Stijging staalprijzen hapert
De verwachte verhoging van de staalprijzen zette begin oktober nog niet echt door. Weliswaar liepen de prijzen sinds de zomer fors op en bereikte coilmateriaal een basisprijs van circa € 490 per ton, maar het beoogde marktniveau van minimaal € 500 is nog niet echt goed in de markt doorgezet.
Volgens het Staaljournaal van Noviostaal is deze hapering voor een deel te verklaren doordat prijzen in Azië stabiliseerden als gevolg van de nationale vakantieweek in China (1 t/m 8 oktober), waardoor marktactiviteiten afnamen. Voor een deel is het ook uit te leggen doordat inkopers een wat afwachtende houding aannamen nadat zij hun materiaalbehoeftes voor het 4e kwartaal ingedekt hadden en verdere ontwikkelingen willen afwachten, mogelijk ook vanwege een wellicht 2e of 3e Corona-golf met alle gevolgen van dien.
Opleving automobielindustrie
De staalfabrieken toonden echter weinig honger naar nieuwe orders, want ze beweren mooie orderportefeuilles te hebben. “Inderdaad is het met name de automobielindustrie die goed opgeleefd is en verrassend meer materiaal nodig heeft dan eerder verwacht werd”, signaleert het Staaljournaal. “Dat is ook merkbaar bij de toeleverende bedrijven als staalservicecenters, die ineens met langere levertijden moesten gaan werken. Tegelijkertijd zagen zij ook bestaande voorraden snel afnemen, zo werd bijvoorbeeld Sendzimir verzinkt materiaal daardoor ineens wat schaarser.”
Pokerspel
Die positieve ontwikkeling heeft ook effect op de houding van de fabrieken bij de komende onderhandelingen met de autosector over de prijzen voor 2021. “Kortom het is een pokerspel en niemand weet nog wie de beste kaarten heeft. Vooralsnog lijken dat de producenten te zijn want terwijl zij bij offertes langere levertijden afgeven hebben zij, behoudens enkele opvallende aanbiedingen, in principe weinig te duchten van importmateriaal gezien het niet interessante prijsniveau. Daarbij komt nog dat Chinese producenten sinds het einde van de eerdergenoemde vakantieweek met hogere prijzen op de markt zijn terug gekomen.”
Ingezakte prijzen schroot en erts
Een tegenvaller voor EU-staalmakers zijn de iets ingezakte prijzen voor schroot en erts, waardoor hun niet-Europese concurrenten juist weer goedkoper kunnen produceren en op termijn wat lagere exportprijzen kunnen aanbieden. Bovendien is het onduidelijk wat de effecten op de prijzen voor kolen zullen zijn nu de Chinese overheid recentelijk een importverbod heeft uitgevaardigd voor kolen uit Australië.
Vooralsnog lijken de Europese fabrieken vastberaden hogere prijzen voor het 1e kwartaal 2021 te willen bereiken, want voor onderhandelingen over het prijsniveau van offertes wordt nauwelijks ruimte geboden. Zelfs gaat er een officieuze informatie in de markt rond als zou een van de grootste producenten de basisprijs voor warmgewalste coils voor levering in de periode maart 2021 te willen verhogen naar € 550.
Dramatische omzetontwikkeling Europese staalmakers
Gegeven de huidige marktsituatie sluit het Staaljournaal niet uit dat de basisprijs voor warmgewalste coils later dit kwartaal of begin volgend jaar in plaats van met een 4 inderdaad zal beginnen met een 5. “Hoe dan ook zouden eventuele lagere importprijzen echter bijzonder slecht uitkomen voor de Europese staalmakers gezien de dramatische omzetontwikkeling in de afgelopen kwartalen en de financiële gevolgen daarvan.”
Bijvoorbeeld circuleert in de markt het officieuze bericht dat ThyssenKrupp, waarvan het fiscale boekjaar eindigde op 30 september, een negatief resultaat van bijna 1 miljard euro zou hebben. Prompt volgden daarop ook weer officieuze berichten als zou de Duitse staat het concern overeind wilde houden middels een aandelenparticipatie. Dat werd echter weer ontkend door de Duitse overheid.
Bronnen hebben het persbureau Reuters onlangs bericht, dat ThyssenKrupp nog steeds mogelijkheden onderzoekt voor samenwerking met Salzgitter, Tata Steel (India) en SSAB (Zweden). “Maar er zijn meer staalconcerns die het moeilijk hebben, zoals Tata Steel Europe”, meldt het Staaljournaal. “Onlangs verschenen berichten als zou een Chinese staalgroep interesse hebben productie-eenheden van Tata in het Verenigd Koninkrijk over te nemen. Recentelijk ontkende Tata evenwel die mogelijke interesse, maar blijft het wel in gesprek met de Britse regering over staatshulp, die kennelijk dus toch nodig is.
ArcelorMittal maakte onlangs bekend in Polen twee hoogovens met een capaciteit van circa 4 miljoen ton permanent te gaan sluiten. Argumenten daarvoor zijn de in haar ogen te zwakke marktomstandigheden resp. vooruitzichten, te weinig overheidsmaatregelen tegen unfair importmateriaal en de naderende CO2 heffingen, waarmee niet-Europese producenten niet mee te maken zouden hebben. Met deze sluiting gaan circa 650 banen verloren en de vakbonden hebben al stakingen aangekondigd als het concern deze stap niet terugdraait. Hoe het tenslotte gaat aflopen met de onderhandelingen tussen ArcelorMittal en de Italiaanse overheid over de toekomst van het voormalige ILVA is op het moment dat we dit StaalJournaal schrijven nog niet bekend gemaakt.
Overigens wordt de positie van ArcelorMittal als grootste staalproducent ter wereld (capaciteit ca. 110 miljoen ton) inmiddels serieus bedreigd door het Chinese staalconcern Baowu. Deze staalmaker heeft door meerdere overnames dit jaar inmiddels al een productiecapaciteit bereikt van meer dan 100 miljoen ton en is qua grootte daarmee nummer 2 op de ranglijst van staalproducenten.”