Verslechtering omstandigheden vlakt iets af
De inkoopmanagersindex Nevi PMI van juni kwam uit op 45.2. Dit betekent dat de achteruitgang in juni flink minder groot was dan in mei (40.5). Maar het betekent ook nog steeds een aanzienlijke verslechtering.
De productie daalde fors, zij het in de geringste mate in drie maanden. Het aantal orders uit binnen- en buitenland bleef dalen, maar beduidend minder dan in mei. Door sommige bedrijven werd een licht herstel van de klantvraag gemeld. De hoeveelheid onvoltooid en nog niet uitgevoerd werk daalde in de op een na grootste mate in meer dan acht jaar en de bedrijven verminderden fors hun inkoopactiviteiten. De materiaalvoorraad daalde voor de tweede achtereenvolgende maand en de voorraad gereed product bleef gelijk. De levertijden namen toe, zij het in de geringste mate sinds januari. De werkgelegenheid bleef fors afnemen. De inkoopprijzen daalden in de sterkste mate sinds maart 2016 en de verkoopprijzen namen aanzienlijk af. Voor het eerst in drie maanden was er weer optimisme over de toekomstige productieomvang, zij het voorzichtig.
‘Lichtpuntje’
“Ondernemers zien eindelijk een lichtpuntje aan het eind van de tunnel”, zegt Albert Jan Swart, sectoreconooom industrie bij ABN AMRO. “Voor het eerst in maanden zijn ondernemers in de Nederlandse industrie weer voorzichtig optimistisch over de productie over twaalf maanden. Dankzij de versoepeling van ‘lockdowns’ in veel Europese landen zien ondernemers de toekomst in 2021 weer iets zonniger in. Op de korte termijn is de crisis echter nog niet voorbij, zo blijkt uit de deelindicatoren voor de productie en de nieuwe orders, die nog altijd duiden op een afname van de bedrijfsactiviteit. Veel industriële ondernemers letten dan ook nog steeds scherp op de kosten. Zo sneden zij verder in het aantal banen en kochten ze nog minder voorraad in om de kaspositie op peil te houden. Op die manier proberen ze deze korte maar zeer heftige crisis te overleven.”
Volgens Swart heeft de industrie niet alleen last van een gebrek aan orders. Doordat er minder vraag is, staan ook de afzetprijzen sterk onder druk, waardoor de omzet nog verder daalt. Daarnaast kampen ondernemers nog steeds met ontregelde internationale toeleveringsketens, waardoor de levertijden van onderdelen verder oplopen.
Producenten van consumentengoederen, zoals voedselverpakkingen voor de horeca, zien het aantal nieuwe orders toenemen, maar de vraag naar investeringsgoederen herstelt nog niet. De nog altijd lage inkoopmanagersindices in binnen- en buitenland duiden op een negatief sentiment bij ondernemers. ABN AMRO verwacht dat dit negatieve sentiment ook op de langere termijn een drukkend effect heeft op de economische groei.
Naar verwachting trekken de investeringen voorlopig niet aan, mede doordat het aantal faillissementen en de werkloosheid de komende tijd toenemen. ABN AMRO verwacht dat de eurozone in het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 te maken krijgt met een nieuwe recessie. Het lijkt er dus op dat de industriële productie niet krachtig kan herstellen voor 2021.