect hiervan. Dit omdat men denkt dat het bedrag voor deze investeringsplannen samengeteld toch te weinig van omvang is om de schade die ontstaan is door de enorm strenge Lockdown maateregelen te kunnen compenseren.
Wat anderzijds echter wel een positieve ontwikkeling kan zijn is, dat de grootste Chinese bouwontwikkelaar Evergrande bekend maakte per 1 oktober a.s. de constructie van bijna 40 grote projecten, waar maandenlang een bouwstop op was, te gaan hervatten, wat ongetwijfeld tot meer binnenlands staalverbruik zal gaan leiden en daarmee een positieve impuls zal kunnen zijn voor de prijzen.
Fabriek Posco zwaar beschadigd
Een ander bijzonder voorval zou op korte termijn ook een positief effect op de staalprijzen op de Aziatische markt kunnen hebben en daarmee exportprijzen opwaarts stimuleren. Een fabriek van de Zuid-Koreaanse staalproducent Posco is begin september zwaar beschadigd door een cycloon, waarna er een grote brand uitbrak. De ruwstaalproductie, gieterijen en walsstraten voor kwartoplaat, warmgewalste coils en draad kwamen daardoor stil te liggen. Naar verluidt zou voor het herstel van deze schade een periode van 1 tot 2 maanden nodig zijn en waardoor het bedrijf naar schatting ca. 1 miljoen ton staal minder zal kunnen produceren. Toen het nieuws bekend werd veerden onmiddellijk de staalprijzen aldaar op. Zo heeft een vooraanstaande Vietnamese producent al aangekondigd staalprijzen de komende maand te zullen gaan verhogen. In haar bericht hierover verwijst de fabriek naar de problemen die Posco heeft en de naar haar mening hogere prijzen binnen Europa.
Energieprijzen
De eerdergenoemde achterblijvende behoefte aan staal op de Europese markt wordt deels veroorzaakt door nog immer te hoge voorraden bij de distributeurs, door de maar steeds niet echt herstellende behoefte uit de automobielsector, maar ook door de fors gestegen energieprijzen. Deze laatste ontwikkeling raakt namelijk niet alleen de staalproducenten – en andere zware industrie – maar ook grote(re) staalverbruikers. Denk hierbij o.a. aan de zware apparatenbouw en ook weer aan de fabrikanten van vervoersmiddelen. Na Covid-19, het nog steeds voortdurende tekort aan halfgeleiders en de problemen bij de toelevering van onderdelen, heeft deze sector nu ook te kampen met enorm gestegen gas- en elektriciteitsprijzen. Vanwege de torenhoge energiekosten zijn diverse Duitse producenten inmiddels overgegaan tot werktijdverkorting respectievelijk productiebeperkingen. De Duitse automobielorganisatie VDA heeft daarom al een beroep op de overheid gedaan om met ondersteunende maatregelen te komen.
Mogelijke recessie
Daarenboven komt dan ook nog de hoge inflatie en de mogelijke recessie, tenminste sommige deskundigen vrezen dat die komen zal. Dan heeft de Europese Bank (ECB) ter bestrijding van die inflatie onlangs ook nog de rentetarieven fors verhoogd, wat juist een remmend effect zal gaan hebben op de bereidheid tot investeringen. “Van de andere kant echter moeten we daaraan toevoegen, dat het plan van de EU een soort maximumniveau voor de prijzen van elektriciteit in te gaan voeren tot minder zorgen over deze kosten zou kunnen leiden en dat wellicht kan helpen een recessie te voorkomen”, aldus het StaalJournaal.
Diverse bronnen merken ook op dat Europese staalmakers momenteel offertes uitbrengen met hogere basisprijzen dan in de voorgaande maand en dat zij bovendien niet of nauwelijks daarover willen onderhandelen. “Als men dan toch bereid is de aangeboden prijzen te herzien dan gebeurt dat slechts marginaal. Daarnaast stellen we ook vast, dat in Zuid-Europa voor verschillende producten op de spotmarkt (licht) hogere prijzen worden genoteerd dan ten noorden van de Alpen en ook dat is erg uitzonderlijk, want normaliter is het andersom.
Een terechte conclusie lijkt dan ook te zijn, dat staalprijzen de bodem bereikt hebben en voorzichtig een eerste trede van de trap naar boven genomen hebben”, besluit het StaalJournaal.