Voor het eerst weer krimp – Nevi PMI november 49.6
De Nevi PMI van november was 49.6. Dit betekent dat de bedrijfsomstandigheden voor het eerst in meer dan zes jaar verslechterden, zij het in geringe mate. Tegen de algemene trend in liet de subsector consumptiegoederen juist een goede verbetering van de bedrijfsomstandigheden zien. Dat blijkt uit de meest recente NEVI PMI Index.
De productie daalde in november voor de tweede maand op rij, deze maand iets meer dan in oktober. Het aantal nieuwe orders liet de grootste daling sinds april 2013 zien. De inkoop nam af en de materiaalvoorraad daalde. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk werd voor de negende maand op rij kleiner. De voorraad gereed product daalde eveneens, maar minder dan in oktober. De werkgelegenheid nam opnieuw toe, zij het in de geringste mate sinds begin 2015.
Uit de Nevi PMI Index blijkt dat de producenten blijven uitgaan van groei in de komende 12 maanden, waarbij de stemming minder positief was dan in oktober. Bart Vos, Scientific Director Brightlands Institute for Supply Chain Innovation (BISCI) en verbonden aan Maastricht University, refereert naar een zin uit het Koningslied waarover destijds veel commotie was, ‘de dag die je wist dat zou komen (is eindelijk daar)’. “De essentie van die zin gaat ook wel op het meest recente Nevi PMI indexcijfer, in november gedaald van 50.3 naar 49.6”, verklaart Vos. “Het zat er al een tijdje aan te komen, maar daarmee daalt de index dus onder de “magische” grens van 50.0. Dat dat duidt voor het eerst in ruim zes jaar op krimp in de Nederlandse productiesector, al gaat het nog steeds om een relatief bescheiden daling. Bovendien is Nederland in Europa bepaald niet de slechtst presterende economie. De gemiddelde PMI in de Eurozone was in november 46.6 en de Duitse economie scoorde met 43.8 nog slechter. Dat was wel een lichte opleving ten opzichte van de 42.1 en ook beter dan de verwachting van analisten (42.9), maar er is bij onze oosterburen al elf maanden op rij sprake van krimp in de productiesector. Een recente Rabobankstudie concludeerde dan ook dat het Duitse groeimodel op de schop moet, met name door jarenlange florissante Duitse exportcijfers zijn er te weinig prikkels om te innoveren geweest. Bij een nadere analyse van de Nevi PMI cijfers blijkt dat er de laatste maanden sprake is van een afname van het aantal nieuwe orders uit het buitenland. De respondenten schrijven dit toe aan zwakkere vraag, toenemende concurrentie en aanhoudende onzekerheid op diverse buitenlandse markten (bijvoorbeeld Brexit, handelsconflict VS-China). Het is echter zeker niet allemaal kommer en kwel binnen de Nevi PMI. Nederlandse producenten blijven positief over groeiverwachtingen in het komende jaar, met wel als kanttekening dat dit optimisme historisch gezien aan de lage kant blijft. Ook de werkgelegenheid deelindex scoort nog steeds boven de 50.0. De banengroei was wel bescheiden, het laagste groeipercentage sinds begin 2015. Er zijn ook duidelijke verschillen tussen sectoren zichtbaar. Er was een daling van het personeelbestand in de sector investeringsgoederen, maar juist een flinke toename van de werkgelegenheid in de sectoren consumptiegoederen en halffabricaten. In meer algemene zin scoort Nederland met een vierde plaats heel goed op de jaarlijkse ranglijst van het Wereld Economisch Forum (WEF). Na Singapore, de VS en Hongkong is ons land daarmee de eerste Europese economie op deze prestigieuze ranking. Volgens de WEF-studie heeft Nederland veel progressie geboekt op het gebied van ondernemerschap en juist die eigenschap kan ons land helpen om door een economisch moeilijkere periode te komen.
Nieuwe exportorders index
De seizoensmatig aangepaste nieuwe export orders index kwam in november uit onder de geen-veranderingsgrens van 50.0, net als in drie van de laatste vijf maanden. Dit laatste cijfer wijst op een geringe afname van het aantal nieuwe orders uit het buitenland. De panelleden schreven dit toe aan een zwakke vraag, grotere concurrentiedruk en aanhoudende onzekerheid in de buitenlandse markten. Het was een slechts lichte daling.
Inkoopprijs index
De seizoensmatig aangepaste inkoopprijzen kwamen uit onder de geen-veranderingsgrens van 50.0. Dit wijst op een daling van de kostendruk in Nederland. De respondenten schreven dit toe aan de lagere materiaalkosten. De daling was bescheiden, maar niettemin de grootste sinds april 2016.
Verkoopprijs index
De gemiddelde prijzen die door Nederlandse producenten in rekening werden gebracht, daalden in november na een aanhoudende stijging van zevenendertig maanden. Er zijn aanwijzingen dat de overigens minieme terugval te wijten was aan concurrentiedruk en lagere inkoopkosten. Op subsector-niveau vermeldden producenten van halffabricaten een duidelijke daling van de verkoopprijzen.