StaalJournaal: Prijsdruk houdt (nog) aan!
In diverse landen is onrust ontstaan vanwege de agressief toegenomen staalexport door China. Het land is gedwongen meer staal uit te voeren vanwege de sterk haperende binnenlandse vraag veroorzaakt door met name problemen in de bouwsector, dat aldaar goed is voor 35% van de staalconsumptie.
Deze ontwikkeling heeft geleid tot forse prijsdalingen in verschillende Aziatische landen en de nationale regeringen worden opgeroepen maatregelen te nemen tegen de Chinese staaluitvoer vanwege vermoedelijke dumping en oneerlijke concurrentie. In de EU is het staalverbruik in het eerste kwartaal sterk gedaald als gevolg van een daling van bouwactiviteiten en afnemende staalbehoefte in de automobielbranche.
Ook in het lopende kwartaal staat de behoefte aan staal weer onder druk als gevolg van globale politieke onrust, hoge rentetarieven en inflatie, angst voor recessie in de Duitse economie en onzekerheden over de toekomst van elektrische voertuigen. De huidige prijzen in de EU zijn voor de staalfabrikanten niet kostendekkend. Vooralsnog lijkt er een zekere prijsstabilisatie op de Europese markt plaats te vinden, maar door overheidsonderzoeken vanwege importdumping en daarbij oneerlijke concurrentie wellicht prijsstijgingen in de komende maand.
De marktsituatie
De neerwaartse prijsontwikkeling, die we in onze vorige editie van het StaalJournaal vermeldden, is nog niet helemaal tot stilstand gekomen. Een uitzondering is wellicht de situatie in de Verenigde Staten, waar verschillende producenten juist verhogingen aangekondigd hebben. Het blijft echter afwachten of de Amerikaanse afnemers die opwaartse aanpassing gaan accepteren. In Azië is absoluut geen sprake van prijsstijgingen.
Azië
Integendeel de enorm gegroeide staalexport vanuit China zorgt voor veel onrust in diverse landen als India en Vietnam. Vanuit die en nog andere landen, tot aan Canada toe, komen meer en meer signalen waarbij overheden verzocht worden onderzoeken in te gaan stellen vanwege mogelijke prijsdumping en oneerlijke concurrentie door Chinese producenten. De oorzaak van de fors gegroeide staaluitvoer door China ligt voornamelijk in bouw- en vastgoedsector, dat goed is voor ongeveer 30% van het Bruto Binnenlands Product (BBP).
Al eerder kwamen grote vastgoedbedrijven, als Evergrande en Country Garden, in problemen als gevolg van de stagnerende verkoop van onroerend goed, maar desondanks werd er echter wel ijverig doorgebouwd, waardoor vastgoedprijzen onder druk kwamen te staan. Volgens de laatste gegevens bedraagt de totale schuld van deze ondernemingen het duizelingwekkende bedrag van ruim 5.000 miljard Dollar. Van de 50 grootste bedrijven in deze sector zijn er op dit moment circa 34 die hun schulden niet kunnen betalen en een behoorlijk aantal is intussen failliet gegaan. Als de bouwsector stagneert voelt de staalindustrie dat uiteraard. De fabrieken zagen hun aantal opdrachten verminderen en de verwachting is dat de staalbehoefte uit deze sector met 10% zal afnemen.
De daling van de staalbehoefte vanuit de bouwsector wordt maar beperkt gecompenseerd door de fors groeiende autoproductie en dus werden de staalmakers gedwongen andere afzetmarkten te vinden. Dat gebeurde dus voornamelijk in Azië met de eerdergenoemde onrust als gevolg. Terwijl in India de economie opveert vanwege overheidsinvesteringen in infrastructuur en onroerend goed profiteren de nationale staalbedrijven er niet van vanwege de steeds maar lager wordende exportprijzen van Chinees staal. Sinds begin mei is de exportprijs (FOB Tianjin, China) voor warmgewalste coils gedaald van$ 535/ton naar$ 470/ton (ca.€ 432). Staalprijzen in India zijn inmiddels het laagst sinds 2021 en die in China sinds 2020.
Vooralsnog hebben maatregelen van de Chinese overheid om de bouwsector weer op gang te krijgen niet geholpen en bovendien lijkt de regering nu geen aanstalten te maken opnieuw in actie te komen. De economische malaise heeft er tevens toe geleid, dat grondstofprijzen als ijzererts enorm fluctueren. Grondstofvoorraden in China zijn erg hoog.
Europa
In Europa hebben diverse producenten inmiddels eveneens hun zorgen geuit over de toenemende staalexport door China, maar ook over het exportbeleid van andere Aziatische en Noord-Afrikaanse landen richting de Europese Unie. De EU-Commissie heeft onlangs officieel aangekondigd importen van warmgewalste rollen staal uit Japan, India, Egypte en Vietnam nader onder de loop te nemen. Onderzocht zal worden hoe deze 4 landen in de periode 1 april 2023 tot 31 maart 2024 hun prijscalculatie hebben gedaan en of er sprake is van dumping. Blijkt dat inderdaad zo te zijn dan zal met terugwerkende kracht over de in die periode ingevoerd staal een extra heffing worden opgelegd. Dat kan enorme gevolgen hebben voor de staalimport in zijn geheel want het wordt riskanter zogenaamd goedkoop materiaal uit die landen te gaan invoeren vanwege dat er een mogelijke naheffing volgt.
De verwachting is dan ook dat Europese fabrieken daarvan zullen gaan profiteren, omdat inkopers logischerwijs op zeker willen gaan. Of het tot een daadwerkelijke groei van bestellingen bij de EU-producenten gaat leiden blijft echter weer af te wachten. De bouw- en de automobielindustrie hebben het lastig.
Autofabrikanten
De autofabrikanten hebben veel concurrentie van goedkope Chinese e-auto’s plus de onzekerheid die er intussen is ontstaan over de toekomst van diezelfde voertuigen. De verkoopcijfers hiervan zijn afgenomen mede omdat in diverse EU-landen de subsidies werden verlaagd of geheel zijn verdwenen. Het bleken vooral bedrijven als leasemaatschappijen die investeerden in de elektrische voertuigen, maar de private sector laat het vanwege de hoge aanschafprijzen behoorlijk afweten. Verschillende fabrikanten overwegen daarom nu juist weer meer hybride auto’s te gaan produceren, bang als ze zijn voor omzetdaling en verlies van marktaandeel. Overigens heeft China bij de Wereld Handels Organisatie (WTO) een klacht ingediend over de recent door de EU ingevoerde importheffingen op Chinese e-auto’s. Hoe dat gaat aflopen is afwachten.
De Europese staalprijzen, die in de loop van dit jaar behoorlijk onderuit zijn gegaan, lijken zich nu wel enigszins te stabiliseren, maar zijn op het huidige niveau voor de fabrieken niet kostendekkend. Zo leed Tata in het boekjaar 2023-2024 (eindigend 31 maart) een verlies van ruim € 550 miljard, wat een daling is van ca. 900 miljoen Euro vergeleken met het voorgaande boekjaar (Winst€ 352 milj.). Het Duitse Salzgitter Stahl zag het resultaat (EBITDA€ 243) over de eerste helft 2024 t.o.v. dezelfde periode 2023 halveren. Gewezen wordt naar dalende staalprijzen onder druk van goedkope importen en een tegenvallende staalafzet in de Europese markt in combinatie met hoge productiekosten vanwege gestegen rente, energie- en grondstofprijzen.
Het lijkt er zo op dat de Safeguards het voor de Europese staalmakers mogelijk maakt dat binnen de EU-prijzen niet verder dalen, echter dat is toch maar relatief. Ten eerste is er vanwege de vakanties nauwelijks vraag, dus is het niet redelijk de huidige schaars aangeboden prijzen als maatgevend te zien. Ten tweede zijn de vooruitzichten van de economieën in diverse lidstaten niet best en met name in de Bondsrepubliek is de angst voor wederom een recessie aangewakkerd, mede als gevolg van de eerdergenoemde onzekerheden in de auto-industrie. Diverse staal servicecenters overwegen of hebben vanwege de matige vraag al werktijdverkorting ingevoerd. Eurofer (de associatie van Europese staalproducenten) publiceerde recentelijk haar halfjaarverslag met daarbij de verwachtingen voor de rest van 2024. In het eerste kwartaal daalde de staalconsumptie met 3,1%. Om die reden stelde deze club haar groeiprognose van het staalverbruik over geheel 2024 neerwaarts bij van +3,2% naar +1,4% en misschien is zelfs dat nog te optimistisch. Tevens uitte de associatie haar zorgen over het grote aandeel importmateriaal bij het totale EU-staalverbruik (27%). Pas in 2025 verwacht men een herstel van de vraag met 4,1%.
Niettemin ontvingen wij informatie dat fabrieken streven in het komende kwartaal prijzen te verhogen en daarbij worden basisprijzen van € 650 en € 660 genoemd. In deze vakantieperiodes, die Europa breed nogal uiteenlopen, en gegeven de gecompliceerde marktsituatie is het enorm moeilijk een verwachting uit te spreken over prijsontwikkelingen gedurende de komende tijd. Het meest waarschijnlijke echter is onzes inziens dat er in de komende weken een stabilisatie plaatsvindt met mogelijk een lichte opwaartse trend in september. Maar de ervaring leert dat veranderingen heel snel kunnen snel gaan!