Snelle afname levertijden
De inkoopmanagersindex Nevi PMI van april kwam uit op 44.9, van 46.4 in maart. De productieomvang nam sterker af dan vorige maand en het aantal nieuwe orders in de grootste mate sinds november vorig jaar. Dat laatste leidde tot de grootste verbetering van de levertijden sinds het begin van dit onderzoek.
De inkoopactiviteiten namen opnieuw af en de voorraad ingekochte materialen daalde voor de derde maand op rij, deze maand in de grootste mate sinds mei 2013. De voorraad gereed product daalde eveneens fors. Hetzelfde was het geval bij de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk.
Positief over vooruitzichten
De werkgelegenheid nam desondanks opnieuw toe, zij het in geringe mate. Ook waren de Nederlandse productiebedrijven nog steeds positief over de vooruitzichten voor de komende 12 maanden. De inkoopprijzen daalden voor de tweede maand op rij, deze maand in de sterkste mate in 34 maanden. Er was nog wel verkoopprijsinflatie, maar deze was het laagst in 30 maanden.
Volgens Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO, duidt de sterkere afname van het aantal nieuwe orders en de productie erop dat ondernemingen de productie beperken vanwege zwakke vraag. “Ook de hoeveelheid openstaande orders slonk in april nog sneller dan in maart, met een snelheid die behalve aan het begin van de pandemie voor het laatst in 2012, na de financiële crisis, is waargenomen.”
Zeer groot orderboek ASML
Swart wijst er op dat zelfs het orderboek van ASML is geslonken. Dat bleek op 19 april, toen de chipmachinebouwer de resultaten over het eerste kwartaal publiceerde. Swart: “De omzet was met 6,7 miljard euro sterk, maar de waarde van de nieuwe orders nam af van 6,3 miljard euro in het vierde kwartaal van 2022 naar 3,8 miljard euro in het eerste kwartaal van 2023. Het orderboek slonk van meer dan 40 miljard euro eind 2022 naar 38,9 miljard euro aan het eind van het eerste kwartaal. Sommige klanten van ASML stellen investeringen uit vanwege de zwakke vraag naar halfgeleiders. Gelukkig heeft ASML een zeer groot orderboek, dus de zwakke vraag heeft naar verwachting geen gevolgen voor de productie in 2023.”
Ook de vele Nederlandse toeleveranciers van ASML profiteren daar volgens Swart van. “Vooral ook machinebouwers hebben grote portefeuilles openstaande orders. Dit verklaart waarom zowel producenten van investeringsgoederen als van consumentengoederen de productie in april licht hebben verhoogd. Er zijn echter maar weinig bedrijven die zo’n omvangrijk orderboek hebben als ASML, het enige bedrijf ter wereld dat de meest geavanceerde chipmachines kan produceren. Pas als de vraag langere tijd zwak blijft, worden producenten van kapitaalgoederen gedwongen om het roer om te gooien en de productie serieus te verlagen.”
Lagere productie halffabricaten
In het algemeen daalde de industriële productie in april – nog sneller dan in maart – door lagere productie van halffabricaten. Swart: “Dit kan deels worden verklaard doordat bedrijven nog steeds voorraden afbouwen, zoals ook blijkt uit de verdere afname van voorraden gereed product. Een andere verklaring is dat de energie-intensieve chemische industrie nog steeds last heeft van de hoge energieprijzen. De prijs van aardgas, een belangrijke energiebron voor energie-intensieve branches in Nederland, is nog steeds drie keer hoger dan twee jaar geleden, wat het vooral voor bedrijven in de voor Nederland belangrijke basischemie moeilijk maakt om op te boksen tegen concurrenten in andere delen van de wereld.”
Snelle afname levertijden
De daling van de algehele Nevi Inkoopmanagersindex is deels het gevolg van de snelle afname van de levertijden; de sterkste daling sinds de introductie van de index in 2000. Toeleveringsketens functioneren weer normaal en de zwakke vraag maakt het makkelijker om bestelde goederen snel geleverd te krijgen.
Inflatie nog niet onder controle
De inkoopprijzen namen in april nog sneller af, wat er volgens Swart op duidt dat de piek in inflatie achter de rug is. “De inflatie is echter nog niet onder controle. Terwijl de industrie krimpt, groeit de dienstensector dankzij sterke vraag nog wel. ABN Amro verwacht dat een milde recessie nodig is om de inflatie op termijn binnen de perken te houden en dat centrale banken de rente verder zullen verhogen. De hogere rente leidt tot een afkoeling van de economie en een zwakke vraag naar bijvoorbeeld bouwmaterialen en investeringsgoederen, zoals machines en apparaten. We verwachten dat de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) pas in december de rente voor het eerst verlagen, wat de economie zou stimuleren en kan leiden tot een opleving van de vraag naar investeringsgoederen. In de tussentijd blijft de vraag naar industriële producten zwak, hoewel deze licht zou kunnen stijgen als bedrijven eindelijk klaar zijn met het afbouwen van voorraden.”