Structurele verhoging van WBSO belangrijke opsteker voor technologische industrie
Bij de behandeling van het Belastingplan is een amendement van CDA, CU, VVD, BBB en Volt aangenomen om het budget voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) structureel met € 100 miljoen te verhogen.
Dit amendement op het Belastingplan is aangenomen in de Tweede Kamer. Begin december stemt de Eerste Kamer over het Belastingplan en als dit wordt aangenomen, is de hier beschreven verhoging definitief.
Deze verhoging is essentieel voor het stimuleren van innovatie in Nederland, vooral binnen het mkb en start-/scale-ups, die vaak sterk afhankelijk zijn van deze regeling. Hiermee wordt de WBSO een nog krachtigere steun voor innovatieve bedrijven die willen groeien, waarmee zij gemakkelijker kunnen investeren in onderzoek en ontwikkeling.
De € 100 miljoen van het amendement van Kamerleden Inge van Dijk (CDA), Pieter Grinwis (CU), Wendy van Eijk (VVD), Henk Vermeer (BBB) en Laurens Dassen (Volt) wordt gebruikt om de paramaters aan te passen. Het tarief van eerste schijf van de WBSO gaat van 32% naar 36% voordeel op R&D-kosten. De eerste schijf wordt bovendien verruimd van € 350.000 naar € 380.000. Tot slot gaat het tarief voor starters in de eerste schijf van 40% naar 50% voordeel op R&D-kosten. Dit versterkt het innovatief mkb in het uitbreiden van hun R&D-activiteiten.
Succesvol instrument
FME verwelkomt deze structurele verhoging van harte. De WBSO is een bewezen succesvol instrument dat onmisbaar is in een tijd waarin er sterke behoefte is aan innovatie en productiviteitsgroei, zoals ook Draghi in zijn gezaghebbende rapport schrijft. Het mkb is goed voor 97% van de WBSO-aanvragen en wordt zo gestimuleerd hun innovatieve activiteiten uit te breiden en op te schalen, wat bijdraagt aan de concurrentiekracht van hun onderneming en versterking van innovatieve ecosystemen.
Laagdrempelig
De staat van het mkb, die deze week verscheen, wees er nog op dat de productiviteitsgroei van het mkb achterblijft bij andere welvarende landen. De verwachte R&D-uitgaven van het mkb voor volgend jaar blijven bovendien achter bij die van grote bedrijven (respectievelijk 6% en 12%, in de industrie zelfs respectievelijk. 6,4% en 17,5%). Om de ruggengraat van de Nederlandse technologische industrie te versterken, is het daarom noodzakelijk dat het mkb geprikkeld wordt meer in productiviteitsgroei en innovatie te investeren. Deze verruiming van de WBSO draagt daar op eenvoudige en laagdrempelige manier aan bij.
Stabiliteit
Het is daarnaast positief dat de regeling niet grootscheeps wijzigt maar stabiliteit biedt voor de gehele technologische industrie. Naast continuering van deze cruciale regeling, moet de focus verder liggen op het toegankelijker maken van de WBSO en het terugdringen van administratieve lasten om juist het mkb beter te bedienen met de WBSO. FME is betrokken bij de evaluatie van de WBSO en ziet uit naar de resultaten die naar verwachting binnenkort zullen verschijnen.