VDMA: ‘Prognose installatie- en machinebouw beter dan verwacht’

Tijdens de jaarlijkse persconferentie van VDMA, de vereniging voor de Duitse machinebouw, maakte voorzitter Karl Haeusgen bekend dat de installatie- en machinebouw het crisisjaar 2020 minder slecht afsluiten dan verwacht.

Met het oog op een beter dan verwacht derde kwartaal heeft de VDMA haar productieraming voor 2020 licht naar boven bijgesteld. In plaats van een daling van de reële productie met 17 procent, verwachten de VDMA-economen een min van 14 procent.

“De bedrijven in de installatie- en machinebouw zullen crisisjaar 2020 in de rode cijfers afsluiten, maar deze zullen niet zo ernstig zijn als verwacht”, vertelt Haeusgen. “In de schaduw van de coronapandemie wordt dit jaar waarschijnlijk het moeilijkste jaar sinds decennia voor heel veel bedrijven. Het is des te opmerkelijker dat de bedrijven in staat waren om hun productie en service op peil te houden en de inkrimping te beperken.”

Volgens de Statistischen Bundesamts is de productie in de installatie- en machinebouw in Duitsland in de eerste tien maanden van het lopende jaar met 13,1 procent gedaald. De licht groeiende economie heeft ook een positieve weerslag op de prognose voor 2021. “We verwachten nu een reële productietoename van 4 procent, in plaats van de tot nu toe verwachte plus 2 procent”, aldus Haeusgen.

Deze voorspelling is echter onzekerder dan normaal, waarschuwde hij. De hoge mate van onzekerheid in de wereldeconomie heeft een bijzondere invloed op de installatie- en machinebouw, “het is vergif voor de kapitaalgoedereneconomie”. En: “Liquiditeitsknelpunten in de oplevende economie worden de echte uitdaging in 2021”, legt Haeusgen uit. “Want als de economie opleeft en het aantal orders weer toeneemt, moeten de machinebouwers de rekening vooruit betalen.” Maar het biedt ook kansen: “We zien enerzijds de economische versnelling vanuit het Coronadal en anderzijds een versnelling van technologische verandering. Deze dubbele versnelling biedt een opwindend potentieel in de Europese machinebouw voor iedereen die de juiste antwoorden op de uitdagende vraagstukken vindt”, aldus Haeusgen.

Grootste industriële werkgever

Middelgrote bedrijven in de machinebouw en installatiebouw houden ook tijdens de Corona-crisis zo lang mogelijk vast aan hun specialisten. In september werkten in de machinebouw en installatiebouw in Duitsland 1.029 miljoen mensen (bedrijven met meer dan 50 werknemers). De daling van 34.000 banen ten opzichte van december 2019 is relatief matig. Volgens schattingen van de VDMA Volkwirte zal het aantal medewerkers tegen het einde van het jaar dalen tot circa 1,025 miljoen, een afname van 38.000 banen ten opzichte van het jaar ervoor.

Hiermee blijft de machine- en installatiebouw de grootste industriële werkgever in Duitsland. “Tijdens de crisis zijn uitkeringen voor werktijdverkorting – naast de andere hulpprogramma’s van de overheid – opnieuw een zeer succesvol instrument gebleken”, benadrukte Haeusgen. “Maar de druk om te veranderen wordt steeds dringender en vraagt ​​om antwoorden, al was het maar om te voorkomen dat structurele aanpassingen worden uitgesteld”, waarschuwde hij. Het is daarom des te belangrijker dat bedrijven zo snel mogelijk een exitstrategie krijgen vanuit de huidige bijzondere situatie. “Er mag hoe dan ook geen lockdown in de industrie komen! Kinderdagverblijven en scholen moeten zoveel mogelijk open blijven, en zakenreizen moeten weer mogelijk zijn met weinig bureaucratische inspanning”, benadrukte de VDMA-voorzitter.