Technologiedagen Twente groot succes

Trendwatcher Adjiedj Bakas had een niet mis te verstane boodschap voor de plaatbewerkers die de Technologiedagen Twente 2017 bezochten: ‘Wie niet innoveert gaat dood’. Mogelijkheden om te innoveren in de plaatbewerking zijn er echter meer dan genoeg, zo bleek uit de presentaties van de bedrijven die dit evenement samen hadden georganiseerd.

De Technologiedagen Twente in het Experience Center van Voortman in Rijssen waren een succes. Voortman Steel Machinery, Trumpf, SafanDarley, Bruma Machines, Lissmac, Wilson Tool, Resato, Valk Welding en ING Lease mochten een kleine 200 Nederlandse bezoekers begroeten en op de slotdag ook nog eens 80 Duitse gasten. Zij schetsten hen de actuele technologische ontwikkelingen in de plaatbewerking.

Simulatietechnieken
Trendwatcher Bakas besloot de beide ‘Nederlandse’ dagen met een boeiende en onderhoudende presentatie, waarin hij schetste wat de digitale revolutie allemaal teweeg brengt in de samenleving en dus ook in de maakindustrie. De mogelijkheden die de digitalisering biedt, worden ook in de plaatbewerking volop toegepast, zo bleek tijdens de presentaties van de bedrijven die in de Technologiedagen participeerden. Zij gaven daarvan verschillende voorbeelden. Zo past Voortman bij de bouw van nieuwe machines onder meer simulatietechnieken toe om de productie bij de klant te simuleren. Daarmee wordt exact in beeld gebracht waar de bottlenecks komen te liggen en zo kan Voortman het perfecte machinesysteem daarvoor maken. Resato benut de digitale mogelijkheden bijvoorbeeld al om online virtuele trainingen voor waterstraalsnijmachines aan te bieden aan operators, ook aan andere kant van de wereld.

Predictief onderhoud
Resato en Voortman zijn ook allebei bezig met ontwikkelingen die de stap van preventief naar predictief onderhoud mogelijk maken. Resato door de machines uit te rusten met sensoren om data te verzamelen en zo de klant informeren dat hij bijvoorbeeld binnen enkele uren de seals moet vervangen omdat hij anders stilstand krijgt. Voortman concentreert zich bij zijn plasmasnijmachines op de slijtdelen van de kop, die steeds (ongeveer na 1000 à 1200 starts) vervangen moeten worden. De toestand van deze slijtdelen kan worden afgelezen uit de lengte van de plasmaboog en door die continu te meten wordt dan ook belangrijke informatie verkregen.

Laserlassen verdringt puntlassen
In een gezamenlijke presentatie gaven Trumpf en Valk Welding inzicht in de ontwikkelingen in het gerobotiseerd laserlassen. Trumpf blijft zijn laserbronnen continu doorontwikkelen en verbeteren. Het Duitse concern wil op het gebied van lasers ‘het beste jongentje van de klas zijn’ want het ziet robotproducenten her en der strategische overnames doen om zelf ook lasertechniek te kunnen aanbieden. Dat geldt ook voor Panasonic, de huisleverancier van Valk Welding. “Dit is de nieuwste ontwikkeling in robotica”, aldus Remco Valk van Valk Welding. “Panasonic wil alles in eigen hand hebben en heeft daarom een bedrijf gekocht dat diodes produceert. Daarmee is bijvoorbeeld een kleine laserkop ontwikkeld met twee externe asjes, die veel vormen kan maken waarop de automotive is gestandaardiseerd. Panasonic richt zich helemaal richten op het programmeren en is ervan overtuigd dat het laserlassen in de automotive het puntlassen met 80 tot 85 procent gaat reduceren. Dat is hun doel.”

Processen optimaliseren
Innovatie zit ‘m niet alleen in nieuwe processen, maar ook in het slimmer inzetten van bestaande processen. Bruma Machines, de importeur van Lissmac machines, en Voortman presenteerden een gezamenlijke casestudie naar de combinatie van plasmasnijden en het slijpen/ontbramen van snijdelen. Snijden op de ideale snelheid (100 procent) is het meest gunstig voor de ruwheid, haaksheid, slakvorming en toleranties van het product, maar snijden op een hogere snelheid (125 procent) kan effectiever zijn. Want de nadelige effecten die dat heeft op met name de haaksheid en de slakvorming, kun je voor lief nemen omdat je daarna toch nabewerkt. Met het slijpen/ontbramen hef je die nadelen op. ‘Durf te denken in het optimaliseren van processen’, was de boodschap van Bruma en Voortman.

Pay per use
SafanDarley en ING Lease brachten het fenomeen ‘pay per use’ ter sprake. Terwijl Philips al licht verkoopt in plaats van lampen en truckproducenten experimenteren met modellen waarbij transporteurs afrekenen per gereden kilometer, blijven leveranciers van metaalbewerkingsmachines vooralsnog vasthouden aan businessmodellen waarin verkoop en onderhoud centraal staan. “Twintig jaar geleden hadden we het er al over dat klanten per slag zouden gaan betalen”, zegt Wim van Kranen van SafanDarley. “Zover is het nog steeds niet, maar het komt wel dichterbij omdat de trend in de markt die kant opgaat en de technologie het nu ook mogelijk maakt. Uit sensoren en machinebesturingen kan alle informatie worden gehaald die je nodig hebt om naar pay per use te gaan. Maar we hebben daar nog wel een slag te maken. Want al die data vormen nog geen hapklare informatie over wat er op de machine is gemaakt en op basis waarvan je een factuur kunt sturen.”
De vraag is bovendien of de machinegebruikers daar op zitten te wachten. De discussies naar aanleiding van de presentaties van SafanDarley en ING Lease leerden in ieder geval dat er weliswaar flink wat mitsen en maren zijn, maar dat de gebruikers er wel voor open staan om hierin mee te denken als hen dat voordeel oplevert.