Staalprijzen: kentering in zicht?
De globale staalmarkt is vooral in Azië volop in beweging en daarom is het volgens Het StaalJournaal realistisch om binnen afzienbare tijd rekening te houden met een stijging van de staalprijzen.
De economie binnen de EU staat aan de vooravond van een moeilijk jaar en in het bijzonder voor de Nederlandse economie is de verwachting dat de huidige recessie, vanwege de krimp in het 3e en het 4e kwartaal 2022, ook het komende halfjaar zal aanhouden.
Een van de oorzaken van alle bewegingen is de ontwikkeling in China, met een marktaandeel van ruim 50% het grootste staal producerende land ter wereld. De topprioriteit voor het land in 2023 is een stabiele economische groei te verkrijgen. De verwachting is daarom volgens de december-editie van het StaalJournaal dat binnenkort allerhande stimuleringsmaatregelen bekend gemaakt worden, die met name de vastgoedsector moeten gaan ondersteunen.
Hogere prijzen grondstoffen
Daarnaast wordt nu ook het strenge zogenaamde Zero-Covid beleid versoepeld wat via een verbetering van de vraag een positieve impact op de nationale economie zal kunnen hebben. De verwachte positieve effecten van deze maatregelen hebben geleid tot verbetering van de prijzen op de grondstofmarkten. Zo steeg de prijs voor ijzererts voor het eerst sinds mei weer eens en staat deze inmiddels ruim boven de $ 100. Cokes- en schrootprijzen vertonen een gelijke trend.
CO2-heffing voor niet-Europese bedrijven
Los van de ontwikkelingen op de Aziatische markten zijn er deze maand ook maatregelen in Europa genomen, die op termijn tot stijging van de importprijzen bij staal kunnen leiden. De EU-lidstaten en het Europees Parlement zijn het eens geworden over de invoering van een CO2-heffing voor niet-Europese bedrijven. Het StaalJournaal van november maakte al een opmerking over de oneerlijke verhoudingen van overheids- c.q. milieulasten tussen EU- en niet-EU-fabrieken. Het zogeheten Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) verplicht buitenlandse bedrijven, die materiaal naar de EU exporteren om te betalen voor hun CO2-uitstoot, net zoals Europese bedrijven dat al langer doen.
De klimaatmaatregel, die in oktober 2023 moet ingaan, geldt niet alleen voor de staalsector, maar ook voor de aluminium- en kunstmestsector, alsmede de waterstofindustrie. Die invoering van deze maatregel is enerzijds bedoeld om de industrie wereldwijd te stimuleren groener te produceren. Anderzijds echter ook om te voorkomen dat Europese bedrijven hun productie naar landen buiten de EU verplaatsen en tegelijkertijd ook de concurrentiepositie van die sectoren te verbeteren.
Eurofer, de Europese Associatie van staalproducenten, dringt er bij de EU op aan meer maatregelen ter bescherming van de Europese industriële bedrijven te gaan nemen en ze in staat te stellen de gewenste transitie naar groen produceren te realiseren. Daarnaast vraagt ze ook een Europese reactie als antwoord op het onlangs door de Amerikaanse regering genomen besluit om de nationale industrie in haar vergroeningsproces meer te subsidiëren (de US Inflation Reduction Act), wat als een bedreiging, want oneerlijke concurrentie, voor Europese ondernemingen wordt gezien.
Hoogovens stilgezet
Een andere ontwikkeling op de Europese staalmarkt is het toegenomen aantal productiebeperkingen van verschillende producenten. Diverse fabrieken in Centraal-Europa hebben een aantal hoogovens voor kortere of langere periodes stilgezet. Al eerder werden diverse ovens uitgeschakeld en tezamen met de meest recente sluitingen staan er nu binnen de EU 13 ovens stil. Op jaarbasis betekent dat een beperking van de productiecapaciteit van ca. 20 miljoen ton. Dat betekent op basis van de beschikbare productiecapaciteit in de EU feitelijk een beperking van 10%. Rekenen we echter naar de in geheel 2021 werkelijk geproduceerde hoeveelheid ruwstaal (ca. 160 mto), dan komen we op ruim 12,5%. Daarenboven zijn er ook nog fabrieken die hun (elektrische) ovenproductie voor korte tijd inschakelen en vervolgens na een productietijd van bijvoorbeeld een week weer uitschakelen. “Al met al dus een forse capaciteitsreductie en dat heeft ertoe geleid dat levertijden voor nieuw te produceren materiaal wat langer zijn geworden. Sommige staalmakers spreken nu over levertijden eind februari of 1e helft maart 2023”, aldus Het StaalJournaal.
Dagprijzen op spotmarkt lopen op
Die veranderde marktsituatie heeft al enig effect op het prijsniveau op de spotmarkt, want de dagprijzen lopen inmiddels op. Maar ook de contractprijzen stijgen, want intussen hebben verschillende staalmakers hun offertes voor de automobielsector met vaste prijzen voor het komende halfjaar vrijgegeven. Die aangeboden basisprijzen liggen op ten minste ca. € 850 per ton, wat vergeleken met de actuele prijzen op de spotmarkt een verschil is van (nog!) ca. € 160 per ton. Het is de vraag hoe die branche erop gaat reageren. Het StaalJournaal voegt daar wel aan toe dat de algemene verwachting is dat het staalverbruik van die sector in 2023 zal toenemen. “Die prognose wordt onderbouwd doordat men minder problemen ervaart bij de toelevering van onderdelen, zoals halfgeleiders. Inderdaad noteren we afgelopen maand in de meeste landen al een, soms erg fors, toegenomen aantal geproduceerde voertuigen.”
Voorraden aanvullen
Europese staalfabrieken staan mede daardoor intussen wel wat sterker dan voorheen in hun onderhandelingspositie met de afnemers. Eerdere edities van het StaalJournaal signaleerden al dat distributeurs vroeg of laat toch hun voorraden zullen moeten gaan aanvullen, dus met contractbesprekingen zullen beginnen en hun bestellingen indienen. “Het lijkt er inderdaad op dat fabrieken de afgelopen weken al meer opdrachten binnen gekregen hebben. Mogelijk is dat een reactie op de eerdergenoemde ontwikkelingen in Azië, waardoor exporterende landen van buiten de EU zich meer zijn gaan concentreren op de markten aldaar. Diverse exporteurs hebben hun offertes naar de EU-afnemers ingetrokken en/of prijzen verhoogd.
De economie binnen de EU staat aan de vooravond van een moeilijk jaar en in het bijzonder voor de Nederlandse economie is de verwachting dat de huidige recessie, vanwege de krimp in het 3e en het 4e kwartaal 2022, ook het komende halfjaar zal aanhouden. Die recessie, de relatief hoge rente en inflatie in combinatie met de huidige energiecrisis zouden een rem op investeringen kunnen zetten en dat kan dan weer leiden tot minder verbruik van staal. Alle bovengenoemde ontwikkelingen tezamen genomen menen we desondanks toch dat het realistisch lijkt binnen afzienbare tijd met een stijgende trend bij de huidige staalprijzen rekening te houden”, zo besluit het laatste StaalJounaal van dit jaar.